De laatste zomer of niets
André Matthijsse
De lotgevallen van Sebastiaan Terts. Zo zou je, wat ironisch, de inhoud van het laatstverschenen boek van Willem van Toorn kunnen aanduiden. Een mooi regeltje om boven een artikel over dat boek te plaatsen. De beschreven gebeurtenissen neutraliserend. De korte roman zelf moet dan een meer geladen titel hebben, symbolischer. Een teruggedraaide film. Of De laatste zomer. Maar dit alles gaat bij Willem van Toorn mooi niet op. Hij ironiseert zelf wel en noemt zijn roman dan ook: De lotgevallen van Sebastiaan Terts. Een titel die uiteindelijk symbolisch en geladen genoeg is en tegelijkertijd toch die diepte ironiserend. Een mij sympatiek trekje.
Het is al weer even geleden dat ik deze roman heb gelezen. Hij heeft een plezierige indruk achtergelaten, de sfeer is me bijgebleven. Dat pleit voor de kwaliteit van de roman. Wat die lotgevallen nu precies inhouden, doet er voor mij op dit moment ook niet zoveel toe. Ik wil de roman best herlezen, geen feitelijkheden terugzoeken en dat laatste zou nodig zijn om over die lotgevallen te schrijven. Liever dan dat schrijf ik over die teruggedraaide film over de sfeer van een laatste zomer.
Sebastiaan Terts is ook maar een pseudoniem. Erik Leeman is de naam van de hoofdpersoon van deze roman. Hij is journalist, daarnaast dichter, veertiger, getrouwd, dochtertje, woont in Amsterdam; zo'n jongen die vast zit in een wereldje, die meemoet. Daar gaat deze roman niet over. De roman gaat ook niet over de Erik Leeman die zich een tijdje terugtrekt in het zomerhuis van zijn vriend Sietse, in een dorpje op het platteland, om aan een opdracht te werken, waarvan het maar niet komen wil. Zelfs niet over de Erik Leeman die deze reden gebruikt om even weg te vluchten uit zijn omgeving en om een oplossing te zoeken voor zijn problemen; al komt dit al dicht bij het werkelijke thema van de roman.
Het thema van deze roman is de problematiek van Sebastiaan Terts, de dichtende Erik Leeman dus, misschien de echte Erik Leeman. Er is dus van een dubbelleven sprake. Klopt, want Erik houdt weliswaar van zijn vrouw, maar hij houdt ook van zijn jeugdvriendin die weer is opgedoken. En in dat zomerhuisje is hij met haar voor het eerst naar bed geweest; in het zomerhuisje wordt hij door beide vrouwen opgezocht. Het zomerhuisje, het plattelandsdorp als decor van een crisis. ‘Ik wil een jongetje terug dat dood is’, zegt Erik. Erik bedoelt dat hij Sebastiaan wil zijn. Sebastiaan is de Erik die Erik zijn wil. In het dorp is Erik Leeman Sebastiaan Terts. Het verblijf is een vuurproef voor Eriks karakter.
Neventhema's die, met opzet, dood lopen. De naam Terts roept in het dorp reminiscenties aan de oorlogsjaren op, en er gebeurt tijdens Eriks verblijf natuurlijk iets, dat daarmee verband houdt. De dichter Terts raakt bevriend met het meisje van de bibliotheek, en die relatie is natuurlijk ook niet de minst gecompliceerde. Neventhema's die duidelijk maken dat vluchten geen zin heeft. Overal zijn passende sociale keurslijven. Opnieuw beginnen heeft geen zin, opnieuw beginnen betekent je anders passen. Erik Leeman zit op dood spoor en daar helpt geen moedertje lief aan. Althans niet zolang je je iets van die keurslijven aantrekt; en dat doen zowel Erik als Sebastiaan. De crisis bloedt dan ook op platvloerse wijze dood: Erik terug in het Amsterdamse tuintje, barbecue en drank met de buurtjes en niet vergeten morgen vader te bellen.
Dat is alles heel herkenbaar, en meer heeft Willem van Toorn ook niet te zeggen. Van Toorn tekent, zoals dat in de schilderkunst heet, naar het leven; warm, doorleefd. Essentieel daarbij is, dat niet Erik Leeman centraal staat, maar Sebastiaan Terts. Het lijkt me daarom niet juist om, zoals ik gelezen heb, Willem van Toorn te verwijten dat hij zo weinig aan karaktertekening doet. Sebastiaan Terts is immers geen karakter, hij staat voor een levensgevoel. Niet de lotgevallen van de persoon Erik Leeman worden beschreven, maar die van zijn gevoelsleven. En dat komt neer op een plotseling optrillen van een onbestemd verlangen je leven anders te willen leven. Je wilt maar je kunt niet, de dingen gebeuren; je zit in de bioscoop naar de film van je eigen leven te kijken. Echt ingrijpen kun je niet. Dat klinkt ontmoedigend; maar daarom zijn er ook zoveel bioscopen.
Of een roman, waarin je kunt lezen hoe het iemand ook alweer niet lukt. Even, voor de laatste keer, wordt de film teruggedraaid. In de hoop hem ergens te kunnen stopzetten, te corrigeren, een ander verloop te laten nemen. Onzin natuurlijk. De zomerse trilling is voorbij. Morgen bellen we de vaders weer op. Als vanouds.
Jammer voor Erik, maar ik denk dat het eigenlijk voor Sebastiaan niks uitmaakt. Veel leven om niets, zomaar lotgevallen; heel verstandig vind ik dat. Plezierig om te lezen. Maar onderwijl word je wel met je neus op de feiten gedrukt.
Willem van Toorn: ‘De lotgevallen van Sebastiaan Terts’. Querido, 128 blz. Prijs f 18,90.