De Gelukkige Prins
van Oscar Wilde
door Dolf Verroen
Kinderboeken die niet voor kinderen zijn geschreven, zijn dikwijls het best van allemaal. Ze missen het opzettelijk kinderlijke toontje waardoor ‘echte’ kinderboeken dikwijls zo kortademig worden en hun thematieken worden door kinderen vaak eerder herkend en beter begrepen dan door grote mensen.
Zo'n boek lijkt mij nu De gelukkige prins van Oscar Wilde, dat heel goed werd vertaald door Gerrit Komrij en met de mooie, zeer doorwerkte tekeningen van Thomas Koolhaas door Boelen werd uitgegeven. Deze Happy Prince and other Tales mogen dan in 1888 voor het eerst zijn verschenen, zij maken (zelfs in vertaling) de indruk of ze nu zijn geschreven, zo natuurlijk, direkt en persoonlijk is de stijl er van - kenmerken volgens mij van werkelijk grote schrijvers. Dat Wilde een groot schrijver was wist natuurlijk iedereen allang, maar dat hij sprookjes had geschreven die ook werkelijk sprookjes zijn - en geen sprookjesachtige vertellingen van een modern schrijver uit de vorige eeuw - wisten misschien nog niet zoveel mensen. Ze zijn het echt, ondanks de kritiek op de maatschappij zoals deze in het titelverhaal naar voren komt, ondanks de spirituele wijze waarop Wilde de spot drijft met de vriendschappelijke gevoelens van De trouwe vriend, zelfs ondanks de eng-mystieke symboliek van het jongetje met de bespijkerde handen en voeten in De zelfzuchtige reus. Een (kinder)boek voor levenslang.
OSCAR WILDE: ‘De gelukkige prins’
vertaling: Gerrit Komrij
illustraties: Thomas Koolhaas
Boelen 155 blz. 35,- |