Bundel van Bataafsche volks-liedjens(1794)–Anoniem Bundel van Bataafsche volks-liedjens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Drinklied. Wijs: On doit soixante mille francs. Uit de Opera: Les dettes 1. Het zoeste dat op aard kan zijn, Is wis een glaasjen lekkre wijn, Dat geeft verstand en krachten, Dat geeft verstand en krachten; Wat men mag schreeuwen van de min, Ik zeg er is geen zoetheid in, Geen zoetheid van te wachten, Geen zoetheid van te wachten. 2. Het geld is zekerlijk iet waard', Doch niet voor die 't alleen bewaard, Maar wel om wijn te koopen; Maar wel om wijn te koopen; Heeft men gebrek aan lekkren wijn, [pagina 21] [p. 21] Dan kan men piet te vreden zijn, Al had men geld bij hoopen, Al had men geld bij hoopen. 3, Een hoofd vol dampen is een schat, Die 't waar geluk in zig bevat, Zij maakt een' zot verstandig, Zij maakt een' zot verstandig: De wijn bezit een toverkracht, Hij maakt zelfs dat een brombast lacht, Hij maakt een' luiaart handig, Hij maakt een' luiaart handig. 4. Het wijntjen geeft een lafaart moed, Zo dat hij helden dalden doet, Zijn vijand durft bestrijden, Zijn vijand durft bestrijden: Die een gevoel heeft supra fijn, Kantog door middel van den wijn, De zwaarste pijnen lijden, De zwaarste pijnen lijden. [pagina 22] [p. 22] 5. Het zoetste dat op aard kan zijn, Is 't drinken van een glaasjen wijn, Dar maakt ons andre menschen, Dat maakt ons andre menschen; Het maakt een Hemel van deeze Aard', Een glaasjen wijn is schatten waard, 'T is al wat men kau wenschen, 'T is al wat men kan wenschen. Vorige Volgende