Een keuze uit literair paspoort
Bij de Arbeiderspers is een keuze verschenen van artikelen uit het Literair Paspoort, samengesteld door Jan van Geelen en Jan Vermeulen.
Het Literair Paspoort heeft van 1946 tot 1973 bestaan en heeft zich voornamelijk toegelegd op de in het buitenland verschenen literatuur, zowel de ‘nieuwe’ als de ‘reeds gevestigde’. Hans van Straten wijst er in zijn voorwoord op dat het tijdschrift menigmaal zijn tijd ver vooruit was. Zo werden er lang voordat Henry Miller en Nabokov in ons land bekend waren reeds besprekingen van hun werk opgenomen. De datering van de gekozen artiekelen in de bundel wijst ook in die richting.
Of het blad er de aanleiding voor is geweest dat bepaalde auteur (of boeken) in het Nederlands werden vertaald laat hij -min of meer- in het midden. Wel noemt van Straten een aantal werken, die in het L.P. reeds aandacht hadden gekregen en die tot op heden nog niet in het Nederlands zijn verschenen: ‘south wind’ (Norman Douglas), ‘the rook pool’ (Cyril Connolly), ‘mort à orédit’ (Céline), ‘Paris was our mistress’ (Samuel Putnam), ‘la tête contre les murs’ en ‘vispère au poing’ van Hervé Bazin en de surealistische romans van Julien Gracq.
Jammer dat van Straten in zijn voorwoord niets vertelt over de omstreden opheffing van het tijdschrift, terwijl de wordingsgeschiedenis uitgebreid wordt belicht.
In de bundel komen zeer uiteenlopende auteurs aan bod. Om maar eens een greep te doen: Simone de Beauvoir (Anna Blaman en Simone Dubois), Léautaud (R. Bakker), Dumas (W.F. Hermans), Norman Mailer (H.L. Leffelaar), Artaud (Paul Rodenko), Baldwin (Margrit de Sablonière) en Victor Hugo (Jan Verneulen).
Een interessante keuze, die wellicht door een tweede deel gevolgd kan worden.
JAN VAN GEELEN EN JAN VERMEULEN: ‘Literair Paspoort 1946-1973’, een keuze
Arbeiderspers 241 blz. 26.50 |