Diana Lebacs Nancho van Bonaire besproken door Dolf Verroen
Zojuist is bij de uitgeverij Leopold in Den Haag het tweede boek verschenen van de in 1947 op Curacao geboren Diana Lebacs, die debuteerde met Sherry, het begin van een begin.
Daarin geeft zij een beeld van Antilliaanse opvattingen over het maatschappelijk gedrag van jongeren op Curacao. Het is een sterk autobiografisch getint boek over de moeilijkheden die jonge mensen op Curacao ondervinden als zij de mensen daar uit hun apathie proberen te halen. Nancho van Bonaire - voor kinderen van tien tot twaalf jaar - is het eerste deel van een serie van vier boeken. Nancho zal in ieder boek weer ouder zijn, maar zijn avonturen zijn niet zomaar avonturen, maar ware gebeurtenissen rond de mensen van Bonaire - het eiland van zeevaarders en vissers.
Het eerste deel speelt in het Rincon van vroeger, tussen 1950 en 1955 - een Rincon zoals het nu niet meer bestaat.
Nancho is de steun en toeverlaat van zijn moeder, want zijn vader is zeeman en veel van huis.
Hij moet zich altijd groot houden: als de orkaan hun huis vernielt, als hij alleen een paar jaar bij zijn grootmoeder in Rincon moet wonen, als hij het moet opnemen tegen de opschepper Guillermito en als het bericht komt dat het schip van zijn vader in de lucht is gevlogen. Tegen zoveel pecht kan hij in zijn eentje niet meer op.
Ma Chichi neemt hem mee naar de Kurioso, een wijze man, die hem behandelt en hem een afweermiddel tegen boze krachten geeft.
Nancho van Bonaire bevat een schat van gegevens over een verre wereld, maar door de suggestieve verteltrant van Diana Lebacs komt deze wereld steeds dichterbij.
Illustraties en omslagontwerp zijn van The Tjong Khing.
Diana Lebacs: ‘Nancho van Bonaire’
Leopold 121 blz. 15.90 |