dat blad zo mooi vond, dat je het nog hebt meegenomen toen je trouwde); hoe weetje, of een boek goed van taal is als je zelf het Nederlands nauwelijks beheerst! En het is ook niet zo prettig om aan een boekverkoper te laten merken, dat je totaal geen ‘verstand’ hebt van boeken. Die ouders kunnen een steuntje in de rug best gebruiken. Maar ook de boekenwurm, die het lezen zelf niet kan laten, weet vaak niet op welke manier hij zijn kind de eerste boeken moet aanbieden. Want passief luisteren is er voor het kind niet bij. We zullen dus iets anders moeten bedenken. Een goeie binnenkomer is dan een bundel met bakerrijmpjes en kinderversjes (soms kan nostalgie heel waardevol zijn); cultuurbezit van iedereen, misschien diep weggestopt, maar herkenbaar bij de eerste woorden. Hop hop paardje; zagen zagen wiedewiedewagen; schuitje varen, theetje drinken.
De oude vertrouwde liedjes, die zo precies passen bij de taalbeleving van het jonge kind - waarvoor ritme, beweging en woorden één geheel vormen - geven hem de mogelijkheid mee te doen, zelf te ervaren, in eindeloze herhaling. Spelen met taal, plezier hebben in taal, zó wil het kind bezig zijn met taal. Kindertaal is poëzie; dat hoor je als het kind al huppelend zijn eigen liedjes maakt, als het 's avonds in bed zijn belevenissen van die dag nog eens in eigen taal verwoordt; als het bezig is met zijn spel!
Klank is belangrijker dan betekenis; ritme en melodie vormen een onmisbare ondersteuning. De leeftijd van twee tot vijf jaar is de meest poëtische periode van een mensenleven (Chukowsky, From two to five). Britton breidt die periode nog uit, als hij zegt in zijn boek De taal en het leren: de leeftijd van nul tot elf jaar is het gouden tijdperk voor de poëzie.
Kinderen zijn dichters. En als Schaerlakaekens in haar boek De taalontwikkeling van het kind dan nog aangeeft dat het jonge kind vooral emotioneel betrokken is bij zijn ‘eigentaal’, kunnen we niet anders dan uitroepen: geef het kind poëzie! De goudengriffel voor het boek Wielewielestap van Miep Diekman, en The Tjong Khing is de beste ondersteuning, die ik voor die uitroep kan bedenken!
Uit: ‘Wiele wiele stap’ / ill. The Tjong Khing.