Een bundeltje uitgekipte geestelyke gezangen(1718)–Anoniem Bundeltjen uitgekipte geestelyke gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Lied van het ik. Stem: Repicavan. O IK, ô IK, Voor my zo schadelyk: Behoeftig Ik, maar in een ogen ryk, In boosbeit ken ik niemant uw's gelyk, Ik moet om uwent wil Jezus nog derven, Gy zult van hem nu nog nimmermeer Pardon verwerven, Ik, gy moet sterven, Ik, moet zyn niet meer. 2. Dat Ik en myn, Is oorzaak van myn pyn, Dat maakt dat Ik na ziel en lighaam kwyn: En dat Ik als een schaduwe verdwyn, Dat doet u, ô Here! zo verre vertrekken, Dat is een voorhang en een dikke muur, Ey wilt die hekken, Om verre trekken: En wert myn gebuur. 3. Of Ik, zo trots, bedriegelyk en snoot, Verwagt in uwen boezem schoot op schoot, Ik zeg u aan in Jezus naam de dood Hy zal u de nek en de benen breken, De nek en zenuw' van onbuigbaar staal, Die zal hy weken, En u doen spreken Haast een ander taal. [pagina 97] [p. 97] 4. Vyandig Ik, Zo vriendelyk in schyn, Gy zult eer lang aan 't kruys genagelt zyn: Daar zult gy sterven met een lange pyn? U Vonnis dat leit al gestreken, En dat besluit is onverbiddelyk: Heer op u spreken, of op u teken, Zo wert Ik een lyk. 5. De bitterheit wykt van deze dood, Zy nodigt my te rusten in haar schoot: Ey! magtig Heer, geeft my de leste stoot, 't Eygen Ik laat dat ten grave dalen, Of buygt en brengt het op een andere dreef, 'k Wil duisent malen, dit woort herhalen, Sterf Ik; Jezus leef. P. van SORGEN. Vorige Volgende