Bzzlletin. Jaargang 5
(1976-1977)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||||||
Radiostreven & u
|
Veel geloop | Volk) Rabarberabarberabarbera.. |
Varken) Grniork! Grniork! (van band) | |
Volk) Rabarberabarberabarbera.. | |
Geluid wat laten zakken | Marktbezoeker) Hoeveel kost dit fulpen wambuis, marktkoopvrouw? |
Marktkoopvrouw) Slechts vier schellingen en een duit, edele heer. | |
Naderende fluit en trom | Fluit) Flieperdepiep fliep fliep. |
Trom) Rom bom rommerdebom. | |
Fluit en trom houden op | Hansworst, luidkeels) Luistert en hoort mij aan, al gij hier saamgestroomde burgers van deze goede stad Amersfoort! |
Burger) Ei, goudsmid, ziet ge die hansworst daar op die wagen staan? Hij schijnt ons iets te willen zeggen. | |
Goudsmid) Ja. Wellicht heeft hij nieuws over de veldslag die onze heer, de Bisschop van Utrecht, is gaan voeren om de binnengedrongen troepen van zijn vijand, de Hertog van Gelre, een halt toe te roepen. | |
Kanon) Boem! (van band) | |
Bezorgde moeder) Ach! Ach! |
Dit kan nog minutenlang doorgaan, totdat
ook de verbeeldingsarmste luisteraar zich kan voorstellen waar en wanneer zowat het stuk speelt.
Nu durft de schrijver het aan, een hoofdpersoon te laten horen. Niemand mag zich afvragen of deze wel een hoofdpersoon is. Gaat het hoorspel over Karei de Stoute, dan is twijfel gemakkelijk te voorkomen. Je hoort tromgeroffel en fanfarestoten, daarna een stem die uitroept: ‘Zijne Doorluchtige Hoogheid Karei de Stoute, Hertog van Bourgondië!’ gevolgd door energiek naderbijkomende passen op een stenen vloer. Deze houden op, en iemand zegt nadrukkelijk: ‘Bourgondiërs! De overwinning is in zicht! Volgt mij en despereert niet!’ Dat is dan Karei de Stoute.
Ook op andere manieren kan de hoofdpersoon herkenbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld als het hoorspel Wladimir de Asthmalijder heet.
We kunnen nu binnen afzienbare tijd de tweede hoofdpersoon verwachten, als die een eigen locatie heeft moeten er wel weer enige minuten sfeer optreden.
Zodra de twee elkaar hebben ontmoet, is er aanleiding om de grondslag te leggen voor de ontwikkeling van een onderlinge relatie.
Er is een kwartier verstreken, en het verhaal begint al aardig op gang te komen.
Ter vergelijking: bij een radiostrip zouden we nu in Hoofdstuk V of VI zitten. De luisteraar zou de hoofdpersonen kunnen uittekenen. Hij was nog niet over zijn tiende verbazing heen, en had ettelijke angsten en lachbuien achter de rug. Kortom, hij zou doodmoe zijn, de spelers ook.
Het feit dat radiostrips in kleine doses worden uitgezonden (waar dan dagen tussen zitten) begunstigt echter een hoog tempo.
Dat wil zeggen, er mag minstens eens in de 3 minuten iets plaatsvinden. Een geheimzinnig verschijnsel. Een verrassende wending. Een ontploffing. Een ontsnapping. Een ontmaagding. Een kostelijk intermezzo. Noem maar op.
Sfeer? Enige plastische achtergrondgeluiden, een paar welgeplaatste woorden... daar moet de consument zich maar mee behelpen. Er wordt verbeeldingskracht bij hem verondersteld. Fantasie, nietwaar? Die moet je dan wel weten te stimuleren. Daarvoor is óók fantasie nodig. Niet alleen dus het vermogen om situaties en ontwikkelingen te bedenken, maar tevens om die in een doelmatige code om te zetten.
Nu kun je met geluiden wonderen doen.
Ja ja, die halve cocosdoppen, dat weet ik ook. En die onweermakende ijzeren plaat achter het toneel. Maar ik bedoel het een beetje meer creatief. Niet imitatie, maar evocatie. Dat imiteren is trouwens niet eens meer nodig met wat voor gereedschap ook, want er zijn nu hele rissen langspeelplaten te koop waarop iemand een houten trap afgaat, kippen schrikken, een vrachtwagen passeert, etcetera, etcetera. Evocatie heb je nodig voor zeer onbekende of zelfs fictieve geluiden.
Misschien herinnert u zich de eerste naoorlogse sf-film Them, of weet u tenminste wat sf betekent.Ga naar eindx
Them betrof mieren die als gevolg van nucleaire straling het formaat van stadsbussen hadden, en de bevolking veel schrik aanjoegen.
Normale mieren houden er geen roep, tjilp, knor of piep op na, geloof ik. Maar gigantische mieren moet je natuurlijk kunnen horen, om alvast bang te worden als ze nog achter heuvels of in een zijstraat schuilgaan.
De cineasten hadden een electrisch soort joejoejoejoe ontworpen, dat er niet om loog. Zeker, de acteurs begonnen dan zenuwachtig te doen; er waren al doden gevallen, bovendien wist je allang dat de film over mieren ter grootte van stadsbussen ging. Dit alles droeg bij tot de engheid van het joejoe. Maar dat geluid op zichzelf was goed.
U denkt misschien dat geluid zonder beeld een hardere dobber heeft. Niet waar. Het moet alleen doelmatig zijn. Dan gaat de luisteraarsverbeelding op volle toeren werken. Een begeleidende gil of zo is uiteraard nooit weg. Wat zijn geestesoog ziet is moeilijk te omschrijven, maar wel angstaanjagend.
Beelden kunnen veel doen voor schrik, maar voor echte angst is de eigen fantasie (hoe onbestemd ook) de beste voedingsbodem.
Nu heb ik het over griezelen gehad, maar geluid kan evengoed andere emoties oproepen, en ook absurditeiten die helemaal niet in beeld te brengen zijn.
Muziek, moet ik dat nog zeggen, is waardevol voor snelle sfeertekening. Met zorg geselecteerde fragmenten zijn een en al evocatie. Deins niet terug voor het cliché; dat kan, waar gewenst, een scheut ironie of slapstick toevoegen aan het geestelijk voedsel dat een radiostrip tenslotte behoort te zijn.
De serie die nu in Bzzlletin gaat verschijnen werd uitgezonden in het NCRV-programma Poptater. Dit was een vrij druk beluisterd tieneruur op Hilversum 3.
DE REISAVONTUREN vertelt van een geheime expeditie op een legendarisch eiland ten westen van Zuid-Amerika.
De archaeoloog Professor P en zijn assistent Dr. Plankton zijn hier op zoek naar een verborgen beschaving. Om het verhaal te verlevendigen en het tempo wat op te voeren is een verteller ingelast, die de heren ongezien (en met tal van aanmerkingen) volgt op hun aan incidenten rijke pad.
In het staatje Prodigia tracht de radiocorrespondent Wim Babbel de verdwenen geleerden op het spoor te komen. Het vele en schilderachtige, dat in die streken pleegt voor te vallen, neemt hij in zijn verslagen op.
Later komt ook Thijs ter Plaatse, correspondent in het al even bananenrepublikeinse buurland Contigua geregeld aan de lijn.
Ziehier de cast:
Rik Felderhof | producent, aankondiger, Wim Babbel e.a. |
Hans Rosekrans | commentator, Thijs ter Plaatse e.a. |
Han Peekel | Dr. Plankton, Bonzo e.a. |
Heinz Polzer | Prof. P e.a. |
Tineke van Leusden vervulde slechts één korte rol, namelijk van een juffrouw die een papegaai aankondigt, maar verleende algemene assistentie bij de opnamen, leverde geluiden, tikte uit, regelde en correspondeerde.
Je kon wel zeggen dat allen, inclusief de technicus, gelijkelijk betrokken waren - hetgeen een goede basis voor samenwerking levert.
Conventionele geluiden als branding en kanonvuur hadden we kant en klaar in voorraad, andere had ik op papier al ontworpen, en een derde soort ontstond uit proefnemingen in de
studio. Daar hadden we vaak de grootste moeite en het meeste plezier mee.
Voorzover de muziek niet in het script was uitgestippeld, bezorgde Han die.
Het plezier, dat las u in de aanhef al, is de voornaamste reden om met zo'n operatie te beginnen. We hebben hier met een radiostrip te maken, maar het kan evengoed voor eigen gebruik.
De radio heeft wél nuttige kanten: je beschikt over apparatuur en bijbehorende vakman, je weet dat iedereen op tijd zal blijven komen en zijn best doet tot het einde toe, en dat het product niet zal verzanden in strikt onderlinge flauwe kul.
En je hebt natuurlijk geen kosten, eerder het tegendeel.
Als u echter een goed script hebt, en goede mensen (waaronder in elk geval een kundige, welvoorziene opname- en weergaveman), dan hoeft u het om de kosten niet te laten. Bioscoop en buurtcafé komen duurder uit. Of leest u liever? Lees dan de spannende serie DE REISAVONTUREN (van Prof. P en Dr. Plankton) die in dit toch al zo leesbare maandblad zal worden afgedrukt.
Of kijkt u alleen maar televisie? Ja, dan kunnen wij niets voor u doen.
- eindx
- Nee, niet sexuele folklore