Een bundeltje uitgekipte geestelyke gezangen(1718)–Anoniem Bundeltjen uitgekipte geestelyke gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Avond-wens, Tot de Zonne der Geregtigheid. Stemme: Psalm 92. 1. HEt dagligt is verdwenen, Vermits geen zon meer straalt, 't Naar avond-donker daalt: Gaat Gy dog nog niet henen, ô Zonne der genaden. Ag! blyf, blyf by ons, Heer! Zo 'k U maar niet ontbeer', Vreez' ik geen struikel-paden. 2. 'k Zal by u ligt dan wand'len, Tot 't geen nooit oog hier zag. Dat maakt den nagt een dag. 'k Zal als in 't dag-ligt hand'len: En 'k zal dan nimmer wyken Van 't regt'en enge Pad, Ter hoge Hemel-stad: Ja zelf ook ligt doen blyken. 3. Is blydschap zon aan 't zwigten; Is droefheids avond daar: In rampen en gevaar, Laat maar u aanschyn ligten. Of 't schoon dan nog zo duister Aan alle kanten ziet; 'k En schroom, 'k en dugt dan niet, Blyft gy dan met u luister. 4. En zo 'k geen ligt aanschouwe, En gants in 't donker ga; [pagina 11] [p. 11] Laat my op u genâ, ô Heilzon, dan vertrouwe. Gelyk gy eens deed schynen Het Ligt uit duisternis Zo doet van myn gewiss' Die nevel-damp verdwynen. 5. Egiptens duisternissen Bedekken 't over al: Dus stoot zig wis ten val Al wie u ligt moet missen Blinkt gy maar met u waarheid, ô Ligt Bron! 'k weet dat dan Geen leugens hel-rook kan Bezwalken Hemel-klaarheid. 6. Loopt 's werelds dag op 't ende: Is 't d'avond van de tyd: Zo gy maar by ons zyd, Geen zonden, geen elende, In 't droessem van de dagen, Nog 't stopen van het Al, Hoe na, hoe vreess'lyk, zal Ons krenken of vertzagen. 7. Is 't dag-perk van myn leven Ten avond-stond gespoed, Wanneer ik sterven moet: Ag! wilt my niet begeven, Ziel-Zon met u geflonker: Als my u glans aanblikt, Dan ga ik onverschrikt Door 't doodschte schaduw-donker. 8. Wat zal dan eens opdagen Een zalig glori-ligt, [pagina 12] [p. 12] Voor die u aangezigt Hier in een Spiegel zagen, Maar dan van bys begluren! Geen avond zal daar zyn; Die dag en zonne-schyn Zal onverduistert duren. CAROLUS TUINMAN. Vorige Volgende