Victor van Vriesland's nagelaten gedichten
In 1972 verscheen bij uitgeverij Em. Querido van Victor E. van Vriesland de poëziebundel ‘Bijbedoelingen’, vier jaar nadat zijn ‘Verzamelde Gedichten’ waren uitgebracht.
Bij de zojuist verschenen herdruk van ‘Bijbedoelingen’ is de bundel uitgebreid met tien nagelaten gedichten. Tezamen met de ‘Verzamelde Gedichten’ is daarmee het oeuvre van- de op 5 november 1974 overleden dichter compleet.
Van deze tien gedichten zijn een aantal reeds eerder gepubliceerd in Maatstaf. Het laatste vers ‘Dido’, wat facsimile staat afgedrukt, is onvoltooid gebleven. Vier van deze gedichten zijn op 16 maart 1973 als BZZTôH-handschriftposter uitgebracht (Kurhaus I, II en III en het gedicht Klopsignalen) ter gelegenheid van een door het BZZTôH teater georganiseerde avond waaraan naast Victor van Vriesland ook A. Roland Holst en Karel Jonckheere meewerkten.
Bij deze laatste gedichten van Victor van Vriesland blijkt weer hoe zorgvuldig en vakkundig van Vriesland zijn gedichten componeerde. Centraal staan bij deze tien verzen de vergankelijkheid en het onafwendbare einde. Wat dubbelzinnig heet één van deze gedichten ‘Epiloog’:
Schemerend beeld dat in de tijd verdween, Vrienden!-o kring van vrienden om mij heen: Nu ik weldra ben met mezelf alleen Zie 'k in u 't licht dat in mijn ogen scheen.
Liefde die mij omving en met mij ging, Het eerste en 't laatste in mijn herinnering, Bij het wegvallen van mijn wereld laat Ge 't dwaas gevoel me dat ge voortbestaat.
Klanken en woorden-hun woelzieke waan Zal in liefstes vertrouwd gelaat vergaan Wanneer het alles mij verlaten gaat En in het niets valt dat het overlaat.
VICTOR E. VAN VRIESLAND: ‘Bijbedoelingen’, uitgebreid met tien nagelaten gedichten
Querido 45 blz. 14.90 |