[Nummer 51]
Veel tekst voor kleine kinderen
Dolf Verroen
Titelpagina/Ivo de Weerd
Ik weet niet waarom men altijd zo zuinig met tekst voor kleine kinderen is. Bijna iedereen schijnt te menen dat kleine kinderen aan een sumiere tekst wel voldoende hebben -een korte prentenboektekst bijvoorbeeld- terwijl men zich niet realiseert dat een prentenboek een vorm is, even op zichzelf staand als een roman, een gedicht of een kinderverhaal. Het kan natuurlijk ook zijn dat de meeste schrijvers moeite hebben om juist voor jonge kinderen een langere, maar zowel in woordkeus als verhaaluitwerking goed gedoseerd en toch natuurlijk verteld verhaal te schrijven.
Natuurlijk is de visuele kant -de platen- bij kleine kinderen van het grootste belang, maar dit neemt niet weg dat het bij het prentenboek om de idee gaat en juist een idee dat op geen andere wijze vorm gegeven kan worden dan in een prentenboekentekst, terwijl het in een Verhaal voor kleine kinderen om de continuiteit gaat, de langere adem en toch een goed gedoseerde spanwijdte, zodat het kind overladen noch tekort gedaan wordt. (Wie het kind is weet ik overigens niet. Ik denk daarbij aan een soort gemiddelde, maar de gevarieerdheid in soortelijk gewicht is bij kinderen natuurlijk even groot en verrassend als bij volwassenen).
Er zijn weinig schrijvers die dat langere verhaal aankunnen (of die daar voor voelen, dat kan ook) maar iemand die voor deze vorm een uitgesproken aanleg blijkt te hebben is Jacques Vries, een onderwijzer uit Abcoude, die vorig jaar in pers en kinderjuries zeer grote waardering kreeg voor zijn kinderboek (van acht tot twaalf, geloof ik). Die rotschool met die fijne klas dat, evenals zijn nieuwe boek, werd uitgegeven door van Holkema en Warendorf. Dat nieuwe boek nu heet Ik wil mijn poes terug en, ofschoon het visuele element er een uitstekende plaats in heeft gekregen, is het een doorlopend verhaal dat meer is dan de idee alleen. Gelukkig en eindelijk, ben ik geneigd te zeggen.
Ik wil mijn poes terug is een doodgewoon verhaal over een jongetje dat zijn poes kwijt is en 's avonds zijn bed uit gaat en zich op straat en in het park waagt om haar te zoeken. Zeer eenvoudig geschreven, goede, korte zinnen, goede woordkeus en heel beeldend. Het bijzondere van het verhaal is, behalve de verrassende ontknoping, dat het af en toe echt spannend is, bijna griezelig. Jonge kinderen hebben daar over het algemeen erg veel behoefte aan, maar in moderne werkelijkheidsverhalen is dat griezelaspect op een goed gedoseerde manier nauwelijks te vinden.
Ik wil mijn poes terug is een klein, goed uitgevoerd boekje geworden met voortreffelijke illustraties van Ivo de Weerd. Deze illustrator, die tot nu toe zeer sterk was in het tekenen van dieren, maar bij wie kinderen en grote mensen altijd een beetje karikaturaal werden, is er opeens in geslaagd ‘echte’ kinderen te tekenen. Zoals gewoonlijk zit zijn werk weer vol vondsten zoals bijvoorbeeld de twee tegenover elkaar geplaatste tekeningen van het jongetje in bed met het licht aan en het licht uit. Erg goed. Tekst en illustraties vormen echt een eenheid. Een boekje om te kopen.