screen, maar ook de vertoning van drie-dimensionale film die een groep mensen op de NFB kreeg aangeboden. Het 3D-systeem van drilletjes met rode en groene glazen is genoegzaam bekend. Een nadeel van dit systeem is dat kleuren uitgesloten zijn. Sinds geruime tijd experimenteert men met een systeem waarbij polaroid-filters gebruikt worden. Die polaroid-filters zitten zowel voor de lens van de twee projektoren als in het onvermijdelijke brilletje. Doordat de filters groepsgewijs anders gericht zijn, ziet het ene oog het ene beeld en het andere oog het andere beeld. Zodoende wordt de illusie van een derde dimensie gewekt. Dat die illusie soms erg sterk is bewees de dame voor mij, die bukte toen een man met een lange plank op zijn schouder in de richting van de kamera wandelde en als het ware midden in de zaal stond. Het zijn grappige experimenten. Uit gesprekken op de NFB bleek evenwel dat een goede gebruiksmogelijkheid voor dit filmsysteem nog niet gevonden is. Ook het gebruik van het brilletje moet als een grote handicap beschouwd worden. Voor de voorstelling namelijk werd iedereen gewaarschuwd dat bezoekers met epilepsie beter niet konden blijven zitten. De overigen werden geadviseerd niet langer dan een uur te kijken.
De National Film Board is een geweldig instituut, dat met een goed gefundeerde filosofie van het filmen, al veel goede dingen gedaan heeft. Toch kunnen de 900 mensen die er werken zich rekenen tot de ‘happy few’, want ook in Canada is er een grote groep filmers die onafhankelijk en onbeschermd hun werk doen. De NFB-filmers die als ‘ambtenaren’ hun werk doen zijn echter zo goed beschermd, dat van een doorstroming nauwelijks sprake is en jonge veelbelovende filmers geen kans krijgen op een vaste aanstelling. Ondanks dit feit kun je rustig stellen dat Canada al sinds 1939 een stap op Nederland voor is.
Genoeg over de Film Board voorlopig en weer terug naar het internationale animatie festival in Ottawa. De rol van de Nederlanders is een bespreking waard. Holland Animation, hierboven al genoemd, is een kompliment waard. Dankzij de wekenlange belangeloze inzet (hoe anders gaat dat in Canada, waar je voor dit soort belangrijk werk normaal betaald krijgt!) van Nico Crama en Cornelis Kapsenberg, verzorgde Holland Animation, in samenwerking met het Ministerie van CRM, de gehele Nederlandse inzending voor het festival. 23 films werden ingeschreven en 6 films werden in kompetitie vertoond. Daarmee stond Nederland, achter Amerika, Canada en Engeland op een vierde plaats. Dat die vierde plaats tevens een gevolg was van het feit, dat van een representatieve inzending van Frankrijk, waar het festival volgend jaar plaats vindt, nauwelijks sprake was, is iets waaraan ik maar voorbij ga. Ook de afwezigheid van Rusland, die zeker van invloed was op de kwaliteit en kwantiteit van de inzendingen van de Oostbloklanden, speelt daarbij een rol. Feit blijft echter dat de Nederlandse animatie in Ottawa goed uit de bus kwam. Het bleef niet alleen bij uiterlijk vertoon, want de Utrechtse student in de antropologie Niek Reus, wist met zijn ‘Tekenfilm’ de tweede prijs in de wacht te slepen in de katagorie ‘films korter dan drie minuten’ Zijn film, waarin een door een hand met een potlood getekend mannetje het te kwaad krijgt met een vlakgommetje, werd door de Academy of Motion Picture Arts and Sciences uitgenodigd voor een voordracht voor een Oscar-nominatie. En al is dat nog ver weg van de Oscar zelf, de eer is er niet minder om. Veel waardering was er ook voor ‘Between the lights’ van Jacques Verbeek en Karin Wiertz. Op speciaal verzoek werd voor de medewerkers van de National Film Board een voorstelling georganiseerd van de films van Jacques en Karin. De Canadese televisie tenslotte toonde zich zeer geïnteresseerd in
de Nederlandse animatie. Zonder overdrijving kun je stellen dat het professioneel optreden van Holland Animation in Canada, de Nederlandse animatiefilm in een internationale belangstellingssfeer heeft gebracht. De internationale animatiewereld zal ongetwijfeld volgend jaar in Annecy, rijkhalzend naar de nieuwe Nederlandse bijdrage uitzien.
Eenmaal in Canada heb ikvan de gelegenheid gebruik gemaakt de nieuwste Canadese films te zien. Het is toch belangrijk om een paar van die films hier even aan te geven.
l'amour blessée
‘L'Amour Blessé’ van Jean Pierre Lefebvre viel bij mij het meest in de smaak. ‘Confidences de la nuit’ zoals de tweede titel luidt, is meteen ook de titel van het radio-programma waaraan de film is opgehangen. De aktie in de film wordt in hoofdzaak bepaald door het geen op de geluidsband te horen is en in veel mindere mate door de beelden zelf. De film geeft een harde kritiek op de rol van de media in het leven van de eenzamen in de maatschappij. Uitgangspunt is een type radio-uitzending dat wij in Nederland eigenlijk alleen vinden bij de VPRO, waar Germaine Groenier in een direkte uitzending, telefoongesprekken voert met luisteraars over hun problemen. Dergelijke uitzendingen worden in Canada en de Verenigde Staten verzorgd door speciale radio-stations die zich in dit type programma hebben gespecialiseerd. De zogenaamde ‘Hot-line radio’ kent programma's waarin je zomaar je hart kunt luchten, maar ook programma's voor speciale problemen, die variëren van ziektes en huwelijksmoeilijkheden tot religieuze- en opvoedingsvraagstukken. Maar, stelt de film, zijn deze zenders werkelijk ‘de stem van het volk’, of heeft dit soort programma's een bewust of onbewust verborgen funktie. Is het niet zo dat dergelijke uitzendingen de individualiteit van de luisteraar vergroten in plaats van verkleinen?; wordt niet de luisteraar afgehouden van kollektiviteit die kan leiden tot sociale verandering?; is een dergelijke uitzending (vol reklameboodschappen tussen het dagelijks verdriet door) niet alleen gericht op vergroting van het konsumeren, konsumeren zonder smaak; versterken ze de illusie van de vrijheid niet? Deze overwegingen worden aan het begin van de film uitgesproken, terwijl slechts straatbeelden, vanuit een rijdende auto opgenomen, te zien zijn. De auto stopt, de monoloog is afgelopen en de kamera zwenkt naar een trappor-