Bzzlletin. Jaargang 7(1978-1979)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] [Twee gedichten] De kale hotel kamer Hij hangt zo vrolijk boven je kussend hoofd, je sappige stengel en je vederdos: Loof hem! Dan doof je de lamp en de grondeloze slaap dooft ook jou, en je lijkt wel loof dat verwelkt. De beuken Harry ter Balkt Groeien nog waar je naam in staat ‘Harry 1946’; de namen in de beuken Alle namen staan in de beuken, burgerlijke stand en bibliotheken Zonder nasleep die boeken dragen: de neergevallen stemmen, de steen Dodezeerollen van de beukestammen, gladheid bidt om messen en schrift Eén hart vraagt verdubbeling, blad lover, lover; druppels de zee De beuken ruisen de namen De beuken ruisen alle namen van de levenden en de doden samen Parken zijn van beuken daarom Droefst groen, helderst rood daarom Beukehout brandt het mooist daarom, groeit 't zwartst over je naam -Vaarwel beuken, vaarwel -Waaiwel beuken, waaiwel Vorige Volgende