Bzzlletin. Jaargang 6
(1977-1978)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |
De ergste regering is die waarover je gedwongen wordt iets goeds te zeggen.
| |
[pagina 44]
| |
dan een wissel die wordt getrokken op de bescheiden waarnemingen van de zintuigen, de wereld gezien in het intellect en door het intellect is alleen maar een grillige schaduw die wordt geworpen door die waarnemingen, een weerschijn van onze fantasieën, het Indische maya, een carnaval van schijn, temidden waarvan men het principe van de causaliteit laat dansen als de bezem van de tovenaarsleerling, een reusachtige arabesk die men tekent, die men ontwerpt naar zijn luim het ingeeft. Het ontwerpen van zo'n arabesk kan een kunstwerk zijn, maar een wetenschappelijk werk is het niet. Hegel is dus noch een denker, noch een filosoof, zelfs geen sofist; al die frikken van de Duitse universiteiten mogen hem van mij hoogstens een kunstenaar noemen, als ze er tenminste aan toevoegen dat hij een kunstenaar is van het laagste allooi, en de op één na laagste van zijn soort; na hem komt alleen nog zijn leerling Rosenkranz. Schopenhauer met poedel; houbsnede van J.J. Ettling, 1888 in ‘Der Frankfurber Labern’ verschenen.
Ik: En de anderen?
Schopenhauer: De anderen bestaan niet.
Ik: Ik heb moeite u te volgen. Wat! een leer, de leer van Hegel staat op, nu al meer dan vijftig jaar, onder toejuichingen van een elite jeugd, want die benaming zult u zeker niet willen onthouden aan die sterke generatie die was afgedaald in de diepzinnigheden van Kant, die Fichte, Schelling en Jacobi had vergeleken, die het zwaard van Körner had bezongen en gehanteerd, die gevoelens, ideeën, het leven van Schiller en Goethe had doorleefd, doordacht en doorvoeld! Welnu, heel die bevoorrechte en krachtige generatie heeft het Hegelianisme beschouwd als een geweldig systeem: volgens sommigen een aanvechtbaar en zelfs verderfelijk systeem, volgens anderen vol glans en waarheid, maar volgens iedereen het werk van een genie, een leer van de eerste orde. Wat meer is, deze leer heeft niet alleen het zeldzame geluk gehad, Duitsland in één van zijn grootste intellectuele bloeiperioden aan zich te onderwerpen, zij is ook doorgedrongen in Frankrijk, Italië, Amerika en zelfs in Engeland; het Hegelianisme heeft meer of minder illustere vertegenwoordigers gehad in heel de beschaafde wereld, en dat meer dan veertig jaar lang, en dan zegt u: het is nooit iets geweest! U kunt zeggen, als u wilt, dat het op het ogenblik stervende is, of zelfs dat het al dood is en dat het niet verdiende te blijven leven! U kunt ook zeggen dat u het in een tweegevecht hebt gedood, maar u kunt niet ontkennen dat het heeft geleefd! Een pure hersenschim kan niet een halve eeuw lang de geesten en de volkeren van het ene eind van de wereld tot het andere in rep en roer brengen. Schopenhauer /Frankfurt 11 juni 1852
Schopenhauer: U bent nog jong, mijnheer, en u weet nog niet dat het met slechte filosofen net zo is gesteld als met slechte regeringen; men bejubelt ze juist óm hun gebreken. De ergste regering is die, waarover je gedwongen wordt iets goeds te zeggen. |
|