Peter Handke: groot schrijver of lieveling van de Duitse kritiek?
door Martin Ros
De thans 32-jarige Peter Handke geldt als een literair fenomeen, sedert hij in 1966 z'n opzienbarende aanval deed op de Gruppe 47 (die zich naar Handke's mening ontwikkeld had tot een verstarde vorm van neo-realistische establishment). Het was een uiterst effectieve aanval, want zelfs de ster van de grijze eminentie Hans Werner Richter begon plotseling te dalen; de keizer van de linksgeëngageerde kritiek Reich-Ranicki ging voor de bijl als iemand die de voorkeur gaf aan programmatisch sociaal-realisme boven persoonlijke stijl en toen Handke het zelfs waagde de literair-sociologische opvattingen van Sartre over literatuur aan te vallen was de uit het niets van het nog door en door rooms-katholieke Karinthië opgedoken Handke ‘de lieveling van de West-Duitse kritiek’. In de Frankfurter Allgemeine en Die Zeit kon hij geen kwaad meer doen en de ‘headlines’ over zijn figuur en werk duren voort tot en met vandaag, ook nu hij recentelijk een op zichzelf nogal modieus half-proza, half poëzie-boek met plaatjes en foto's publiceerde (Als das Wünschen noch geholfen hat, Suhrkamp). Niettemin, met de half-autobiografische romans Der kurze Brief zum langen Abschied en Wünschloses Unglück - het eerste over zijn ‘American Dream’, het tweede over de zelfmoord van zijn moeder - heeft Handke zich een onmiskenbaar groot schrijver getoond en door zijn enerzijds zeer avant-gardistisch getinte, anderzijds sterk van direct sociaal engagement afstand nemende overige werk is hij ongetwijfeld tot een sleutelfiguur geworden van een nieuwe literaire generatie. Bekroond met de Gerhart Hauptmann- en Georg Büchner-prijs, overgewaardeerd echter waar het zwakkere prestaties betreft en op betrekkelijk eenzame hoogte door het ontbreken van aanzienlijke jongere talenten in de Duitse literatuur is Handke de grote doorstoot geworden van de zogenoemde tweede Oostenrijkse golf. Met de eerste wordt
de vooroorlogse Weense school bedoeld van Musil, Broch, von Doderer, Kraus, Joseph Roth en in zekere zin ook Kafka, tenslotte ook een door en door Oostenrijkse schrijver, die van voornoemde auteurs trouwens de grootste invloed uitoefende op de tweede naoorlogse golf, die zich mét Peter Handke concentreerde rond de Residenz Verlag in Salzburg. Twee andere Residenz-schrijvers kunnen als aartsvaders gelden van wat thans als tweede Oostenrijkse golf geldt: Thomas Bernhard en H.C. Artmann.
Optimismus ist Feigheit van A. Paul Weber uit: Kritische Graphik Hoffmann und Campe Verlag Hamburg 1973
Handke heeft eens een heel artikel geschreven over het ontdekken van de zin van literatuur door lezing van Bernhards werk. Hij heeft overigens ook eens een verhaal geschreven, Waarin hij geheel in Kafkastijl Het Proces in een tot uiterst minimum terugbrengen van het gegeven hervertelde. Overheerste bij de vooroorlogse Oostenrijkse meesters de zich ook in de forse omvang van boeken uitdrukkende epische stijl, bij Bernhard en in nog sterker mate bij Handke is sprake van een abstraherende droomsfeer, een hantering van de meest uiteenlopende literaire technieken, van invloed van film (flashbacks!) en van een ironische, soms cynische omkering van traditionele literaire vormen en volgordes. Zelf omschreef Handke het eens zó: ‘De methode van het verhaal vind ik alleen nog maar bruikbaar als bewuste ontkenning van zichzelf: een verhaal als bespotting van het verhaal.’ Terwijl hij in zijn omvangrijkste romans in feite de structuur van de klassieke Duitse ontwikkelingsroman hanteert (dus grof gezegd, de ontwikkeling van een puber tot man met droever maar ook wijzer makende levenservaringen), zet hij die tegelijk op z'n kop, parodiëert op het thema of wisselt gewone verteltrant ineens af met ooggetuigeverslag, filmscenario, examenvragen, wildwestverhalen, of zelfs thriller- en detective-elementen. Er gaat daardoor van Handke's werk, wanneer hij op zijn best is, een vervreemdend effect uit, waarin spot, tragiek, absurditeit en realisme elkaar de hand reiken tot een stijl en inhoud die een zeer origineel geheel vormen.
Handke was nog dertig toen er al een omvangrijke bloemlezing uit zijn complete oeuvre verscheen, dat, ook waar het inhoudelijk soms in hoge mate absurdistisch aandee, toch een groot aantal vooral jongere lezers bleek te kunnen boeien. In het Amerika-boek Der kurze Brief zum langen Abschied - dat evenzeer de invloed van Easy rider als van Chandler's beroemde thriller The long goodbye vertoont - schuwde Handke ook de melodramatische effecten niet, die deze raadselachtige omzwervingen van de hoofdfiguur tot een satire van een moderne schelmenroman maken. Ik vind het nog altijd Handke's sterkste, meest fantastische boek, ook omdat hij er zich niet in te buiten gaat aan de taalspelletjes en - sterk door Artmann, een onovertroffen meester in dit genre beïnvloede literaire stunts, die veel van zijn toneelwerk, hoorspelen en verhalen maakten, tot wat A. Koolhaas eens ‘een opkloppartij van woorden’ heeft genoemd. Over deze consequent door Handke doorgezette ‘Publikumsbeschimpfung’ zei hij zelf