Dolf Verroen in het Dolfinarium
Dolfje en Delfientje Tuimelaar door Staf Versweyveld is het tweede uitgaafje in een kortgeleden door Het Spectrum gestarte serie informatieve kinderboeken over dieren, waarvan Pim de Pinguin het eerste was.
Ik ben altijd wat huiverig voor zo'n schoolse opzet, omdat uitgevers het meestal te kostbaar vinden om, naast degene die de informatie heeft, een goede kinder- of jeugdboekenschrijver in te schakelen om de informatie niet alleen boeiend maar vooral ook visueel goed over te laten brengen - iets dat voor kinderen uitermate belangrijk is. (Maar zoiets vereist vakkennis en dat weten zelfs uitgevers nog niet altijd.) Toen ik dit informatieboekje over dolfijnen met die weinig oorspronkelijke titel opensloeg, kreeg ik al meteen de schrik, want wie begint er nu een boekje voor kinderen vanaf acht jaar met de zin: ‘Daar waar het water nog helder is en goed om in te leven, doorbreken als blinkende reuzenkogels tientallen dolfijnen het wateroppervlak.’ Dit refrendarissenproza gaat door tot ‘broer en zus’ dolfijn ook nog gaan praten. Zo in de trant van: -‘Ik ga je pakken’, zegt Dolfje. (En vrijwel nergens wordt de dialoog briljanter of oorspronkelijker.) Hopelijk zijn kinderen wat wijzer dan deze schrijver en zullen ze na het lezen van dit boekje niet verder leven met het idee dat dolfijnen ook werkelijk kunnen praten.
Maar wat een kinderachtige en vooral onjuiste manier om kinderen het sociale contakt tussen dieren duidelijk te maken. Dat komt er trouwens niet zo erg aan te pas, want de dieren worden gevangen, uit zee gehaald en (voor wetenschappelijk onderzoek) naar een speciaal voor hen ingericht bassin gebracht. En dan wordt uitsluitend hun intelligente reacties op door mensen bedachte dingen beschreven - reacties overigens die alle kinderen die wel eens in het dolfinarium zijn geweest allang weten.
Gelukkig brengt de schrijver ons wat af van het idee dat dolfijnen een soort goudvissen in een kom zijn door ze naar zee te laten terugbrengen. Hij gaat tenslotte ook wat kortere zinnen schrijven, zodat het verhaaltje een stuk boeiender wordt. Het stukje over de geboorte lijkt mij van alles het meest geslaagd, maar ik stel me voor dat het allemaal beter, visueler en minder zouteloos kan. De tekeningen van Conry van Baarle zijn aardig, al zie je de buigzaamheid van de dolfijn er niet helemaal aan af.
STAF VERSWEIJVELD: ‘Dolfje en Delfientje Tuimelaar’
Spectrum 28 blz. 4.95 |