Ik vind kinderen zielige wezens, die afhankelijk zijn van het grote tuig dat volwassenen heet
Josine van den Berg i.g.m. Dolf Verroen
Dolf Verroen schrijft al jaren kinderboeken. Ook schrijft hij al jaren over kinderboeken in BZZLLETIN. Met het verschijnen van zijn boek Allemaal de boom in komt het kind van nu om de hoek kijken, en die lijn wordt nog duidelijker voortgezet met De kat in de gordijnen dat deze maand bij Leopold verschijnt.
Dolf Verroen schrijft over aktuele onderwerpen als doodgaan, seksualiteit, vechten, een ander rollenpatroon in de vorm van een vader die bang is, i.p.v. een moeder. Over al deze zaken praat Josine van den Berg met hem.
‘Ik vind kinderen zielige wezens, die afhankelijk zijn van het grote tuig dat volwassenen heet’.
Je bent begonnen met romans, daarna kinderboeken en nu boeken voor kleine kinderen?
Ik ben zeker veranderd door het schrijven voor kleine kinderen. Schrijven betekent voor mij allerlei lagen in mezelf afpellen tot er bepaalde wezenlijke waarden bovenkomen. Ik denk dat ik voor kinderen zo schrijf, omdat die dingen me vroeger bezighielden. Bovendien heb ik sterk het gevoel dat ik van binnen nog precies dezelfde ben als het kind dat ik vroeger was. Er is niets wezenlijks veranderd, ik schrijf vanuit mezelf.
Je schrijft over aktuele onderwerpen die nogal opvallen. In je nieuwe boek staat b.v. een verhaaltje over een kinderlokker. Doe je dat bewust?
Het zijn dingen die me bezighouden. Ik wilde eens in een drukke straat een kind overzetten; dan kijkt zo'n kind je aan of je een kinderlokker bent, schrikt van toenadering.
Omdat het volwassenen èn kinderen bezighoudt, geloof ik dat je erover moet schrijven. Ouders praten er verkeerd over, durven nooit te zeggen waar het nou echt om gaat. Daarom tekenen ze een kinderlokker af zoals hij niet is. Het is een gevaarlijk onderwerp, terwijl ik schrijf voel ik me daar geremd over. Ik probeer de essentie te benaderen, althans een weg naar die essentie toe.
Hoe vallen dit soort onderwerpen op scholen?
Al deze onderwerpen zijn moeilijk. Als ik met mijn verhaaltjes op een keurige nette school kom, voel ik me eng, verstoten uit zo'n groep. Ik zie dan aan de mensen dat ze me niet zo'n leuk mens vinden, omdat ik niet mee wil doen. Soms mag een verhaalt je waar b.v. iets van seksualiteit in voor komt, niet voorgelezen worden.
Wat beoog je nou met je boeken?
Dat er geen wezenlijk verschil is tussen kinderen en volwassenen. Ik vind kinderen zielige wezens die afhankelijk zijn van het grote tuig dat volwassenen heet. Uit op eigen normen en waarden. Ik trek altijd partij voor kinderen, dat hoop ik tenminste.
Waaraan ontleen je 't, dat je voor de jongste kinderen schrijft?
Ik zal wel infantiel zijn, gefixeerd op een bepaalde leeftijdsgroep. Het heeft met mijn eigen jeugd te maken, dat is goed om te weten want schrijven is een bewustwordingsproces. Ik wil graag een behoorlijk mens worden en daar hoort het schrijven bij. Daardoor heb ik mijn eigen persoonlijkheid kunnen aksepteren: een tikkeltje agressief van huis uit. Een soort mengeling van al te grote vriendelijkheid en al te grote onverdraagzaamheid. Wat me in mijn karakter hindert is, dat ik erg konformistisch ben.
Welke redenen heb je om juist over onderwerpen als dood, rollenpatronen, angst enz. te schrijven?
Het heeft te maken met hoe ik me als mens manifesteer. Ik schrijf over dingen die kinderen meemaken; wat hun ziel treft. Ik vraag me wel af, of ik ze kan bezien, waar blijf ik anders. Daar heb ik jaren aan getwijfeld.
Ben je wel eens bang dat je alles al gezegd hebt, dat er niets nieuws meer komt?
Nee, ik heb het gevoel dat ik mijn beste boeken nog moet schrijven. Dat ik dat juist aan het afpellen ben. Maar ik ben wel eens bang - elke dag dat ik ouder wordt, wordt de afstand tot kinderen groter - dat er een dag komt dat ik ze niet meer aanspreek. En dat ik dan niet alles gezegd heb wat ik zeggen wil. Nou, dan hou ik op.
Jouw verhalen hebben een open einde; sommige mensen zullen zeggen dat jonge kinderen zekerheden nodig hebben.
Zelf heb ik geen pasklare oplossingen, dus voor een ander ook niet.
Ouders voeden hun kind vaak op tot een nette kantoorbediende of huisvrouw, maar niet tot een