fieën van Souvarine, Adam Ulam e.a. Historische werkelijkheid is niet wat geweest is, maar de legende die over het verleden de ronde doet. Men moet daarom niet schrikken, wanneer twee biografieën over een en dezelfde persoon behalve de geboorte- en sterfdata niets met elkaar gemeen hebben.
3. Kan men over een onbeduidend persoon, een nul, een boeiende biografie schrijven?
Zeer zeker - dikwijls gemakkelijker dan over Napoleon. De waarde van een biografie hoeft niet evenredig te zijn aan de betekenis van de beschreven persoon, maar is alleen evenredig aan de betekenis van de biograaf. Uiteraard wordt het element van ‘legende’ wel iets groter, wanneer de biograaf erin slaagt van een luis een olifant te maken.
4. Wat maakt een biografie of autobiografie boeiend: de grote gebeurtenissen die erin worden opgerakeld, of de zogenaamde ‘kleine trekjes’?
Boeiend is de autobiografie van een schrijver volgens sommigen, ‘wanneer de lezer er veel van zichzelf in terugvindt’. Voor mijn gevoel is dit het ergste wat een rechtschapen mens kan overkomen. Het brengt immers het feit aan het licht dat die lezer nooit een ‘zelf’ heeft bezeten. Een boeiende biografie is geen opgewarmde erwtensoep van tien dagen geleden, maar de poging om een leven dat geleefd werd opnieuw te beleven. De ‘kleine trekjes’ spelen daarin een belangrijke rol. Zij zijn soms welsprekender dan veldslagen. Om zich daarvan te overtuigen leze men vooral de memoires van een vrouw over haar man (bijvoorbeeld die van Anna Grigorjevna Dostojevskaja over Dostojevski), of de herinneringen van secretaris Boelgakov over Tolstoj, of uiteraard de Herinneringen van Toergenjev, waarover ik in mijn nawoord zeg: ‘... Toergenjev heeft in zijn leven veel gezien. Daarbij ligt het geheim van zijn kunst in het geheim (zijn geheim) om het triviale om te zetten in het sublieme.’ Wel is het oppassen geblazen bij de toepassing van de kunstgreep der ‘kleine trekjes’. Er zijn verbijsterende kleinigheden en er zijn onbenulligheden. Wanneer André Gide in zijn Dagboeken noteert: ‘24 februari 19.. Vanochtend in bad geweest...’ kan de lezer drie dingen doen: hij kan uitroepen: ‘Ik ook!’ (de schok der herkenning); hij kan denken: ‘Goddank, ook de grote Gide nam wel eens een bad’; of hij kan het boek dichtslaan en voor oud papier verkopen. Wanneer ik de ‘Notities van een Leids Student’ over de herdenking van de ‘februari-ramp’ lees (A. Korthals Altes in NRC, 2 februari 1978), dan staat daarin niets over ‘torenhoge golven’ of ‘eindeloze watervlakken’, of ‘de woede der elementen’, maar de ontdekking van een verdronken kind
‘in goede conditie’ en dan: ‘... we legden het kind in de dinghie, bedekten het met een laken dat ik in 't huis vond. Waarom had ik dit gisteren niet meteen gedaan? Nu hadden vannacht de ratten de neus weggevreten.’ - Dit is een ‘verbijsterende kleinigheid’. Een paar dagen later herinnert de student zich: ‘We moeten het met wat boterhammen doen de hele dag.’ - Dit is de onbenulligheid van de kleinburger: het land onder water, duizenden doden, weggevreten neuzen - maar de hele dag lang niet eens een warme hap! Zoiets kan een citaat zijn uit ‘De levensherinneringen van een maag’.
5. Zijn brievenverzamelingen licht verteerbaar?
Zij zouden dat wel zijn, als er geen voetnoten bij waren. Nu verorbert men brievenboeken in de regel met het plezier, waarmee men een gebakken brasem eet: bij iedere hap een mondvol graten die je in het tandvlees prikken. Maar brievencollecties zonder voetnoten zijn al evenzeer onleesbaar: men begrijpt gewoon niet, waarover A zich zo opwindt, waarom B een gebroken hart heeft, wat C heeft bezield om zo te liegen. Brievencollecties zijn derhalve a priori onleesbaar, vandaar dat zij zo gretig worden verzameld en iedereen er zo gulzig in ‘vlooit’ - je kunt nooit weten: ergens ligt het pikante hapje.
6. Mag men in een autobiografie liegen?
Ja natuurlijk, graag zelfs. Anders hebben latere commentatoren immers niets meer om recht te zetten. Neem bijvoorbeeld het hoofdstuk ‘Brand op zee’ in Toergenjev's Herinneringen. Een klassiek voorbeeld van wat de Russen ‘vranjó’ noemen. ‘Vranjó’ is geen aperte leugen, maar ook de waarheid niet. Het is eerder ‘verdichtsel’ - het is de ‘waarheid’ opgediend als een hors d'oeuvre schotel van Dikker & Thijs, het is, zoals Toergenjev zelf over N. Gogol schrijft (misschien om zijn eigen geweten te sussen): ‘Hij weet dat hij liegt, maar gelooft in zijn leugens, het is iets als vervoering en ingeving, een scheppende geestdrift...’
7. Wat is het kenmerkende van dagboeken in de memoire - literatuur?
Het meest kenmerkende van de ‘dagboeken’ die bij miljoenen worden geschreven is dat zij verscheurd of verbrand worden - hetgeen dikwijls meer werk is dan het schrijven ervan. Iemand die jarenlang een dagboek heeft bijgehouden en daarin later eens terugbladert, wordt bijna altijd misselijk. Goede raad: geef nooit je dagboeken uit, zolang je nog leeft, of nog leven wilt.
8. En wat is typisch voor ‘memoires’?
Dit ligt voor de hand: typisch voor memoires is dat zij de ene lezer bevallen en de andere lezer lastig vallen. De memoireschrijver leeft in de illusie dat hij denkt dat hij zich herinnert. Maar in de regel bedenkt hij meer dan dat hij zich herinnert. Het verdient de voorkeur, wanneer een schrijver in zijn memoires lief en vriendelijk doet tegen iedereen. Het venijn kan hij bewaren voor de inleiding of zijn nawoord.
9. Is het juist om in publikaties van brieven of memoires bepaalde passages die op nog levende personen slaan weg te laten?
Nee, het omgekeerde is dikwijls eerder toe te juichen: alleen die passages, die nu met (...) worden aangegeven publiceren en de rest schrappen. Het pittigste genot bij het lezen van brieven leveren immers die passages, waarin de schrijver een ander aftuigt en de grond in boort. De autobiograaf die zijn pen laat stokken bij de overweging: ‘Zou ik het wel aan het papier toevertrouwen, dat ik toen en toen met die en die in een bordeel ben geweest?’ verdient het niet dat hij als kind heeft leren lezen en schrijven. Zelfcensuur is voor de biograaf alleen aan te bevelen, wanneer hij er zich op betrapt dat hij de persoon die hij beschrijft