Bundel van Bataafsche volks-liedjens(1794)–Anoniem Bundel van Bataafsche volks-liedjens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] De Batavier. Wijs: Ik ben maar een Herderinne. 1. 'K ben een Batavier geboren. en dat houde ik voor eene eer; Mag 'k met recht dien tijtel draagen dan verlangt mijn hart niet meer: Schatten kunnen ons verlaaten, maar een goede naam houdt stand, En verciert niet slechts ons zelven, maar ook tevens stad en Land. 2. 'K wil des trouw en eerlijk weezen, vriendlijk, gul, en is het nood, Eischt het vaderland mijn' bijstand, ook niet schroomen voor den dood; [pagina 31] [p. 31] 'K zal het huwlijk niet ontloop en, maar 'k neem een Bataafsche vrouw! Vreemde banden knellen vreeslijk, en verwekken naberouw. 3. 'K zal met onvermoeide krachten, werken voor mijn huisgezin, Want het bloejen van de burgers, sluit den bloei der Landen in: Och wierd dit altoos begrepen, dan verdrukten men niet ligt, Maar men ziet op eigen grootheid, en verroekeloost zijn' pligt. 4. Al mijn kindren worden zeker, vrijheidszoonen, braave liên, Batavieren, die hun welvaart, in 's Lands bloei en welvaart zien. 'K zou het licht niet kunnen dulden, bragt ik slaaven aan den Staat, Immers ziet men hoe rampzalig 't in den kring der slaaven gaat, [pagina 32] [p. 32] 5. Mag dit oogmerk mij gelukken, dan wordt mij het leven zoet, Dan zal 'k eens weêr adem haalen, dan wordt al mijn leed vergoed. Moest ik voor de vrijheid lijden, door despoten, 't viel mij hard, Maar Bataafsche vrouw en kindren, Zijn vergelding voor die smart. Vorige Volgende