Astrid Lindgren
Dolf Verroen
Het nieuwe boek van de beroemde Zweedse kinderboekenschrijfster Astrid Lindgren is een grote-mensenboek, hetgeen niet wil zeggen dat zij zich op nieuw terrein heeft gewaagd zoals Jan Terlouw bij ons met zijn Derde kamer. (Of zoals haar landgenote Maria Gripe die zowel kinderboeken als romans schrijft.) Het nieuwe boek van Astrid Lindgren is een voortzetting, een soort afronding ook, van haar werk voor kinderen, namelijk een boek met herinneringen en beschouwingen, dat alle mensen die iets met kinderen te maken (willen) hebben in ieder geval moeten lezen. Mij lijkt dat het boek in zijn geheel tot stand is gekomen door (of ontstaan vanuit) het eerste gedeelte, dat Samuel August uit Sevedstorp en Hanna uit Hult is getiteld en handelt over de beide ouders van de schrijfster. Zij noemt het in de eerste regel een liefdesverhaal en dat is waar in tweeledige zin, want het is niet alleen het liefdesverhaal van deze twee mensen maar ook het liefdesverhaal van het kind en die ouders. Deze waren eenvoudige boerenmensen, levend in een keurslijf van plichten. Zij trouwden in 1905, bleven levenslang de kerk en zijn moraal trouw, maar wisten desondanks voor hun kinderen een sfeer van ruimte en vrijheid te scheppen. Astrid Lindgren maakt in deze ‘liefdesverklaring’ - want zo mag je dit stuk over haar ouders echt wel noemen - duidelijk dat ieder kind deze vrijheid en het opgroeien in de vrijheid van natuur, stilte en ruimte nodig heeft om uit te groeien tot een enigszins harmonisch mens. Dat lijkt mij waar, tegelijkertijd vraag ik mij dan echter af wat er in dit prachtig geschreven stuk geidealiseerd is, want Astrid Lindgren zelf lijkt mij allesbehalve een harmonisch mens. Want als ik bijvoorbeeld het stuk Kort gesprek met een toekomstig kinderboekenauteur lees, komt zij op me over als een gehaaide oude tante, die tot aan haar laatste ademtocht zal vechten om de crack in het voetbalelftal van de jeugdliteratuur te blijven. Voor een oude vrouw
met wereldfaam, iemand die alle denkbare literaire prijzen gehad heeft, vind ik het ronduit walgelijk zoals zij spreekt over ‘het recept’ van het moderne kinderboek: ‘Je neemt een gescheiden moeder, het liefst loodgieter van beroep, of eventueel atoomfysica, het voornaamste is dat ze niet “naait” en niet “lief” is. Dan meng je haar met wat water- en luchtvervuiling, wat Derde Wereld-honger...’ enzovoort, enzovoort. Ik weet wel, ze geeft ook het recept voor triviaalboeken en zij wil hier juist mee aantonen dat schrijvers geen recept mogen/kunnen/moeten gebruiken, maar wat mij er het meest in tegenstaat is de toon, het duidelijk gebrek aan respect voor toekomstige kinderboekenschrijvers. Het is trouwens niet zo simplistisch als mevrouw Lindgren hier doet geloven. Misschien overdrijf ik enigszins, maar ik proef duidelijk gif in het recept dat Astrid Lindgren zo aardig voor zichzelf heeft opgekookt en waardoor zij overal de lieve, oude dame schijnt. En geloof me: je kunt recepten voor boeken maken en voor je menselijke image.
Met dit alles wil overigens niet gezegd zijn dat er niets bruikbaars in dit hoofdstuk staat. Integendeel. Er staan goede opmerkingen in over taal, over leeftijdsgerichtheid en nog enkele dingen die met kinderboeken te maken hebben, zodat het zeker aanbeveling verdient voor studenten van pedagogische akademies of KLOS-opleidingen om dit hoofdstuk te lezen. Alleen... er staat niets meer in dan iedere willekeurige andere kinderboekenschrijver ook had kunnen vertellen en je zou van iemand met de ervaring van Astrid Lindgren wel iets meer, iets dat persoonlijker is mogen verwachten. Ook het hoofdstuk ‘Invallen’ heeft niet zo heel veel om het lijf. Het is aardig voor gewone lezers, het is te algemeen voor vakmensen en het zegt bovendien weinig over het werk van Astrid Lindgren en het scheppingsproces waaraan iedere schrijver toch zijn boeken te danken of te wijten heeft. Het land dat verdween, het titelverhaal, gaat uiteraard over het land zoals het eertijds was en nu niet meer bestaat. Aardig, maar evenals de rest van het boek, kan het niet halen bij het stuk over haar ouders, dat met grote warmte en inzet is geschreven. Al met al een boek dat het oeuvre van deze wereldberoemde schrijfster op bijna symbolische wijze weerspiegelt: nogal saai en middelmatig met geweldige uitschieters zoals bijvoorbeeld Pipi Langkous en De gebroeders Leeuwenhart. De vertaling van Rita Törnqvist is uitstekend.
Astrid Lindgren: Het land dat verdween Vert. Rita Törnqvist-Verschuur
Ploegsma. 84 blz. f 14,90 |