Siegfried Lenz anders door André Matthijsse
Siegfried Lenz - bijna even populair maar lang niet zo belangrijk als Böll - wordt sinds zijn grote succes Deutschstunde ook in het Nederlands vertaald. Na Duits volgde Het voorbeeld; twee grote romans die het na-oorlogse Duitsland tot onderwerp hebben. Beter dan in die romans is Lenz echter eigenlijk in zijn verhalen. Zijn eerste verhalenbundel wordt nog steeds als een van zijn beste beschouwd: So zärtlich war Suleyken (1955). Deze bundel kreeg een opvolger onder de titel Der Geist der Mirabelle. Geschichten aus Bollerup, nu in het Nederlands vertaald onder de titel Het doordeweekse been en andere dorpsverhalen. Evenmin als Suleyken is Bollerup een bestaand dorpje. Het bestaat alleen in de geografie van de fantasie van de schrijver.
De verhalen die Lenz aan dit dorpje wijdt, laten zich het beste als anecdoten typeren. Zoals in dat titelverhaal, waarin de boer Dors met zijn been in de naaimachine raakt. Niks aan de hand, het is het doordeweekse been: ‘Als dat met mijn zondagse been was gebeurd zou ik razend zijn geweest. Want mijn zondagse been, dat thuis staat, is van eikenhout. En dit is van vurenhout. Huuul’, zegt Dors tenslotte.
Siegfried Lenz komt met de karakterisering van personen en omstandigheden in deze korte verhalen veel beter uit de voeten dan in zijn romans. Bovendien hebben deze verhalen niet de loodzware moralistische belasting die zijn romans torsen. Een heel andere Lenz derhalve. De lezers van de romancier Lenz mogen de luchtige verteller zeker niet laten liggen.
SIEGFRIED LENZ: ‘Het doordeweekse been’
vertaling W. Wielek-Berg
Elsevier 107 blz. 9,90 |