Bzzlletin. Jaargang 5
(1976-1977)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Het voorafgaandeHet tweetal belandt op zijn koene speurtocht in een riskant moeras, gelukkig wel voorzien van een solide pad. | |
ToelichtingAlles is eenvoudig. Moerasgeluiden
Comm)
Waar was ik ook weer gebleven? O wacht, hier: de avond valt. Luisteraars, de avond valt. Er is niets nieuws gebeurd. Maar dat komt nog wel. En dan te bedenken dat in de bewoonde wereld zich waarschijnlijk niemand één lor aantrekt van Professor P en Dr Plankton... (Stem uit begin IV)
Radiostem)
In El Dorado heerst een dodelijke spanning. Elke dag, ieder uur kan de burgeroorlog uitbreken. Onze correspondent Wim Babbel volgt de ontwikkelingen van nabij. In achtergrond, ook over radio, geluiden van verdachte havenkroeg: tapkast, lallende en ruziënde stemmen, glazen worden neergezet of gegooid, tussen de zinnen van WB nu en dan wulpse vrouwenlach. Buiten af en toe scheepstoeters
WB)
Dit is Wim Babbel in El Dorado. De situatie is sinds kort ingrijpend veranderd. Ik bevind me in het kavenkwartier van de stad om gegevens op te doen, en ik verwacht belangrijke resultaten. (lach) Het blijkt namelijk dat de heren vlak voor hun verdwijning een zeer merkwaardig beeldje in handen hadden gekregen. Nu zit de regio hier vol met beeldjes en ruïnes en overblijfselen en zo, maar dat is voor mij van geen belang in dit geval. (lach) Want dit beeldje, luisteraars, was aangespoeld. En daarom ben ik hier mijn licht eens komen opsteken, met alle risico's van dien., (lach) Ik wil eens zien of de zeelui er een verklaring voor hebben. Geen moeite is me te veel, als het om informatie gaat. (lach) Dit was Wim Babbel uit El Dorado. Moerasgeluiden en passen als aan eind van VI
Pl,
zeurig)
Professor! PP)
Ja? Pl,
als voren)
Ik ben nog nat. PP)
Ik twijfel er niet aan. Pl,
mistroostig)
Het is erg ongezond, professor. PP)
Ik had het u dan ook niet aangeraden, Plankton. Pl,
steeds meer begaan met zijn lot)
Dat water bevat allerlei kiemen. PP,
verveeld)
Daar staat het om bekend, ja. Pl)
Misschien krijg ik nu moeraskoorts. PP,
ontstemd)
Als u dat maar uit uw hoofd laat: Moeraskoorts! Hoezo, heeft u rillingen? Hullucinaties? Pl)
Dat niet, professor. Nog niet Maar ik sla wartaal uit, merkt u dat niet? | |
[pagina 3]
| |
PP)
Ik vond juist dat het vandaag nogal meeviel. Pl)
Nee nee, professor, ik ijl! Ik praat achterstevoren, of op zijn minst onsamenhangerd. Ook het articuleren wordt steeds onzorgvuldiger. En het ergste is, ik dénk dat ik heel gewóón praat. Ik kan zelf niet eens horen dat ik getroubleerd ben! PP)
Maar als u het niet hoort, hoe weet u het dan? Pl)
Gewoon door logisch redeneren, professor. Als ik het wél hoorde, zou dit betekenen dat ik bij mijn volle verstand was. Maar als ik bij mijn volle verstand was, professor, dan zou ik niet ijlen. En dan zou ik mezelf ook niet horen ijien natuurlijk. Ergo, professor, als ik het wél hoorde, dan hoorde ik het niet. U zult moeten toegeven dat dit wartaal is. Er is geen speld tussen te krijgen, professor, ik raaskal. PP)
U heeft me overtuigd. U krijgt aanstonds medicijn en u gaat meteen naar bed. Pl)
Aanstonds al, professor? PP)
Ja, want daar is de oever. U kunt binnenkort de tent opslaan. Moerasgeluiden nu gemengd met oerwoudgeluiden
Comm)
Luisteraars, er komt dan toch een einde aan dat ellendige moeras. En geen minuut to vroeg, want het is bijna nacht. De begroeiing aan de oever is weer overdreven weelderig. De professor en Dr Plankton zijn er al vlak bij. Ik denk dat ze op het vasteland wel zo gauw mogelijk hun tent... Ver geluid van stofzuiger
Wat is dat nu weer? Dat komt uit die richting! De professor richt zijn zaklantaarn op het lommer vóór hem... Er is niets to zien wat beweegt... Maar dat geluid,,,! Luisteraars, als dit een gemeubileerde kamer was, zou ik zweren dat ik een stefzuiger hoorde... Een gróte stofzuiger. Geluid ineens stuk dichterbij
PP)
Plankton! Wat kan dat zijn? Is dat het geluid van een dier? Pl)
Professor, ik heb dat geluid alleen maar van werksters gehoord. Maar wie zou hier nu een werkster aannemen? Nu hoort men iets zwaars door het gebladerte naderen
PP)
Welke werkster zou hier naar toe willen? Pl, doodsbang)
Dat is vast gees werkster, professor! Dat is iets héél groots! |
|