Lou Andreas-Salome Terugblik op Mijn leven
Ruwe schets van enkele persoonlijke ervaringen.
Martin Ros
De in 1937 op 76-jarige leeftijd overleden Lou Andreas-Salomé is vooral na de publicatie van de door Ernst Pfeiffer bezorgde herinneringen in 1951 en twee recente biografieën - van H.F. Peters, in vertaling verschenen bij Lemniscaat, en van François Guéry bij Calmann-Lévy - weer sterk in de belangstelling gekomen. Dat hangt natuurlijk ook samen met de nog altijd heersende communis opinio, dat ze een fameuze verslindster was van beroemde mannen. Aan haar liefdeleven zijn immers de namen verbonden van Rainer Maria Rilke, van Paul Ree, van Friedrich Nietzsche. Lou Andreas-Salomé zou volgens Freud ‘het oceanische levens- en liefdesgevoel bezeten hebben’. Haar liefdespartners blikten op hun relatie terug met een gevoel van huiverende verbazing. Haar omarming was meeslepend, elementair, archaïsch. Een van haar minnaars, een gentleman uit de oude school, verklaarde aan biograaf H.F. Peters, dat ze met een stralende uitdrukking in haar blauwe ogen placht te verzekeren: ‘Het hoogste lustgevoel is voor mij het ontvangen van het zaad.’ Ze was zo hartstochtelijk dat ze liefdesbrieven om haar verlangen te stillen opat. En het merkwaardige is, dat haar eerste boek, dat verscheen toen ze nauwelijks twintig was - Im Kampf mit Gott - geheel doortrokken is van vroomheid en nog merkwaardiger is, dat ze haar man, de oriëntalist F.C. Andreas, met wie ze in 1887 trouwde, het grootste deel van het huwelijk niet toestond haar aan te raken, waardoor hij haar zelfs eenmaal in de slaap verkrachtte. ‘Ze heeft,’ schreef Nietzsche aan Peter Gast, ‘de scherpzinnigheid van een arend, de moed van een leeuw en desalniettemin is ze een vrouwelijk wezen. Het is verbazingwekkend, hoe volkomen zij is ingesteld op mijn wijze van denken en zien.’ Nietzsche was zevenendertig toen hij Lou ontmoette. Zij was 21. Ze was de dochter van een
Russische generaal en had haar jeugd doorgebracht in St. Petersburg. Ze had filosofie en godsdienstgeschiedenis in Zürich gestudeerd. Het gerucht over haar harstochtelijke ongenaakbaarheid ging haar vooruit. Nietzsche werd verliefd op haar en vroeg haar tweemaal ten huwelijk. Lou weigerde maar het staat vast dat ook Nietzsche's vriend Paul Ree en zijn zuster Elisabeth een rol hebben gespeeld in het mislukken van wat aanvankelijk als een koppeling was opgezet. De Zweedse psychiater Poul Bjerre zou eens gezegd hebben: ‘Lou begint een gepassioneerde verhouding met een man, en negen maanden later baart de man een boek.’ Met Nietzsche is dat exact uitgekomen. In 1883, precies negen maanden na de definitieve breuk met Lou, publiceerde Nietzsche Also sprach Zarathustra. Hij heeft overigens ook in zijn laatste grote werk - de autobiografie Ecce homo, waarvan in de vertaling van Pé Hawinkels, ook een uitgave is verschenen in Privé-Domein - nog diverse toespelingen gedaan op de intense ervaringen met Lou Salomé, die hem droever en wijzer hadden gemaakt en in de eerste plaats geleerd nóóit meer zijn zweep te vergeten als hij naar de vrouwen ging, wat hij trouwens zelden genoeg deed.
Lou, die later ondermeer de vriendin van Rilke is geworden - en diens moederlijke minnares - en een leerlinge van Freud heeft in 1894 een kritisch maar onvooringenomen boek over Nietzsche gepubliceerd: Friedrich Nietzsche in seinen Werken. Naast dit boek blijven van haar hand nog leesbaar Die Erotik (1910), Henrik Ibsen Frauengestalten (1892), Rainer Maria Rilke (1928) en Mein Dank an Freud (1931).
Erland Josephson als F. Nietzsche in: ‘Jenseits von Gut und Böse’ van Liliana Cavani.
In 1977 maakte ook de film zich van de Nietzsche-Lou-relatie meester. Liliana Cavani, die ondermeer al met Nachtportier naam maakte als producente van veredelde kitsch, regiseerde