Dolf Verroen over
3 nieuwe prentenboeken
Weer twee prentenboeken van Tomi Ungerer: De tovenaarsleerling en De drie rovers. De platen in deze groot uitgevoerde boeken zijn zoals we van Tomi Ungerer kunnen verwachten: niet romantisch of verfijnd, soms wat grof, zeer kleurig. In De tovenaarsleerling valt er veel op te zien en in De drie rovers zijn ze zeer sumier en wat geestiger. Ze zijn wel heel eigen en beslist niet clichématig.
De teksten zijn precies zo geschreven als voor een prentenboek nodig is - kort en visueel - maar de verhaaltjes zijn naar mijn smaak wel wat te moralistisch voor deze tijd.
In het door Barbara Hazen geschreven en door Rosa Bromet vertaalde verhaal De tovenaarsleerling gaat het om een leerling die zo lui is, dat hij de boel eerst in het honderd laat lopen en later loon naar werken krijgt. Zijn billen moeten er blauw van zien.
In het door Dieneke Corvers vertaalde en vermoedelijk door Tomi Ungerer zelf geschreven verhaaltje De drie rovers ontdekken de rovers tijdens het overvallen van een koets een arm weesmeisje en dat wordt dan de aanleiding tot de grote bekering. Wanneer ze zich tot een soort Josephine Bakers hebben omgeturnd en zich een kasteel vol weeskinderen hebben aangeschaft, wordt het ze eindelijk duidelijk wat ze met hun geroofde schatten moeten doen. Moraal door de achterdeur dus. Allemaal niet ironisch genoeg om echt leuk te zijn. Bruna is van beide boeken de uitgever.
Veel mooier, fantasievoller en fijnzinniger zijn de schilderingen in achterglas-techniek in Een tuin vol dieren van Erna Emhardt, die samen met An Rutgers van der Loef ook Het kerstverhaal maakte, dat in BZZLLETIN 31 door mij werd besproken. Platen die uitmunten door intimiteit. Er valt veel op te zien. De kleuren zijn mooi en alle dieren hebben een persoonlijke uitdrukking. Een boek dat ik erg leuk vind, ondanks een niet erg geslaagde tekst. Op Het verhaal van de olifanten na, want dat is prima. De andere verhaaltjes (van Alfons Schweiggert) doen wat ‘verzonnen’ aan en blijven veelal in hun bedoeling steken. Jammer. Anne Otten heeft ze overigens goed vertaald. Een uitgave van Ploegsma.