Brief aan Bert uit Welldoon
De boer, die hier zijn koeien laat grazen en op het huis past, klaagde. Het was sinds mensenheugenis, alles duurt hier lang in Ierland, nog nooit zo droog geweest en het gras zo slecht. En inderdaad, na drie dagen de put droog en wij zonder water. We moesten aan Formentera denken.
Maar wat daar niet kan, kan hier. We hebben heel zachtjes (en heel voorzichtig) de ‘little people’ om regen gevraagd. Dat hebben we geweten. Het regent nu, en het regent op z'n Iers. Met bakken komt het de lucht uit. De hele wereld is schoon gewassen, alles is weer groen, en de put is vol. Toen kwam de postbode, door een regengordijn, we konden de overkant van 't meer niet zien, op Formentera zou de Phedra verdwenen zijn, en bracht een dringende, wat zeg ik, een dwingende brief uit Amsterdam: Phil Muysson moest vóór 1 augustus mijn bijdrage hebben voor jouw BZZLLETIN-nummer. En dat had ik nu juist zo mooi verdrongen: telkens uitgesteld, met vakantie gegaan en geprobeerd te vergeten. Niet zonder reden: wanneer je een relatie hebt zoals wij, jarenlange vriendschap en vanaf '45 een schrijver / uitgever verhouding, dan is het opschrijven daarvan al nauwelijks te doen, maar het wordt nog onmogelijkher wanneer dat, omdat je dit jaar zestig werd, daarenboven voor publikatie geschreven moet worden. Van die zestig kennen we elkaar meer dan de helft, en goed ook. En persoonlijk.
Daarover zou ik je best eens willen schrijven. Maar dan niet zo. Want ik zou niet om Margreetje heen kunnen. Toch vind ik dat haar naam in dit eigen Schierbeeknummer niet gemist mag worden. Hij staat er dan ook nu. Daarenboven: een paar van de indrukwekkendste in memoriam gedichten die er ooit in de Nederlandse taal zijn geschreven, zijn door jou aan haar gewijd. Ik bedoel maar.
Moet ik je dan hier en nu laten weten wat ik van de schrijver Schierbeek vind? Of van Neerlands kritiese klimaat waarin je 60 moet worden om de aandacht te krijgen die je 25 jaar geleden al had behoren te hebben? Wat dat betreft moet het voor jou een enorme stimulans zijn dat juist in dit jaar die omvangrijke verzamelbundel Shapes of the Voice van je in de Verenigde Staten is verschenen. Maar heb jij er in Neerlands literaire kolommen iets over gelezen? Nee, de stimulans voor jou hier aan 't thuisfront kwam en komt nog steeds van de jongeren. Ik herinner me nog die literaire avonden die we als Bij met een groepje auteurs gaven in de Vijftiger jaren in de provincie. Lucebert was er o.a. bij en Remco en jij. Dáár ben je toen ontdekt.
25 juli 1978
En wat je trouwens voor De Bij hebt betekend mag ook wel eens gezegd worden: jij bent van essentiële betekenis geweest, en soms nog, voor de fondsopbouw van deze uitgever. Niet zozeer door het publiceren van je eigen werk, daarin had De Bij een even essentiële funktie voor jou, maar door je nooit aflatende kritiek op het uitgavebeleid van je vrienden (Wim Schouten was er toen ook nog) uitgevers die in hun commerciële dadendrang de literatuurpuur wel eens even uit het oog verloren (maar wat moesten we, financieel waren we in die dagen nog zéér povertjes gestruktureerd, meneer).
Je belangrijkste betekenis voor De Bij was echter je ongelooflijke trouw aan die coöperatieve uitgeverij waarin jij je funktie zo zag dat je je, o.a. als redakteur, steeds weer inzette voor de nieuwe ontwikkelingen in de literatuur, en dan ook de mensen naar De Bij bracht. Laat ik maar geen namen noemen, maar je hebt ze rechtstreeks het fonds binnengeloodst. En zo werd jij zestig en kunnen wij beginnen met het uitgeven van de Verzamelde Schierbeek. En daar ben ik dan weer trots op. En nu is het tijd om de fles te schudden.
Wat dat betekent zal ik je nog even uitleggen. De Ierse boer, zie boven, beweert dat in de Jameson kwade sappen zitten die zich in de hals van de fles ophopen. Daarom schudt hij altijd de whisky vóór hij ze in een 1/2 pint's glas (puur) uitschenkt.
Zou je dat niet doen, zegt hij uit ervaring, dan zou degene die het eerste glas nuttigt ook zijn laatste glas gedronken hebben. En daar moeten we voor blijven oppassen, Bert.
Geert