gewoond en geleefd. Zij kwam uit een familie van puriteinen. Na een korte liefde voor een getrouwde man keerde zij naar haar oude Amherst terug en heeft verder een volkomen eenzelvig leven geleid. Zoals reeds gezegd, correspondeerde zij met enige vrienden en deze brieven zijn in 1951 uitgegeven bij Gollancz in Londen. Zij heeft ongeveer 1500 verzen geschreven, meestal zeer korte.
Wat er in die stille jaren in deze vrouw omgegaan moet zijn staat in deze poëzie en het is duidelijk dat het een turbulent innerlijk bestaan geweest moet zijn. Geen terrein van de menselijke denkwereld en gevoelswereld heeft haar onberoerd gelaten. Geloof, mystiek, liefde, verdriet, dood, de natuur in al zijn vormen van mug tot berg, alles was voer voor haar hoogst oorspronkelijke reacties die zij genoteerd heeft in zulk een fenomenaal rake, korte vorm dat de meeste van haar verzen nog steeds aandoen als vuurpijlen die de geestelijke omgeving in gloed zetten. De plastiek van haar regels is hoekig als van een moderne sculpture.
Deze verzen zijn zo intens geladen en geconcentreerd dat je je onwillekeurig weleens af gaat vragen wat een conventioneler dichter wel allemaal overhoop gehaald zou hebben om hetzelfde uit te drukken. En een van de opvallendste kanten van haar dichterlijk wezen is dan nog dat zij zowel diepzinnig als ironisch en luchtig kan zijn; gewoonlijk alledrie tegelijk. Als je haar kleine verzen leest weet je eigenlijk nooit waar je toe gedwongen wordt, tot diep nadenken of tot intens vermaakt zijn.
Een turbulent innerlijk leven - vurig als ze bewondert, diepzinnig als ze nadenkt, verdrietig, teder, geestig, sceptisch, vrijmoedig en in alles evenwichtig. Kortom, een mens zoals er geen tweede geweest is en begaafd met een ongelooflijk groot talent.
Als gemakkelijk te volgen illustratie voor dit alles, zal ik laten horen hoe Emily Dickinson over het geloof dacht en daarbij moet men dan bedenken dat dit in de helft van de vorige eeuw geformuleerd is. Van de twee korte verzen die ik hiervoor gebruiken zal, heeft Vestdijk het eerste vertaald.
I. Prayer is the little implement
Where presence is denied them.
By means of it in God's ear;
Waardoor de mensch bereikt
Zij blazen hun zacht praatje
Zoo in de oren van den Heer.
Legt men het apparaat weer neer.
In het tweede, hier volgende, vers is zij tot de conclusie gekomen dat zij ondanks haar scepsis toch nog gelooft in God, maar daar geen verklaring voor weet.
Yet know I how the heather looks,
Yet certain am I of the spot
As if the chart were given.
‘I never saw the sea - en ditzelfde mens heeft de hele wereld in haar vers gehaald en waarmee? Met haar naaste omgeving en haar fenomenale verbeelding. Dat drukt zij uit in het volgende kleine vers, eveneens door Vestdijk vertaald en een van haar bekendste.
To make a prairie it takes a clover and one bee, And revery.
Voor het maken van een weide
Heeft men klaver nodig en bijen,
Eén klaverplantje en één bij - En dromerij.
Wanneer er weinig bijen op de been zijn
Hoewel Vestdijk met zijn vertalingen de eerste stoot heeft gegeven tot het bekend worden van deze dichteres in Nederland, ben ik toch niet helemaal gelukkig met deze vertalingen. Bij de bovenstaande b.v. treft mij de beperking die het geheel gekregen heeft door het woord ‘prairie’ te vervangen door ‘weide’. Wij hebben wel geen woord voor ‘prairie’ zomin als voor pampa of poesta; drie woorden die een onafzienbare ruimte suggereren. Dat laatste nu doet het woord ‘weide’ bepaald niet. Daar komt nog bij dat de dichteres ‘meadow’ zou hebben gebruikt als ze ‘weide’ bedoeld had. Vestdijk had ‘prairie’ rustig kunnen laten staan.
Ik zou aan het citeren kunnen blijven, maar ik doe het niet. Nog één klein vers waarin ze op onnavolgbare wijze zowel haar afkeer van grootdoenerij als haar zelfspot uitdrukt.
Then there's a pair of us - don't tell!
They'd banish us, you know.
How dreary to be somebody!
To tell your name the livelong day
Het moet een verrukkelijk mens geweest zijn, deze Emily en ze schreef verzen alsof nog nooit iemand eerder een vers geschreven had en dat is nu precies het soort van oorspronkelijkheid dat zij op de Amerikaanse dichters na haar overgedragen heeft Op de beste tenminste. ‘The little tippler leaning against the sun’, die voor haar raam ‘just a sea with a stem’ had staan en die de dood ‘that postponeless creature’ noemde; ze moet een elf geweest zijn met het hart van een vrouw en de geest van een filosoof.