Herenleed
Henk Niezink
‘Herenleed’ was een geruchtmakend t.v. programma van Armando en Cherry Duyns.
Veel mensen vonden het wel mooi, maar snapten er desondanks niet veel van.
Duyns zelf zei er dit over:
Weet je wat ik eigenlijk aardig vind van ‘Herenleed’? Dat je in eerste instantie zou denken dat het begrijpen of aardig vinden van ‘Herenleed’ te maken zou moeten hebben met je ontwikkeling. Je denkt gewoon dat de knappe koppen het het eerst door zullen hebben, hè? Dat nu blijkt een misverstand. Dat is gebleken uit een onderzoek dat ooit bij de AVRO is gedaan, n.l. dat de mensen die niet zo vreselijk geschoold waren het ontzettend aardig vonden - en kinderen ook. Ik denk dat dat komt omdat er gespeeld wordt met heel diepliggende ondergesneeuwde gevoelens, die in die samenspraken naar boven worden gehaald.
Nu zijn zeven afleveringen van ‘Herenleed’ gebundeld en uitgegeven door ‘De Bezige Bij’. Het is een juweeltje van een boek geworden, alhoewel de zwart-wit foto's het niet kunnen halen bij de kleurenbeelden van de t.v. Door de zwarte kledij der beide heren die optreden in een nagenoeg ‘ongekleurd’ landschap mag ‘Herenleed’ bij velen de indruk hebben achtergelaten een zwart-wit programma te zijn geweest, in werkelijkheid was het kleurgebruik bijzonder effectief, maar dan op een subtiele wijze. Het omslag van het boek illustreert dit treffend: overwegend in zwart-wit gehouden met een kleurenfoto van de beide heren in een voor ieder van hen zeer karakteristieke houding. De globale indruk is die van een ouderwetse rouwkaart, maar dan omgekeerd, d.w.z. wat daarop zwart is, is hier wit (en omgekeerd).
Dit procedé is een van de middelen die Armando en Duyns toepassen. Het is overigens wel een middel dat kommer en kwel kan veroorzaken in het geordende bestaan van een heer. Omkering kan onder tot boven maken, links tot rechts, wit tot zwart etc. Waar blijft dan de zekerheid die zo kenmerkend is voor heren?
De titel ‘Herenleed’ roept allerlei associaties op. Het tijdvak van de vrolijke jongens die dachten dat de bomen tot in de hemel groeiden, is voorbij. De kwajongen Cherry Duyns uit de zestiger jaren was baldadig bezig met mensen erin te laten lopen in het programma ‘Poets’. En Armando was de wilde dichter en beeldende kunstenaar uit de Nul-Beweging: vitaal, overmoedig en soms hard. De man die stukken werkelijkheid door isoleren wilde ‘intensiveren’. Maar de jaren zeventig zijn anders dan de roerige zestiger jaren. De jongens zijn heren geworden, zoals ook het geval is geweest bij heer Koot en heer Bie. En zoiets roept een nostalgische sfeer op en een weemoedig soort leed. Wellicht dat ook daarom deze episodes uit het leven van beide heren zich afspelen in een leeg landschap van stuifduinen. Geen vruchtbare klei, maar onvruchtbaar zand dat weinig cohesie vertoont, dat vluchtig is zoals ons leven, dat ons zoals het leven zelf door de vingers glipt.
Mocht deze symboliek wat gezocht lijken, bedenk dan dat ‘Herenleed’ vol zit met symboliek.
Een enkel voorbeeld:
Er klautert een vrouw op de rug van Cherry Duyns. Heer 1 (Armando): Oh, er hangt een moeder op Uw rug meneer.
Heer 2 (Cherry Duyns): Welnee.
Hij verdwijnt met vrouw, mompelend: Nee hoor, welnee, neenee, neenee, nee hoor.
1 blijft eenzaam bij tafel achter, applaudiseert en gaat zitten.
Een effectiever manier om de vaak ongeweten last van een moederbinding plastisch te vertonen is nauwelijks denkbaar...
Het is zonde dat de zo karakteristieke stemgeluiden van Armando en Duyns niet worden bijgeleverd. Armando is Man 1, het bescheiden heertje met bril, middenscheiding, hoge schoenen en het te krappe jasje.
Cherry Duyns is Man 2, de verwaten heer met bolhoed, sik, pandjesjas en horlogeketting.
De eerste aflevering (De Koning) begint aldus:
Er staat een deur in het landschap. Man komt uit deur en ontmoet man 1.
1: Dag, meneer.
2 neemt zonder iets te zeggen z'n hoed af.
1 die de ander al iets voorbij is, komt terug en vraagt: O, wat deed u, liet u iets zien?
2 fronsend: Hoe bedoelt u?
1: Nou, met uw hoed, u tilde uw hoed op. Liet u iets zien?
2 gevleid: Nou, nu u het zo vraagt, inderdaad.
1: Wat was dat dan, ik geloof dat het me ontgaan is.
2 doet z'n hoed weer af en buigt voorover: Ik liet m'n haar zien. Mooi hè.
1: Ja, heel mooi.
2: Veel hè?
1: Ja, m'n hartelijke komplimenten.
2 zet z'n hoed weer op: Dank u.
Verlegen stilte. De mannen draaien kringetjes met hun voet.
1: Wat is dat?
Hij wijst op deur.
2: O, da's m'n deur. Daar woon ik.
1: Ik wou dat ik ook woonde, maar ik woon niet.
2: Tja....
Verlegen stilte.
1: Kent U de tafel van 4 al?
2: Ja, die heb ik onder de knie. Een prachtige tafel overigens.
1 enthousiast: Dat vind ik nou ook, leuk dat ik iemand gevonden heb, die dat ook vindt.
2: O meneer, de tafel van 4 is mijn lievelingstaf el. Ik kan 'm wel dromen.
1: Ik vind het de mooiste van alle 4 de tafels. Uit louter geestdrift staat hij met enigszins gespreide armen.
2: Ja, ik ook. Hoewel, ik heb gehoord, dat de tafel van 5 ook heel mooi kan zijn.