Michel Leiris' merkwaardige ego-dokument
Martin Ros
De in 1901 geboren Michel Leiris is schrijver en ethnograaf. Hij heeft deelgenomen aan de surrealistische beweging maar brak daarmee in 1929. Hij nam in het begin van de dertiger jaren deel aan expeditites in Afrika en heeft verscheidene functies bekleed in het Parijse Musée d'homme. In 1930 al begon hij aan zijn autobiografie, die in 1939 werd gepubliceerd als L'âge d'homme, preaedé de de la littérature considerée comme une tauromaohie. Deze eerste beknopte balans van zijn leven wordt in zowel structureel als stilistisch sterk gewijzigde vorm voortgezet in La règle du Jeu, verzameltitel voor Biffures (1948), Fourbis (1955), Fibrilles (1966) en Frêle bruit (1976. Van L'âge d'homme verschijnt dit najaar een Nederlandse vertaling van Kees Jongeburger in Privé-Domein. Jongeburger heeft in Maatstaf, juli 1977 een uitvoerig essay over Leiris en zijn werk gepubliceerd. Hetzelfde deden Ieme van der Poel (NRC Handelsblad, 6 juni 1977) en Rein Bloem (Boekenbijlage Vrij Nederland, 29 mei 1976). Veel informatie verschaft ook het speciale Leirisnummer van Le Monde des livres van 30 januari 1976 onder de titel Michel Leiris, poète de l'autobiographie. Er zijn ook al diverse boeken over Leiris' werk verschenen zoals van Philip Lejeune, M. Nadeau, P. Chappuis, J. Mehlman en R. Brechon, waarvan vooral het laatste boek - L'âge d'homme de Uiahei Leiris - een voortreffelijke toelichting geeft op Leiris' zeer eigenzinnige uitgangspunten tot wat wel een van de merkwaardigste éen der meest originele ego-documenten uit de moderne literatuur kan worden genoemd.
Michel Leiris door Pablo Picasso/1963