Duitse kroniek
André Matthijsse
Het gebeurt nooit, maar als het eens gebeurt moet je niet kinderachtig zijn. Honderd gedichten zonder vaderland is een verzamelbundel met poëzie van Erich Fried. De gedichten werden vertaald door Hans W. Bakx. Het voorwoord werd geschreven door de Duitse uitgever Klaus Wagenbach - en in die inleiding staat zo'n beetje alles wat ik hier over dit boek zou willen zeggen. Ik geef daarom graag het woord aan Klaus Wagenbach. (Applaus).
Nog even een enkel woord ter toelichting: de Internationale Uitgeversprijs der Zeven is een prijs die door zeven Europese uitgevers wordt toegekend. Die zeven zijn: Anagrama (Barcelona), Christian Bourgois (Parijs), John Calders Publishers (Londen), Dom Quijote (Lissabon), Feltrinelli Editoer (Milaan), Van Gennep (Amsterdam) en Verlag Klaus Wagenbach (Berlijn). En dan nu echt het woord aan Klaus Wagenbach... Klaus, ja?
‘Dit boek is een keuze uit acht dichtbundels en talrijke nieuwe gedichten. Het was een van de manuscripten die bij de eerste bijeenkomst voor de “Internationale Uitgeversprijs van de Zeven” ter tafel kwamen en het werd met eenparigheid van stemmen bekroond. Het was de wens van de uitgevers ieder jaar samen één boek te publiceren dat “buiten de internationale gevechten om auteursrechten” viel en dat internationaal van nut zou kunnen zijn voor de literaire of politieke discussie. De deelnemende uitgevers weten uit ervaring - ieder in eigen land - hoe moeilijk dat heden ten dage is. Zij kozen voor Erich Fried, omdat zijn werk volmaakt in overeenstemming is met de bedoelingen van de prijs:
het stimuleren van de belangstelling voor een oeuvre waarvan de literaire kwaliteit, solidariteit en tolerantie onomstreden zijn, maar dat nog in onvoldoende mate internationale erkenning vindt. Het was met verbazing dat de uitgevers een half jaar later, bij de officiële prijsuitreiking op de internationale Buchmesse in Frankfurt, moesten constateren hoe massaal en met welke lasterlijke aantijgingen juist in die dagen het werk van Fried werd aangevallen.
Dergelijke debatten rond gedichten van Fried hebben in de Bondsrepubliek een lange traditie en gaan terug tot 1966, het jaar waarin de gedichtenbundel und Vietnam und verscheen; een titel die Martin Walser lang voor de eerste grote Vietnam-demonstraties de “regel van de jaren zestig” noemde. (...) Het hoeft geen verwondering te wekken dat de gedichten van Erich Fried sedert 1966 - tot dan toe als teksten van een “duitstalige, in Londen woonachtige joodse schrijver” meer gerespecteerd dan in eigenlijke zin waargenomen - steeds opnieuw tot heftige politieke discussies hebben geleid, variërend van aanvallen vanuit zionistische kringen (vanwege het gedicht Hoor, Israel) via de met vervalste citaten werkende campagne in conservatieve kranten tot het verwijderen van gedichten uit schoolleesboeken door de Beierse minister van cultuur. Van de aanklacht door de Berlijnse hoofdcommissaris van politie (Fried, die overigens werd vrijgesproken, had het neerschieten van de student Georg von Rauch door een agent “preventieve moord” genoemd, en de uitdrukking “moord” veronderstelt volgens het juridisch begripsimperialisme een “laag” motief) tot en met een uitlating in het openbaar van de fractievoorzitter van de CDU in Bremen naar aanleiding van een in het onderwijs gebruikt gedicht (Die Anfrage) van de “zogenaamde schrijver Erich Fried”: “... zoiets zou ik liever verbrand zien, dat wil ik u wel heel duidelijk zeggen!”
Het is juist dit soort plompe en platte duidelijkheid waar de gedichten van Fried zich tegen verzetten. (...) Een juiste karakteristiek van werk en houding van Erich Fried gaf de Franse uitgever Christian Bourgois bij gelegenheid van de toekenning van de “Internationale Uitgeversprijs van de Zeven” in het Parijse Théâtre Jean-Louis Barrault. Zijn woorden dienen te worden aangehaald: “Sedert het begin van de jaren zestig heeft Erich Fried de politieke poëzie in Duitsland radicaal veranderd door zijn directe stellingname tegenover de realiteit. Hij maakte een einde aan een traditie van het Duitse gedicht als neutrale weergave van psychische landschappen en hernieuwde een andere door het dichterlijk “ik” weer in het politieke handgemeen te betrekken. Dit en zijn betrokkenheid met het lot van politieke gevangenen en slachtoffers van Berufsverbote kwam hem te staan op afwijzing door de conservatieve kritiek, processen en verdachtmakingen. Tot op de dag van vandaag is Fried een van de meest omstreden Duitse lyrische dichters. Onbetwist zijn echter zijn kwaliteiten als auteur: hij heeft het aforistische gedicht en het documentaire gedicht nieuwe wegen en nieuwe vormen gewezen, evenals de satire en het pamflet, het woordspel en de montage van het ontmaskerde citaat. Hij heeft het Duitse gedicht opnieuw verrijkt met schoonheid, bondigheid, politieke waardigheid en de kritische, solidaire twijfel. Met het toekennen van onze prijs willen wij de aandacht