Bzzlletin. Jaargang 6
(1977-1978)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 84]
| |
John Cowper Powys
| |
[pagina 85]
| |
de rest van zijn leven is gebleven. Al deze feiten staan in de autobiografie, maar zijn slechts het chronologisch geraamte dat Powys gebruikt om zich zelf tot in de finesses te beschrijven. De negatieve kanten van zijn karakter belicht Powys, zoals hij zelf ook zegt, op een bijna overdreven manier. Zo wijdt hij uit over zijn (betrekkelijk onschuldige?) machtswellust, die in zijn jeugd vooral tot uiting kwam tegenover zijn jongere broers. Ook heeft hij het nog al eens over zijn sadisme, dat hij echter slechts tweemaal in zijn leven daadwerkelijk practiseerde: één keer doodde hij wormen en één keer goot hij kokend water over een paar torren. Toch beschouwt Powys zijn sadisme als een van zijn voornaamste ondeugden. Hij stelt zich zelf waarschijnlijk slechter en ook als een grotere dwaas voor dan hij in werkelijkheid was. In een van zijn karakteristieke exuberante passages zegt hij het volgende naar aanleiding van zijn fysiek en atletisch onvermogen op school: ‘I got it thoroughly lodged in my brain that I was an awkward fool, a clumsy fool, a blundering fool, a cowardly fool, an idiotie fool, an impossible fool, a pitiful fool, a graceless fool, a windy fool, a complete fool, an untidy fool, a master fool, an absentminded fool, a vicious, sneaking, ungainly fool, a greedy-gut fool, an ugly-mug fool, a nondescript fool, a mad fool, an inexplicable fool.’ (pag. 95; ik heb me maar niet aan een vertaling gewaagd). Uitgebreider dan al zijn andere ondeugden beschrijft Powys wat hij ziet als de slechtste trek van zijn karakter: zijn neiging tot voyeurisme. Powys voelde zich sterk aangetrokken tot het sylfide type vrouw, de slanke nimf à la Nabokovs Lolita; hij gaf de voorkeur aan Undine boven Thais. Niet dat hij deze meisjes begeerde (hij had in wezen een afkeer van sexualiteit), maar het was voor hem een erotisch genot ze te bekijken en in hun aanwezigheid te zijn. In Brighton bracht hij heel wat tijd door op het strand: ‘Wellust en begeerte hadden absoluut niets te maken met mijn gevoelens voor deze lieve meisjes; mijn houding ten opzichte van hen was ideëel. Het was de verering van het eeuwig vrouwelijke in de enige vorm waarin ik het kon vereren waarbij mijn manieën geen enkele rol speelden. Langzamerhand werd het mij duidelijk, dat als ik mijn onpersoonlijke lust wilde bevredigen, het geen zin had naar smerige slaapkamers te gaan met die meisjes, voor wie ik slechts een romantische tederheid koesterde. Ik besloot al gauw dat het verstandiger was buiten te blijven en toe te geven aan mijn obsessie: te staren naar wat ik beschouwde als begeerlijke vormen, voor- of achterover liggend op de stenen van het strand.’ (pag. 242) In Amerika, bekent Powys, wordt hij bijzonder aangetrokken door de ‘Peep-shows’: een munt in de automaat en de toeschouwer mag zich enkele ogenblikken verlustigen in het kijken naar wat vrouwelijk naakt. Zijn negatieve kanten beschrijft Powys uitgebreid, zonder iets te verbloemen of te verzwijgen. Romantechnisch gesproken is dit een juiste zet, want hiermee schept hij een duidelijk contrast met de positieve kant van zijn karakter, die nauw verbonden is met de in de loop van zijn leven gecreeerde levensillusie. Dat de ‘Autobiography’ zo geslaagd is is onder meer te danken aan het juiste evenwicht dat Powys heeft gevonden tussen de beschrijving van zijn negatieve karaktereigenschappen en zijn positieve levensfilosofie. Op verschillende plaatsen in zijn ‘Autobiography’ gaat Powys te keer tegen de psycho-analytische theorieën van Freud, die in zijn tijd al tot dogma's waren verheven: ‘Mijn eigen mening over dit pathologisch getheoretiseer dat door Freud is begonnen - mijn eigen sympathieën zijn zeer ten gunste van Jung - is dat onze huidige psychoanalytische dogma's volstrekt tekort schieten, wanneer ze worden betrokken op iemand als ik, die zowel een abnormaal sterke verbeelding als een abnormaal krachtige wil bezit. Ik ben het oneens met deze hele moderne tendens de wil en de verbeelding te bagatelliseren ten gunste van het jezelf maar laten gaan. Mijn theorie is dat we met het verstand het irrationele bereiken, met de wil ons karakter veranderen en met de verbeelding de wereld herscheppen!’ (pag. 275) Of men het eens is of niet met deze opvattingen van Powys (en ik geloof dat ze ook voor deze tijd zeer relevant zijn), hij geeft hier in elk geval een belangrijke karakterisering van zich zelf: een sterke wil en een enorm verbeeldingsvermogen. Door de schrijver Priestley, die de inleiding heeft geschreven bij de tweede druk van de ‘Autobiography’, is Powys ingedeeld bij het zogenaamde ‘introverte gevoelstype’, één van de psychologische typen die door Jung worden onderscheiden. Priestley citeert Jung: ‘Vooral vervreemdt zijn ontwikkeling hem van de realiteit van het object en geeft hem over aan zijn subjectieve waarnemingen die zijn bewustzijn richten in overeenstemming met een archaïsche realiteit, hoewel zijn gebrek aan vergelijkend oordeelsvermogen hem volstrekt onbewust laat van dit feit. Eigenlijk beweegt hij zich in een mythologische wereld, waarin mensen, dieren, spoorwegen, huizen, rivieren en bergen gedeeltelijk als welwillende goden en gedeeltelijk als kwaadaardige duivels verschijnen’. Subjectieve waarnemingen die een archaïsche, mythologische wereld creëren, vol goden en duivels: dit is precies van toepassing op John Cowper Powys. Powys legt overal in zijn boek sterk de nadruk op de kracht van de verbeelding, met behulp waarvan het individu in staat is zijn eigen universum te scheppen, niet volledig onafhankelijk van de ‘objektieve realiteit’, maar wel onafhankelijk van wat anderen over deze realiteit denken. De wereld die Powys voor zich zelf creëert is animistisch, d.w.z. hij gelooft dat alle dode dingen bezield zijn, dat alle anorganische stof ‘het organisch lichaam van een of ander levend wezen is’. Dit is in feite de basis van zijn persoonlijke mythologie. Deze mythologie stelt hem in staat te genieten van alles wat het leven biedt. Powys was in wezen een buitengewoon gelukkig mens (iets heel zeldzaams bij een schrijver van zijn statuur). Ondanks het feit dat hij zijn leven lang geplaagd werd door afschuwelijke maagzweren (waarvoor hij verschillende keren is geopereerd), verstond hij de kunst, ongetwijfeld ook dank zij zijn krachtige wil, in extase te geraken bij wat hij noemt ‘de duizenden essen- | |
[pagina 86]
| |
ties van het leven’: de ledematen van lieflijke vrouwen, de flanken van fraaie heuvels, het mos op marmeren rotsen, heldere watervallen, pas geploegde akkers, zwarte kraaien in de voren, stof boven oude wegen, de glans van stenen op het strand, muziek van oude balladen, de smaak van vers brood, het gevoel van het mysterie van de dingen wanneer je peinst boven je kopje thee. Hij voelt een soort geheimzinnige band, een identiteit, tussen zich zelf en al deze schijnbaar kleine, maar essentiële dingen. Alles in de natuur wordt een deel van zijn eigen ziel. Powys verzet zich tegen de verworvenheden van de moderne technologie. De huidige beschaving is naar zijn idee strikt eenzijdig en laat de mens geen ruimte voor contact met het verleden, met de natuur, met zijn eigen innerlijk, maakt het hem, kortom, onmogelijk zijn eigen mythologische wereld te scheppen. Powys stelt zich zelf voor als een clown en een eccentriekeling, maar als zulk een wijze en onafhankelijke clown, dat al zijn eccentrieke daden eerder versterken dan verzwakken wat hij beweert. Zijn inzicht in zich zelf is buitengewoon groot, maar niet minder scherp weet hij zijn vrienden en familieleden te beschrijven. Ook wat hij zegt over Amerika en de Amerikanen getuigt van een uitstekend waarnemingsvermogen en een grote originaliteit; alleen hierom al zou het de moeite waard zijn zijn boek te lezen. John Cowper Powys heeft met zijn ‘Autobiography’ een heel bijzonder werk gecreëerd dat door zijn nadruk niet op de biografische details en de objectieve wereld, maar op het innerlijk leven een tijdloos document is geworden, dat als literair werk een vaste plaats verdient in de wereldliteratuur. John Cowper Powys
|
|