Brief
N.A.V. CLARA EGGINK: GELIJK OVERSTEKEN BZZLLET IN 29
ROALD DAHL?
De Britse literatuur is rijk, en bestsellende auteurs worden ook hier verkocht. Dat is nuttig, want vaak schrijven ze goed. Neem Roald Dahl. Zijn verhalen berusten op mooie vondsten en zijn kundig uitgewerkt. Hij verdient zijn succes.
Nu zijn er ook nog schrijvers die niet vertaald of verfilmd worden en dus aan de Nederlandse aandacht ontsnappen. Wie heeft hier ooit gehoord van Ernest Bramah bijvoorbeeld? Of A.G. Macdonell? Hij was een van die ironische vaklieden die het met wat meer pretentie tegen de besten zouden kunnen opnemen. Ernest Bramah is nooit geëvenaard - een echte author's author.
Eveneens vooroorlogs, en in de Angelsaksische wereld nog altijd met ere genoemd, is John Collier.
Dat de gewone man hem niet kent, is te verwachten. Dat men Roald Dahl aanziet voor een pionier en unicum op zijn terrein is een gevolg. Maar in een blad als dit mag dat niet passeren. Iemand als Clara Eggink mag niet voortbestaan zonder kennis te maken met John Collier. Hij is te zeer aan haar besteed, en aan alle liefhebbers van zijn genre. Ik vertrouw dat hij nog in druk is, of anders antiquarisch verkrijgbaar.
John Collier, geb. 1901 te Londen, maakte in Engeland naam met gedichten en romans His Monkey Wife (1930) en Tom's A-Cold (1933), maar het gaat nu vooral om zijn short stories, ook in de V.S. (waar hij veel kwam en in 1936 trouwde) hoog gewaardeerd.
No Traveler Returns (1931), Green Thoughts (1932), Defy the Foul Fiend (1934), The Devil and All (1934), Variations on a Theme (1935), Presenting Moonshine (1941) en Fancies and Goodnights (1951) vormen een totaalproductie, waarvan op zijn minst in behoorlijke bibliotheken sporen aanwezig moeten zijn.
Ga dus op zoek naar John Collier, als u Roald Dahl bewondert. Ik weet niet, of laatstgenoemde eerstgenoemde heeft gelezen. Het lijkt mij waarschijnlijk. Daarmee is hij niet gekleineerd. Benchley had veel aan Leacock te danken en maakte daar geen geheim van, maar plagiaat had hij niet nodig.
Wel zult u, denk ik, beamen dat Collier de meester is. Niet een voorloper, maar een geniale navolgbare. Navolgbaar dan altijd door een enkeling als Dahl.
Geo Staad.