Eens een politieagent altijd een politieagent
EENS EEN POLITIEAGENT ALTIJD EEN POLITIEAGENT
Er kan geen boek met aforismen verschijen, of de Vlaming Gerd de Ley heeft er wel iets mee te maken. Voornamelijk als samensteller heeft heeft hij een groot aantal bloemlezingen op zijn naam staan. Sommige (dikke) bundels, waarin uitspraken en citaten van honderden auteurs bijeengebracht zijn, maar ook bloemlezingen van een enkel auteur als Louis Paul Boon (Boon-apartjes) en W.F. Hermans (Hellebaarden).
De Standaard uitgeverij heeft er weer een deeltje aan toegevoegd: ‘Al te zoet is buurvrouws bed’, spelen met spreekwoorden en gezegswijzen, samengesteld door Gerd de Ley; terwijl uitgeverij Scheltens en Giltay maar liefst vier boekjes met aforismen op de amrkt heeft gebracht, als begin van een nieuwe serie (‘Dwarsliggers’), onder redaktie van Gerd de Ley. Leveranciers zijn Louis Paul Boon (Verse Boontjes), Gaston Durnez (Dagboek van een verwonde(rde), Karel Jonckheere (Halve zolen en achterlappen) en Cees Buddindh' (Een centje voor de erepoort).
Het is bijna ondoenlijk om een paar honderd aforismen achter elkaar te lezen, maar juist dan bekruipt je het gevoel van een enorme meligheid, die er gewoon van afdruipt. ‘B-forismen’ (Durnez) en dergelijke onpret.
Wanneer Gerd de Ley het aforisme in zijn voorwoord bij ‘Al te zoet is buurvrouws bed’ als volgt definieërt: ‘het aforisme is bij uitstek het literaire genre dat algemeen aanvaarde waarheden en vooral schijnwaarheden probeert te ontwaarden en af te takelen door ze om te draaien, aan te vullen of door ze te ondermijnen met woordspelingen’, had hij met de keuze bij de zojuist verschenen Dwarsliggers wat kritischer kunnen zijn. ‘Jung door Freud’ (Boon), ‘Mijn vriend is geruineerd. Hij had zijn geld gedeponeerd in een mistbank’ (Jonckheere) en ‘Hoempapa: een vader die in de fanfare speelt’ (Durnez) zijn natuurlijk buitengewoon onbenullige uitspraken en behoren tot het ‘literair genre’ van de gewildheid. Dat neemt echter niet weg, dat er best aardige ‘ontwaardingen’ in staan, maar het geheel is wat mager.
Een uitzondering vormt -zoals altijd- Buddingh'. Als geen ander is hij in staat met taal te spelen en te manipuleren, voortdurend zoekend naar onverwachte effecten, zonder het effect om het effect te gebruiken, zoals bij de drie anderen maar al te vaak het geval is en ook niet te moraliserend. De bundel ‘Een centje voor de erepoort’ is dan ook de meest oorspronkelijke van het viertal. Buddingh': ‘Het is een misverstand, dat men groter lijkt wanneer men op zijn fatsoen staat’, en ‘Eens een politieagent, altijd een politieagent’.
‘Al te zoet is buurvrouws bed’, samengesteld door Gerd de Ley
Standaard 88 blz. 8.50 |
Dwarsliggers, een aforismenserie onder redaktie van Gerd de Ley:
LOUIS PAUL BOON: ‘Verse Boontjes’ |
GASTON DURNEZ: ‘Dagboek van een verwonde(rde) |
KAREL JONCKHEERE: ‘Halve zolen en achterlappen’ |
CEES BUDDINGH': ‘Een centje voor de erepoort’ |
Scheltens & Giltay per deel: 64 blz. 5.75 |