Clara Eggink
Over gelijk oversteken van Roald Dahl
Met een parkiet heeft men gewoonlijk geen seksuele omgang, zegt dr. Jacobs
Toen ik met Roald Dahls werk kennismaakte - dat is lang geleden - dacht ik dat het me niet zou verbazen als deze schrijver de uitvinder van de sick joke is geweest. Bij het lezen van zijn verhalen moest ik voortdurend denken aan de eerste sick joke die ik ooit gehoord had. U kent hem waarschijnlijk; die van die ma die tegen haar zoontje zegt: ‘Jantje, als je nou niet ophoudt met dat gillen, spijker ik je andere handje ook aan de tafel vast’. Helaas beschikkend over een al te alerte fantasie werd ik alleen maar doodellendig van die mop, want achter het absurde van zo'n geintje staan alle mishandelde kinderen van de wereld op. De associatie was trouwens niet gek, heb ik later ontdekt. Roald Dahl is diep geïnteresseerd in kindermishandeling en herinnert zich nog als de dag van gisteren het slaag dat hij op zijn Engelse school kreeg; van de klasseleider en van een leraar die later aartsbisschop van Canterbury is geworden. (Lees ‘Galloping Foxley’). Langzamerhand en via Roald Dahl ben ik gaan wennen aan dat soort lolletjes-ze raken er tegenwoordig blijkbaar uit - maar als ik er een hoor weet ik nog altijd niet wat het eerst in me ontstaat; de rilling van ellende of de lach. Als ik na ga denken hoe dat komt, dan meen ik te moeten zeggen dat die reactie ontstaat omdat in de sick joke en dus ook in de verhalen van Roald Dahl een afzichtelijke waarheid betreffende de menselijke aard zit, voorgedragen als absurditeit. Niet voor niks heeft Dahl een van zijn bundels ‘Someone like you’ genoemd.
Deze bundel ‘Someone like you’, is typisch een staalkaart van menselijke zwakheden. Daar is ‘Taste’, het verhaal van de opscheppende wijnkenner, die stiekum gaat kijken naar de fles die de gastheer heeft uitgezet en daarbij zijn bril laat liggen. Daar is ‘Lamb to the Slaughter’, de vrouw die haar man doodslaat met een bevroren lamsbout, die als camouflage in de oven zet en vervolgens door de politie laat opeten. De hebzucht in ‘Man from the South’ en gevariëerd in ‘Dip in the Pool’. Om een auto te bemachtigen heeft de een nog één vinger aan haar hand en de ander verdrinkt in zee. ‘Poison’, het verhaal van de Europeaan, die urenlang in ondraaglijke kwelling ligt met een giftige slang slapend op zijn borst. Als het gevaar voorbij is, weet hij niet anders te doen dan de Indiase dokter die hem met eindeloze omzichtigheid bevrijd heeft, de grofste beledigingen toe te snauwen. Sadisme in ‘The Ratcatcher’ met zijn vervolg ‘Rummins’. Oplichting en bedrog bij ‘Lady Love, my Dove’ en ‘Claud's Dog’. En dan nog het verhaal waar de navrante gruwel in de symboliek blijft ‘The Sound Machine’; de man die een machine heeft uitgevonden waarmee je het gillen van afgesneden bloemen en van omgehakte bomen kan horen, gebouwd in een kinderdoodkistje. Ik meen dat dit Dahls eerste gepubliceerde verhaal is.
Het merkwaardige van deze nieuwe bundel ‘Gelijk Oversteken’ is dat Roald Dahl, die zich tot nu toe in zijn werk niet met sex bemoeit heeft en die verklaard heeft afkerig te zijn van overmatig sexvertoon, hier met vier uitgesproken sexverhalen voor de dag komt. Je vraagt je af waarom. Mogelijk is hij op de andere menselijke euvelen een beetje uitgekeken, mogelijk ook heeft hij zich laten verleiden tot meedoen. Het is duidelijk dat hij met deze menselijke zwakheid minder goed overweg kan. Want hoe kostelijk en boeiend deze verhalen ook zijn, met die sex is iets mis volgens mij. En wel dit, dat om derwille van de intrige die zonder dat niet op zou gaan, twee van de histories zich in het stikdonker moeten afspelen. In zulk een Egyptische duisternis dat de partners elkaar met geen mogelijkheid kunnen herkennen. Nu is een dergelijk foefje nog wel te aanvaarden in Le Marriage de Figaro b.v., maar toch niet bij een avontuur dat zich heel precies in 1946 afspeelt. Dat vind ik ronduit belachelijk. Hetzelfde geldt voor ‘Gelijk Oversteken’, waarbij twee Amerikaanse echtparen aan partnerruil doen zonder medeweten van de beide vrouwen. Hoogst ingenieus, dat moet gezegd, maar niet aanvaardbaar. In de beide andere, ‘Het laatste Bedrijf’ en ‘Teef’ zit het met die sex wel iets beter, hoewel het bij het