Het is alleszins mogelijk de vraag of Grass een nieuwe Zauberberg heeft geschreven positief te beantwoorden; hoe mank de vergelijking ook is. Ook Der Butt is een gesloten universum, waarin de figuren minder een eigen leven leiden dan ideële figuraties zijn, ook Der Butt is een reflectie op het eigen tijdvak.
De roman is niet simpel van structuur, hoewel allesbehalve chaotisch. Allereerst zijn er de chronologische lijnen. De roman is het verhaal dat de ik-figuur vertelt aan zijn vrouw gedurende de negen maanden van haar zwangerschap; het boek telt negen delen. En wordt het verhaal ook vertelt vanuit het nu, het loopt vanaf de oertijd tot in onze jaren en wordt in de volgende gebracht. Vervolgens het thema dat langs deze lijnen wordt opgedist; Grass' variant op het sprookje van de wensvervullende vis. Bij Grass is hij adviseur van het mannelijke geslacht totdat hem dat te gortig wordt en hij zijn diensten aan de vrouwen aanbiedt; die hem, wantrouwig als ze zijn, voor een vrouwentribunaal (‘feminaal’) brengen. Dit feminaal vormt het hart van de roman; plaats van handeling, waarvandaan zowel de bot als de verteller zich de geschiedenis herinneren, vertellen. En dan blijkt het sprookje van de vis niet meer dan een mythologische kapstok tot verdere thematische differentiëring; de rol van het voedsel in de wereldgeschiedenis (het hongerprobleem), de emancipatiebeweging van de vrouw, de liefde.
Het feminaal als grotesk marionettentheater voor twee spelers; de vertellende ik-figuur en ‘de’ vrouw. De ik-figuur als de vertellende ik, als de jager en visser Edek die op 3 mei van het jaar 2211 voor de geboorte van Christus de sprekende bot vangt; als bisschop Adalbert van Praag die met een gietijzeren lepel wordt vermoordt; als de schilder Anton Möller die het werkelijke verhaal van de bot kende, dat door de schilder Runge (in gezelschap van de gebroeders Grimm) werd verbrand; als de dichter Martin Opitz; als de arbeider Jan Ludkowski, een Pool die tijdens de staking op de Leninwerf op 18 december 1970 werd neergeschoten; als vele, vele anderen.
De vrouw zowel als de kokkin als tribunaalvertegenwoordigster: dubbele dubbelrollen: de vrouw als Aua uit de steentijd, de oermoeder met drie borsten die het vuur haalde, Dr. Ursula Schönherr, voorzitter van het feminaal, is Aua's ideële evenbeeld; als de middeleeuwse Mestwina die Adalbert op het hoofd slaat; Agnes als Kurbiella die onder anderen Opitz zowel in de keuken als in het bed diende, de verdedigster van de bot, Berrina von Carnow, lijkt op haar; als Maria Kyczorra, de vrouw van Jan, kokkin van de werf, die een proletarisch kookboek had geschreven; Beate Hagedorn doet de ik-figuur vaag aan zijn Sibylle en aan deze Maria denken. Etcetera, etcetera.
Een marionettentheater, maar ook: spiegelkamer. Met gaten die zicht geven op de werkelijkheid: de Poolse staking, het voedselprobleem in Calcutta, de verkrachting van Billy op vaderdag; huiveringwekkende beelden van deze tijd, agressief beschreven.., moedeloos makend.
Der Butt. Günter Grass had de roman zelf liever een sprookje willen noemen. ‘Ach Butt!’, heet het tegen het einde van deze roman, ‘Dein Märchen geht böss aus.’
GUNTER GRASS: Der Butt
Luchterhand Verlag, Darmstadt 1977
689 blz. DM. 34,-