gevolgen van dien.
arhol's Bad/foto © concorde film.
De laatste film van Pier Paolo Pasolini, ‘SALO OF DE 120 DAGEN VAN GODON’ veel stof doen opwaaien. met de uitbreng in de bioscopen wordt gewacht totdat de filmkeuring totaal gestorven is. De belangstelling was zo groot dat een extra voorstelling werd gegeven, die ook snel was uitverkocht. Veel geprivilegeerden konden het niet vol houden tot het einde, een enkeling verliet de zaal zonder de braakneigingen te kunnen onderdrukken. In ‘Salo’ liet Pasolini zich inspireren door een boek van De Sade die hij overbracht naar het tijdvak 1944-45. Het verhaal is simpel: vier hoge fascisten selecteren negen schone meisjes en jongetjes om de heren te helpen bij het bedrijven van allerlei perversiteiten. Drie super-hoeren leiden deze perversiteiten bij het publiek in met een praatje en een liedje. De perversiteiten worden gebracht in drie hoofdstukken: sex, poep en martelingen.
Gruwelijk, smerig en schokkend zou je denken. Maar niks hoor, verveling alom bij het kijken naar deze film. Na vijf minuten ben je gewend aan al het schokkende. Daarbij komt nog dat Pasolini identificatiemogelijkheden met personen of groepen totaal heeft afgesloten. De distantie waarmee je daardoor naar de film zit te kijken werkt alleen nog meer verveling in de hand. Maar waarschijnlijk heb ik de film niet begrepen, waarmee ik dan de regisseur een plezier doe die over Salo immers zei: ‘De film zou feitelijk niet begrepen, moeten worden, want als dat wel het geval zou zijn, zou het te simplistisch zijn’.
Martin Scorsese's films ‘ALICE DOESN'T LIVE HERE ANYMORE’ en ‘TAXIDRIVER’ waren hier zo'n succes, dat er twee vroegere films van deze belangrijke regisseur gepresenteerd werden.
‘MEAN STREETS’ werd gemaakt in 1973. Voor een gering bedrag en met een gering aantal draaidagen met toen nog onbekende akteurs als Robert de Niro en Harvey Keitel. De film geeft een zeer authentiek en doorleefd beeld van het italiaanse gedeelte van New York. Het gaat om twee jeugdvrienden, die zich in het mafioso-vak moeten gaan bekwamen. De grote georganise de misdaad is hier niet aan de orde het gaat om de kleine straatmisdrijfjes; door geringe bedragen worden kleine mensen afgeperst. Het gaat over mensen die zich het beste voelen in een bar met keiharde muziek of gewoon in het neonsfeertje op straat. Naast een prachtige sfeertekening, waar een heel knappe, bijna ‘nerveuze’ fotografie veel toe bijdraagt, geeft Scorsese in deze film ook ongezouten kritiek op het patriarchale systeem. Veel in deze film is autobiografisch; Scorsese bracht zijn jeugd in deze wijk door.
De tweede film van Scorsese was BOXCAR BERTHA. Een exploitation movie, die hij met Roger Corman als producent mocht maken. Exploitation movies zijn films die snel en voor een gering bedrag gesmaakt moeten worden. Ze moeten simpel zijn, een flinke dosis geweld, bloed, doden en seks bevatten en de jeugd aanspreken. Wat een goed regisseur nog van een exploitationmovie kan maken bewijst Scorsese. ‘BOXCAR BERTHA’ is dan wel geen briljante film, het gegeven is tenminste orgineel en de verplichte ingredienten worden met kritiek gebracht.‘BOXCAR BERTHA’ is gesitueerd in het zuiden van de VS in de crisistijd. Bertha reist in een goederenwagon (boxcar) door het land in de hoop wat geld en eten te vinden. Ze wordt verliefd op een politiek bewuste spoorwegstakingsleider. De corrupte politie jaagt achter hen aan. Om zich te verdedigen (én uit protest) gaan ze als gewapende overvallers de kost verdienen. Ze zijn echter kansloos. Er was nog een exploi -tationmovie in Utrecht: ‘MASSACRE AT CENTRAL HIGH’ van een Nederlander: Rene Daalder.
Daalder won enkele Clnemanifestaties geleden nog de Pim & Wimprijs (een evenement waar we deze Cinemanifestatie niets van hebben gehoord: zou het de Scorpioheren zo slecht gaan?) Bij het zien van Daalder-Hollywooddebuut kan men sterk twijfelen aan de juistheid van die prijs. ‘Massacre at Central High’ was zondermeer de slechtste film van het festival. Op een middelbare school, waar men nog nooit van leraren gehoord schijnt te hebben, is een soort leerlingen Gestapo aktief. Er verschijnt een nieuwe leerling, ‘de Held’, die dit groepje even afmaakt. Onze held heeft daarna de smaak zo te pakken dat hij nog maar wat moorden pleegt, wat auto's en bijna de hele school opblaast enzovoorts, eigenlijk een, onbedoeld, heel komische film. Jeanne Moreau presenteerde zich in Utrecht als actrice, scenarioschrijfster en regisseur, in Lumiêre of ‘ZO IS HET LEVEN’. Het leven van een actrice dus, en dat blijkt eigenlijk helemaal niet zo leuk te zijn vooral niet als je een ster bent. Zij speelt die ster natuurlijk zelf, en het is helaas een van haar zwakste rollen. Maar voor een regiedebuut was het een best aardige film. Moreau kwam in Utrecht zelf ook nog even kijken waar ze haar plannen voor de toekomst vertelde. Ze gaat de hoofdrol spelen in een nieuwe film van Daniel Schmids en bereid haar tweede eigen film voor de samenleving in een klein Frans dorpje in de twee weken voor de duitse bezetting. Hopelijk wordt dat meer ‘het leven’ dan in haar eersteling. Lina Wertmuller is in Europa en zeker in Nederland onbekende. In Amerika schijnt ze echter furore te maken. ‘DE VERLEIDING VAN MIMI DE BANKWERKER’ is een film uit 1971.
Mimi kan zich maar moeilijk aanpassen aan de mafiawetten in zijn geboortedorp, hij trekt naar Turijn, maar daar blijkt het al niet anders te zijn. Op den duur past hij zich aan de ijzeren wetten aan, maar terug in Sicilië wordt hij door velen als een verrader beschouwd. Mimi heeft het verder ook wat moeilijk met de vrouwen, op zijn Siciliaanse vrouw is hij nooit verliefd geweest, maar in Turijn heeft hij wel zijn grote liefde gevonden. Hij krijgt een kind van haar, zijn echte vrouw krijgt een kind van een ander, en Mimi maakt de echtgenote van de minnaar van zijn vrouw weer zwanger, erg ingewikkeld dus, maar al met al toch