verholen wijze in poëzie bespreekbaar is gemaakt.
Wanneer deze indruk juist is, dan omvat hij toch niet meer dan 1/3 deel van de waarheid die Verschrikkelijke winter ons voor ogen houdt, want 2/3 wie zo'n impasse-gevoel op de hier in praktijk gebrachte wijze weet te verwoerden is daarmee meteen uit het slop waarin hij dacht te verkeren en heeft voorgoed zijn meesterschap bewezen. Bovendien (3/3): moeheid, inertie zo men wil, en melancholie zijn in Van de Waarsenburgs werk sinds Powezie 69 nooit helemaal afwezig geweest, - een open deur voor wie ook de daarop volgende bundels kent. Hij is daardoor, literair-sociologisch gesproken, als zo velen een laat-20e-eeuws auteur, in sommige opzichten vergelijkbaar met in de sfeer van de aangetaste bourgeois-cultuur werkende dichters als Kloos, Leopold en Van de Woestijne (bien étonnés de se trouver ensemble!), zij het met dit doorslaggevende verschil dat hij zich van deze, zeg maar fin-de-siècle-positie, meer dan bewust is. De cyclus ‘Afscheid van het engagement?’ (let op het vraagteken) en het ‘Laat 20e eeuws gedicht’ zijn en om dit te bewijzen.
Voor mij bepaalt dit bewustzijn, samen met de grote plastische kwaliteiten en de ernstige, wat introverte toon van de in Verschrikkelijke winter gebundelde poëzie de kracht en de waarde van deze nieuwe bundel in Van de Waarsenburgs al niet geringe oeuvre.
Gèr Boosten, die 23 tekeningen aan Verschrikkelijke winter bijdroeg en ook het omslag ontwierp, heeft zich in een tijdsbestek van enkele jaren op grond van zijn grafisch werk een internationale reputatie opgebouwd. Het Nederlandse toneelpubliek kent de decors die hij ontwierp voor ‘Een bruid in de morgen’ en ‘Suiker’ van Claus (1074).
Zijn intrigerende, soms prachtige, soms wat angstaanjagende prenten functioneren door hun cyclische karakter - ze zijn als reeksen over het boek verspreid - duidelijk als zelfstandigheden, niet als illustraties in de klassieke zin, Net als de gedichten nodigen zij de kijker uit tot het geven van een interpretatie. De hierbij gereproduceerde tekening: een arbeider die zijn werkkiel aantrekt, waarbij zijn armen bijna natuurnoodzakelijk als in verzet met gebalde vuisten de lucht in gaan, vertegenwoordigt slechts een gedeelte van Boostens thematiek. (De geblinddoekte arbeider met een decadent feestende bourgeois op de achtergrond en de op het eerste plan getreden werkman, zoals men ze kan zien op twee andere prenten, liggen in dezelfde sfeer).
Dat de denkwereld van de zeer aan Hans van de Waarsenburg verwante Gèr Boosten met deze vluchtige blik op zijn politieke stellingname nog maar zeer onvoldoende beschreven is, daarvan overtuige de kijker-lezer zichzelf in dit unieke boek van twee doorgewinterde kunstenaars, dat ons door de uitgevers voor een bijna opzienbarend lage prijs aangeboden wordt.
HANS VAN DE WAARSENBURG: ‘Verschrikkelijke winter’
illustraties: Gèr Boosten
Nijgh & Van Ditmar 112 blz. 19,50 |