Amerikaanse kroniek
door Jos Knipscheer
Een schrijver die blijkbaar niet tot de groten van de Amerikaanse literatuur wordt gerekend is John Hersey. Behalve in The Penguin Companion to Literature komt zijn naam niet voor in de standaardwerken die ik raadpleeg, en ik had (dus) nooit iets van de man gelezen voor ik, zeg maar gerust, gegrepen werd door de titel van zijn jongste roman, My Petition for More Space, waarvan de pocketeditie (Bantam, f 7,50) onlangs in Nederland geïmporteerd werd.
In al zijn bondigheid (162 pagina's) is My Petition for More Space een gaaf en letterlijk meeslepend meesterwerkje. Verrassend is meteen al dat de zo suggestieve titel exakt blijkt te zeggen wat het ‘verhaal’ te bieden heeft. De verteller laat weten dat hij zich heeft aangesloten bij een vier rijen dikke, lange kolonne mensen die op weg zijn-voetje voor voetje, met een snelheid van één blok per vijftien à twintig minuten - naar voorlopig nog onzichtbare loketten, waar zij bij de autoriteiten petities mogen indienen.
De roman speelt zich af, zoals de kaft meldt, in de ‘niet-teverre toekomst’. De bevolkingsexplosie heeft ook New Haven, Conn., niet onberoerd gelaten. Mensen wonen in slaapzaalachtige vertrekken in door verflijnen op de vloer afgescheiden gedeelten. Er zijn drie maten: voor alleenstaanden, voor echtparen en voor echtparen met kind. Meer dan één kind is niet toegestaan. Overtreden van de lijnen wordt zwaar gestraft. Van enige privacy is geen sprake.
De roman gaat dus over niets minder dan het wereldwijde probleem van de overbevolking, maar speelt zich af in één straat van zomaar een Amerikaanse stad, in een tijdsbestek van niet veel meer dan een uur en over een afstand van hooguit een paar honderd meter. Hersey beschrijft dat laatste uur van de ik-figuur in de rij, waarin lichaamsbeweging naar eigen goeddunken volkomen uitgesloten is en kontakt, via heupen, borsten, billen, knieën en voeten en via gesprekken, alleen mogelijk met de vier ‘aanrakers’ en via-via met de aanrakers van de aanrakers. Van de jonge vrouw vóór hem kan hij alleen nek, achterhoofd en soms haar profiel zien, terwijl zij van hem uitsluitend een vage glimp kan opvangen; de man achter hem is alleen herkenbaar aan zijn stemgeluid. Zo'n rij biedt in elk geval mogelijkheden voor fantasie, en er ontstaan vreemde, hypergevoelige relaties.
De gesprekken gaan over de aard van de diverse petities en over de kansen dat zij ingewilligd zullen worden. De één vraagt om een bepaalde opleiding voor haar kleinzoon, de ander om Cubaanse sigaren, de derde om een andere baan, de vierde om toestemming voor een huwelijk, enz.
En wat gaat de ik-figuur vragen? Meer ruimte!