Engelse kroniek
James Brockway
Korte kroniek voor het eind van het seizoen vóór het eind van het seizoen geschreven. (This language is killing me). Ik ben op reis (on the road) in Engeland en bezig met andere zaken dan lezen, maar ik lees toch in een boek: de jongste Maureen Duffy roman Housespy, dat eind maart is verschenen, en terwijl ik er in lees (met enige moeite, omdat Maureen, waarschijnlijk om te laten zien, dat wat mannen aankunnen vrouwen óók aankunnen, nu een soort detectiveroman geschreven heeft, of een spion-roman. Deze genres zijn niets voor mij en als ik het ene soort niet van het andere goed weet te onderscheiden.... who cares anyway?). Terwijl ik dus met haar detective Scully (heel erg mannelijk, deze Scully!) bezig ben, arriveert een cadeau van haar makker, medeschrijfster en medevoorvechter (vechtster?) voor Leenrecht voor Auteurs, Brigid Brophy. En nu lees ik de twee romans een beetje door elkaar, want Brigids cadeau is háár jongste roman, Palace without Chairs (‘a baroque novel’).
Ook de jongste roman van Brophy is ‘anders’. Kijk maar eens naar de allereerste zin: ‘His Royal and Religious Highness Crown Prince Ulrich of Evarchia returned to the Winter Palace unrepentant.’ Evarchia zal zeker een soort Matriarchia zijn, als ik me niet vergis, en de roman zal volslagen ‘Brophiaan’ zijn - een spel van heel knappe, soms voor de ‘gewone’ lezer al té knappe ideeën, welk spel gepaard zal gaan met een even knap, soms even moeilijk spel met woorden.
Ik herinner me dat B.B. toen ik een paar jaar geleden bij haar was (Maureen Duffy kwam ook even langs, tijdens het gesprek) het overduidelijk maakte, dat zij het niet met Iris Murdoch (die zij kent en waardeert... ‘maar iemand waarderen hoeft niet perse te betekenen, dat je ook haar romans waardeert’) eens was, wat de levensvatbaarheid van de 19e eeuwse roman betreft. Brophy vond, dat de roman nieuwe wegen moet vinden, als wij willen, dat deze kunstvorm ons tijdperk overleeft. (Hevige instemming van de kant van M.D.) Murdoch, aan de andere kant, is van mening dat de mogelijkheden van de vorm, die de roman, vooral in Engeland, Frankrijk en Rusland, tijdens de vorige eeuw heeft aangenomen, lang niet zijn uitgeput.
Om het lezen van M.D. en B.B. nog gecompliceerder te maken, keek ik gisteravond naar een televisieuitzending in een reeks, die ‘Men of Ideas’ heet en waarin de ‘man of ideas’ deze keer niemand anders dan Iris Murdoch was. Zij sprak met iemand (een man, leek me) niet alleen in haar rol van romanschrijfster maar ook als filosofe, en het onderwerp heette dan ook ‘Philosophy and Literature’.
In dit gesprek zei Murdoch niet alleen, dat de 19e eeuwse vorm van de roman nog mogelijkheden had, maar ook de romanschrijvers van de vorige eeuw ‘natuurlijk veel beter dan wij zijn’. Nu, Dickens, Thackeray, George Eliot, Hardy, Conrad.... en Tolstoi, Dostojewski, Flaubert, Hugo.... om alleen maar een paar reuzen te noemen.... Murdoch zal toch gelijk hebben. En wat Murdoch als romanschrijfster betreft, in de zomer (men hoopt, in mei, of juni) zal haar 19e roman, The Sea, The Sea bij Chatto & Windus verschijnen. Dan zal een ieder die de kans hebben, alle drie hier genoemde romans naast elkaar te leggen, en de eigen conclusies te trekken.
Een geval niet van ‘Men of Ideas’ maar van ‘Woman of/and Ideas’. Alle drie de schrijfsters zal ik binnenkort ontmoeten, als de weg naar Londen en Oxford leidt.
Inmiddels is Naipaul (V.S. en niet zijn jongere broer, die ook schrijver is, dat wil zeggen, Shiva Naipaul)bezig met zijn volgende boek. Een roman. Hij belde me op en bleef heel lang aan de lijn, want het is een man met veel enthousiasme en alweer iemand boordevol ideeën. Ook met zeer veel kritiek, zoals de lezer van zijn laatste boek over zijn tweede bezoek aan India (India-A Wounded Civilization), land van zijn voorvaderen, zal weten. Met kritiek, ja. Maar au fond een milde man, die zich zeer voor anderen interesseert, zijn broer, Shiva, en zijn carrière als schrijver, incluis. Shiva, vertelde hij me, was momenteel in Afrika, waarover V.S. zo indringend en beklemmend geschreven heeft (zie vooral A Free State, een roman die, zo vertelde me Naipaul, op toestanden in Oeganda, Kenia en Ruanda werd gebaseerd).
Amusant, vond ik het, dat V.S. zijn jongere broer van advies als schrijver wilde dienen. Hij wilde, dat diens belangstelling veel wijder werd. Niet verbazend, echter, als men denkt hoe breed de belangstelling van V.S. Naipaul zelf is, zowel in zijn ‘reisboeken’ als in zijn romans.
Naipaul is ook origineel - zeker in onze tijd, want in zijn uitstekende boeken over India, geen vaderland van hemzelf en toch het land van zijn voorouders en daarom een land, dat hem geen rust gunt, ook een land, dat voor hem zowel vertrouwd als vreemd is, aarzelt hij niet tegen de draad en de mode te denken. Hij heeft, bij voorbeeld, geen hoge dunk van de invloed op India van de heilige Gandhi en schrijft met een bijtende afkeer over de hippies en anderen uit het Westen, die met de hulp van goeroe's zo graag willen gaan mediteren.
Niet meditatie, maar hersenarbeid, is wat India dringend nodig heeft, om uit de misère en de achterlijkheid te komen, volgens hem.
Het is mijn doel de laatste jaren geweest, steeds nadruk op de belangrijkste funkties van de fictie te leggen, van de roman en het korte verhaal, vormen die de verbeelding in werking stellen, die eisen, dat de lezer met zijn eigen verbeeldingsvermogen (hoe klein dit in sommige gevallen ook zijn mag) meewerkt. Maar een nonfiction boek als India - A Wounded Civilization is even boeiend als een roman. Misschien omdat het door een van onze allerbegaafdste en sympathiekste romanschrijvers geschreven is, een man, van oorsprong Hindostaans, die naar ons uit het Caribisch gebied, uit Trinidad, is gekomen, om vaak over het Oosten en over Afrika te schrijven. Vol kritiek, maar ook vol verstand, en met dat al, heel humaan.