Bzzlletin. Jaargang 6
(1977-1978)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Illustraties als informatie
| |
VerouderenNaar buitenuit presenteert een uitgeverij zich veel meer door de keuze van zijn illustratoren dan door die van zijn kinder- en jeugdboekenschrijvers. De illustrator is het visitekaartje. Maar naast de persoonlijke smaak van de uitgever en diens (on)artistieke voorkeur, speelt nog iets anders een grote rol: de mode. Want nog altijd leven we in een tijd dat mensen naar hun uiterlijk beoordeeld worden. Vooral voor het kinderboek met veel herdrukken kan het fnuikend zijn wanneer de afgebeelde helden er oenig uitzien, met stomme, slome kleren en onwijze kapsels. Voor historische boeken, dierenverhalen, fantasieboeken geldt dit bezwaar niet. Maar juist het neorealistische kinder- en jeugdboek, dat de laatste jaren zo in trek gekomen is, moet na een aantal herdrukken van nieuwe illustraties voorzien worden. Is de Jugendstil in, dan op die toer. Is het flower-power, dan alles in de blommen. En gaan we gebukt onder de werkeloosheid, dan alles maar in stippeltjes-tekeningen, want we hebben immers tijd over? Wat dat betreft lopen we met het kinderboek gelijk op met de verpakkingen van wasmiddelen en ander nuttigs. Later natuurlijk best aardig om op terug te kijken. Maar wat je wel opvalt bij die snel wisselende stijlen is, dat nog maar weinig illustratoren een echt, beweeglijk kind kunnen neerzetten, met armpjes, beentjes en een koppetje dat leeft en geen stilistisch masker is. Moet dat dan? Moet ook het kinderboek niet de nieuwe kunst onder de aandacht van jonge lezers brengen? Jawel, maar daar zijn de prentenboeken het meest geschikt voor. En het is daarom nog altijd een misvatting dat prentenboeken alleen voor kleine kinderen zijn. Wat zoekt het oudere kind in zijn boekenplaatjes? Zichzelf en zijn vrindjes in een duidelijk herkenbare omgeving en situatie. Voor hem hoeft het helemaal niet die veel te lange armen, de struikelbenen, het stuntelige, waar hij zelf - in zijn groeiperiode - al zo'n gloeiende pest aan heeft. Maar te mooi en te glad hoeft ook weer niet, want dat werkt net zo ontmoedigend als al die mooie knullen en meiden van de tv-reklames. Een tekenaar moet van goede huize komen om die werkelijkheid en de ingeslepen wensdromen met elkaar te verzoenen. Hij slaagt er meestal in als hij de bewegingen en de mimiek weet te verinnigen. Maar nog te vaak zien we dat het accent op de nieuwe tekenstijl ligt en dat binnen die stijl de personen akelig steriel uniform uitvallen. Misschien krijgen we er in de komende jaren naast 7 al bestaande kinderjuries ook eens een kinderjury bij, die het beste boek op zijn illustraties uitkiest. | |
Andere landen, andere volkerenEen van de grootste illustratie-problemen voor de serieuze uitgever vormt het boek over andere landen en volkeren, hetzij origineel Nederlands, hetzij vertaald. Natuurlijk, je kunt van een buitenlands boek de illustraties mee aankopen. | |
[pagina 19]
| |
Maar die passen meestal niet bij het ‘gezicht’ van de uitgeverij. Dus: binnenwerk overnemen, en bij ons een passend omslag laten maken. Meestal is het resultaat miserabel.
illustratie Ervin Urban
De stand is 1-1 als we zien hoe Nederlandse kinder- en jeugdboeken in een buitenlandse vertaling vaak geillustreerd worden. Om uit eigen ervaring te putten: Antilliaanse kindertjes uit mijn boeken waren (in Japan) tot zwart gemaakte Europeaantjes omgebakken compleet met opgekrulde wipneus. Huizen waren terug-onderontwikkeld in tranenpersende strohutten. Is dat dan zo'n ramp? Nee, het is erger. De nieuwe stroming in de kinder- en jeugdliteratuur probeert de jeugd vertrouwd te maken met het leven van kinderen in andere landen. Daarom zijn feitelijke, informerende illustraties van onmisbaar belang. Neem een zoveel voorkomend woord als ‘huis’. Ieder kind stelt zich daarbij het huis in zijn eigen land voor. Wat bijvoorbeeld de Tsjechische boeken betreft, ga je dan al meteen de mist in met de letterlijke vertaling ‘huis’ . Want men woont daar in een huizenblok, verdeeld in étages, die weer per zoveel vierkante meter verdeeld zijn over gezinnen. Leg dat maar eens uit in woorden. De tekening zal dat moeten doen. Vooral, omdat uit die woonsituatie voor mensen zeer ongewone toestanden kunnen ontstaan, zoals: ouders die scheiden, maar bij elkaar moeten blijven wonen door woningnood. Jonge stellen, die vaak ook ieder bij de ouders blijven wonen. Alleen dit al is van grote invloed op het maatschappij-gebeuren. | |
Een oplossing, die het boek niet duurder maaktIn die vijf jaar dat Hans Krijt en ik samen al zo'n tien Tsjechische of Slowaakse kinderboeken vertaalden, bleef ‘zichtbaar maken’ van gewone huis-tuin-en keukenzaken (gewoon in de Cssr) een probleem. Omdat die boeken meestal illustraties in kleur hebben (te duur om bij ons over te nemen), moesten we terugvallen op Nederlandse illustratoren. Maar zelfs de vele plaatwerken, die ik ter inzage gaf, hielpen niet. Bouwstijlen van huizen werden door elkaar gehaald. Een bos tekenen, wie kan dat bij ons - in een land waar nooit echte bossen waren? De kleine winkeltjes in een Tsjechisch dorp? Een ouderwetse (in onze ogen) dansles, met jongens in een donker pak en scherpe schoenen? Tegenover de heersende politieke vertekeningen van elkaars leven in de verschillende blokken, hoop je dat feitelijke, informerende illustraties verscherping van de tegenstellingen kunnen tegengaan. Laat je lezers zien dat het ‘daar’ anders is, maar dat ‘anders’ moet wel kloppen met de werkelijkheid. Verschillende uitgevers (Lemniscaat en Leopold) voelden die bezwaren van ontoereikende illustraties ook aan en besloten rechtstreeks met een Tsjechische illustratorGa naar eind1)) te gaan werken. Dit heeft om te beginnen al zoveel ambtelijke voetjes in de aarde (alles loopt via staatsintellingen) dat je de moed bijna zou opgeven. En dan moet die illustrator ook nog wennen aan het idee, dat een uitgever bij ons zijn eigen smaak kan laten hoogtij vieren, terwijl in zijn eigen land de illustratieafdeling van de uitgeverij hem uitzoekt en hem dan ook zijn gang laat gaan. (Hoogstens wordt er een kerkje teveel uitgewipt!). Hij moet er ook aan wennen dat wij hier wel graag iets authentiek Tsjechisch of Slowaaks hebben, maar het mag weer niet té folkloristisch zijn, want daar gaan bij ons diverse groeperingen ook weer van over hun nek. ‘Ja maar, kunst! In Tsjecho Slowakije heb je de beste illustratoren voor het oprapen,’ hoor ik zo vaak. Dat is gedeeltelijk waar. Wat is best? Veel van hen werken alleen in kleur. Veel boeken zijn | |
[pagina 20]
| |
immers geschreven in de fantasie- of sprookjessfeer, en daar is met goed gevolg raak op gevarieerd. Maar in zwart/wit (wat wij hier nodig hebben) zijn er beslist minder grootheden. | |
Kunst van het ontwijkenZoals ook in veel Tsjechische kinder- en jeugd-boeken de werkelijkheid gracieus omschreven of helemaal uit de weg wordt gegaan, en alleen voor een goede verstaander tussen de regels steekt, zo hebben ook veel illustraties iets ontwijkends. Heel lief, heel mooi, maar wel vervreemdend van de werkelijkheid. Zelfs de illustrator die die werkelijkheid hard en scherp kan neerzetten, zit met een ander probleem, wanneer hij voor over de grenzen werkt. Een kind is een kind, nietwaar? Alleen met wat andere kleertjes aan en je bent klaar. Was het maar zo! Mij is het opgevallen hoe statisch kinderen en mensen vaak getekend zijn in het Tsjechische kinderboek. Dat moet de invloed van bijvoorbeeld het strakke schoolregime zijn, die doorwerkt in de kinderen, die de illustrator neerzet. Zoals ook dat strakke schoolregime doorwerkt in de aanpak en stijl van de schrijvers, die zelfs met hun critiek op een knellende opvoeding, toch niet kunnen ontkomen aan de werkelijkheid - dat een kind nooit zelf beslist, maar dat er voor hem beslist wordt. Daardoor is de beweeglijkheid in hun boeken anders dan bij ons. Bijvoorbeeld: veel meer beschrijvende en bespiegelende fragmenten, waar wij dialogen gebruiken om de kinderen zelf ‘mondig’ te maken. Logisch dat een dergelijke schrijftrant ook inwerkt op de illustrator. En wat willen bij ons de uitgevers? Beweging, vaart. Het moet er vanaf spatten. Dit is nog maar één van de essentiele verschillen in leefklimaat. Zullen Nederlandse uitgevers en Tsjechische illustratoren elkaar op dit punt vinden? Zullen Nederlandse illustratoren (en we hebben er aardig wat van internationale faam) zich zwaar gepasseerd voelen? Eén ding is zeker: de primaire waarde van illustratie en illustrator als onmisbare, feitelijke informanten voor het kinder- en jeugdboek is nog eens duidelijk gebleken. Nog nooit is de plaats van de illustrator binnen de critische jeugdliteratuur van zo'n onmisbaar belang geweest. Een intensievere internationale samenwerking tussen uitgevers en illustratoren zal tot een waardevolle accentverschuiving binnen de jeugdliteratuur kunnen leiden. |
|