| |
| |
| |
Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes
De parabel van het kindeke Bob en de dappere vier Heemsbeatles
Kapittel 1
Hoe het Kindeke Bob en de dappere Vier Heemsbeatles elkander ontmoetten
In de oude geschiedenissen vinden wij beschreven, zo gij zult horen,
Zo gij goed oplet en uw oren gespitst openhoudt,
Een verhaal dat boeren en dwazen niet betaamt te herhalen,
Hoe de Popsterren en hun Managers
En hun Groupies en hun Roadies
En hun Hangers On en Passers By
Hun Kling-Ons, Bodyguards, Visagisten en Pedicuren
Hun Fiscaalspecialisten en oosterburen
Kortom van onder de zon alle vrolijkgezinde wezens en creaturen
De gewoonte hadden dat zij het hele jaar door feest hielden
Met grote triomf en vrolijkheid
En ieder der geneugtengenietende feestgenoten had veel genoegen
Zodat niemand de tijd lang of zwaar viel.
Dit is allemaal waar en historisch zo geschied
Want hiervan is geen woord gelogen
En er kan geen woord meer bij noch af
Het was de staâge nacht van de 28ste augustus 1964
Een nacht in het leven
De nacht na gisternacht en de nacht voor de nacht ervoor
Een nacht waarin velen van ons nog niet geboren waren ook
Een nacht waarin sluimerden de stille eeuwen
Die alras vervuld zouden zijn van het speelgeluid van tetterende trompetten en klaroenende bazuinen,
| |
| |
Van luitspel en fluitspel, velerlei instrumenten, zodat er nooit heerlijker feest gezien was:
Partytime in het Delmonico Hotel!
Een 32 verdiepingen en evenveel verhalen vertellende toren,
Opgericht in het jubeljaar 1928 door de welgenaamde bouwmeesters Goldner & Goldner
Met de onverschrokken arbeidskracht van Basken, Monegasken, Negerslaven en Roodhuiden
Daar die etnische bevolkingsgroepen geen hoogtevrees kennen of duchten,
Noch vrees om te pletter te vallen van grote hoogten op verharde oppervlakken.
Daar stond het hotel fier, een waar onneembaar belfort,
Een oase van steen in een jungle van staal en glas,
Op de hoek van Park Avenue en de 59ste straat in New York
Vroeger Nieuw Amsterdam geheten
Toen het nog bij het handelsimperium der voc behoorde
Waar de zon nooit onderging omdat hij nooit was opgegaan
Waarvan altoos en immer weer woorden getuigen als Brooklyn, Harlem, en Poppycock, hetgeen is afgeleid van Pappekak in de zin van
Gij spreekt slappe poppestront, gij onverlaat! Houdt uwen muil of waffel of ik zal u de halswervel klieven tot aan het schaambeen!
Maar ook derzulke sprekelijke woorden als
Waffle, coleslaw, cookie, spook, sleigh en snooping,
Landscape, Wall Street en natuurlijk Jan-Kees de eeuwige Yankee
En het geschiedde dat deze stad thans een van de grootste steden der Verenigde Staten is
Gelegen aan de Oostkust derzelven waarin grote luister is
En waarin vele miljoenen mensen en mensachtigen of mensgelijken wemelen ende wriemelen
De mieren gelijk die nijver hun nest bouwen
De ratten gelijk die vlijtig hun race rennen
In de tred- en mallemolen van het leven
En het is daar, maar menig jaartal geleden
Dat wij het Kindeke Bob aantreffen,
Zoals hij zichzelve aantrof,
Met zijn stoppelloze en betrekkelijke puistvrije,
| |
| |
Maar gezellig pafferige babyface,
Die menig vrouwmens aan zou zetten tot instant bemoedering,
En nog geenszins de verweerde gelooide getaande gebreeuwde uitgemergelde gymnosofist die Bob later zou worden,
Veel later na die dag waarop hij als het Kindeke Bob dat hij was kwam te komen
Rechtstreeks uit het barre noorden van het oosten van het midden des lands
Omdat hij de heilige Woodius wilde ontmoeten,
Zwerverzanger van de in de ogen van velen van zijn land- en streekgenoten
Ultralinkse terreurhymne
This land is your land,
Die deswegen geslagen was met de plaag van de ziekte van Huntington
Als martelaar voor het vrije woord
Dat hij niet meer kon uitspreken
Maar het Kindeke Bob wel,
Gezeten aan zijn ziekbed in een psychiatrische inrichting,
Te midden van het gekerm der gekken en andere andersdenkenden
Die in het Land van de Vrijheid werden opgesloten
Bij wijze van preventieve voorzorgsmaatregel.
Vervolgens vinden wij het Kindeke Bob terug,
Gehuld in zijn eigen woorden, aldus het boek Kronieken,
Of het boek Krooneikels,
Zoals de heilige Vic van Landsmeer het interpreteert,
Als een eikeltjeskroon op het toch al met zo veel eikeltjes gekroonde fonds van het klooster van de graven van Nijgh en Van Ditmar,
In dat boek dus, in zijn eigen, hervinden wij het Kindeke Bob,
In het kantoor van een getalenteerd persversmurfer,
Billy geheten,
Niet te verwarren met de Ikea-boekenkast van die naam
En niet te verwarren met Bart,
De persklaarmaker van het Boek Kronieken
Die deswegen met werkloosheid is geslagen
(Wie helpt hem aan een baan?)
En wij lezen de bladzijdes die persklaar en genummerd zijn aldus
13 tot en met 16
En wij zullen vele dingen gewaarworden
| |
| |
Die wonderlijk zijn om te horen:
Toen riep hij Billy James erbij, hoofd publiciteit van het label, en zei Billy dat hij wat promotiemateriaal over mij moest schrijven, persoonlijke dingen voor een persbericht.
Billy was in Ivy League-stijl gekleed alsof hij zo van Yale kwam - gemiddelde lengte, zwart kroeshaar. Hij zag eruit alsof hij nog nooit in zijn hele leven stoned was geweest, alsof hij zich nooit in de nesten had gewerkt. Ik wandelde zijn kantoor binnen, ging tegenover hem zitten aan zijn bureau en hij probeerde me wat feiten op te laten hoesten, alsof ik hem die wel eventjes serieus en naar waarheid zou verschaffen. Hij haalde een notitieblok en een potlood tevoorschijn en vroeg me waar ik vandaan kwam. Ik zei dat ik uit Illinois kwam en hij schreef het op. Hij vroeg of ik ooit ander werk had gedaan en ik zei dat ik tientallen baantjes had gehad, dat ik ooit op een bakkerswagen had gereden. Hij schreef het op en vroeg of er nog iets anders was. Ik zei dat ik in de bouw had gewerkt en hij vroeg me waar.
- Detroit.
- Heb je rondgereisd?
- Yep.
Hij vroeg me naar mijn familie, waar ze waren. Ik zei dat ik geen idee had, dat ze al heel lang weg waren.
- Hoe was het gezinsleven?
Ik zei dat ze me eruitgeschopt hadden.
- Wat deed je vader?
- 'lectricijn.
- En je moeder, wat deed die?
- Die was huisvrouw.
- Wat voor soort muziek speel je?
- Folkmuziek.
- Wat voor soort muziek is folkmuziek?
Ik zei dat het overgeleverde liedjes waren. Ik had de pest aan dat soort vragen. Ik moest ze maar negeren. Billy wist niet precies wat hij aan mij had en dat vond ik best. Ik had toch geen zin om zijn vragen te beantwoorden, geen enkele behoefte om wat dan ook uit te leggen aan wie dan ook.
- Hoe ben je hier gekomen? vroeg hij me.
- Met een goederentrein.
| |
| |
- Je bedoelt een passagierstrein?
- Nee, een goederentrein.
- Je bedoelt zoiets als een veewagon?
- Ja, zoiets als een veewagon. Maar dan een goederentrein.
- Okee, een goederentrein.
Ik keek langs Billy heen, langs zijn stoel door zijn raam over de straat naar een kantoorgebouw waar ik een rasechte secretaresse zag die hele-maal in iets opging - ze was druk aan het pennen, meditatief aan het werk achter een bureau. Er was niets grappigs aan haar. Ik wou dat ik een telescoop had. Billy vroeg met wie ik mezelf vergeleek in de hedendaagse muziekscene. Met niemand, zei ik. Dat was toevallig wel waar, ik vergeleek mezelf echt met niemand. Maar de rest was pure flauwekul, je reinste lulkoek.
Ik was helemaal niet met een goederentrein meegekomen. Ik zat namelijk in een vierdeurs sedan, een Impala uit '57, en was vanuit de Midwest het land door gereden - zo uit Chicago, waaruit ik hem zo snel als ik kon was gesmeerd - in volle vaart door rokende stadjes en groene velden bedekt met sneeuw, over kronkelende wegen voorwaarts, oostwaarts, over de staatsgrenzen, Ohio, Indiana, Pennsylvania, een rit van 24 uur, waarvan ik het grootste deel lag te sluimeren op de achterbank, pratende over koetjes en kalfjes. Met mijn hoofd bij heel andere dingen... tot we ten slotte de George Washington-brug over reden.
Aan de andere kant kwam de grote auto abrupt tot stilstand en liet me eruit. Ik sloeg de deur achter me dicht, zwaaide gedag en zette de pas erin op de harde sneeuw. De bijtende wind sloeg me in het gezicht. Eindelijk was ik er, in New York City, een stad als een web, te ingewikkeld om te begrijpen en ik ging het niet proberen ook.
Ik was er om zangers te vinden, zangers die ik kende van de plaat - Dave Van Ronk, Peggy Seeger, Ed McCurdy, Brownie McGhee en Sonny Terry, Josh White, The New Lost City Ramblers, Reverend Gary Davis en nog een heel stel anderen - maar vooral om Woody Guthrie te vinden. New York City, de stad die mijn lot zou bepalen. Het moderne Gomorra. Ik stond op het nulpunt van de inwijding maar was intussen beslist geen neofiet.
Toen ik aankwam, was het hartje winter. Het was bar koud en in elke ader van de stad lag een dik pak sneeuw, maar ik kwam net uit het ijskoude Noorden, een klein stukje aarde waar de donkere bevroren bossen en de ijzige wegen mij niet van mijn stuk brachten. Ik kon de beperkingen
| |
| |
overstijgen. Ik was niet op zoek naar geld of liefde. Ik had een verscherpt bewustzijn, wist waar ik naartoe wilde, was onpraktisch en bovendien een idealist. Ik kende geen mens in deze donkere koude metropool maar dat zou allemaal veranderen - en snel ook.
En een van de eerste zelfgepende oden
Van de Aanstaande alziende en alvermogende bard
Uit het ijzerertshoudende Duluth, Minnesota,
Van het Kindeke Bob, ontvangen in de grote stad New York,
Was toepasselijk genaamd de New York Praat
New York Praat
Trok uit het wilde westen weg
Het land waaraan ik was gehecht
Wist het verschil tussen boven en onder
Maar New York Town was heel bijzonder
Mensen gaan er onder in de grond
Gebouwen staan er boven in de lucht
In New York was het toen net winter
Sneeuwwind steekt je als een splinter
Doelloos loop je je verrot
Je kon er verkleumen tot op het bot
Ik verkleumde er tot op het bot
De New York Times zei dat het de koudste winter was in zeventien jaar
Maar toen had ik het niet zo koud
M'n ouwe gitaar hield ik stevig beet
Kon nog net met de metro mee
En na een dolle dwaze roll- en stampende rit
Is het ergens downtown dat ik zit
Ik liep wat rond en belandde tot slot
In een van die koffiehuizen in het blok
Ik speelde en zong op het toneel
| |
| |
Man daar zei: ‘Jongen dat was niet veel
Je klinkt als een heikneuter
Wij willen folkzangers hier.’
Als mondharmonicaspeler vond ik een baan
Voor een dollar per dag blies ik m'n longen naar de maan
Blies laag en hoog, blies traag en snel
De man daar zei hoe hij hield van mijn spel
Ging helemaal uit zijn dak hoe hij hield van mijn spel
Zeker een dollar per dag waard
En na weken te hebben rondgesnorkt
Kreeg ik eindelijk werk in de stad New York
Voor meer publiek en ook meer poen
Kon bij de bond m'n contributie voldoen
Nou dit zijn de woorden van een heel groot man
Dat je ook met een vulpen beroofd worden kan
Het duurde niet al te lang of ik voelde
Wat hij precies met die woorden bedoelde
Een hoop mensen hebben niet veel eten op hun bordje
Maar ze hebben een hoop messen en vorken
En ze moeten iets te snijden hebben
Dus op een ochtend met de zon warm op het dak
Heb ik m'n New Yorkse boeltje gepakt
Heb een pet over m'n ogen getrokken
En ben in westelijke richtingen vertrokken
We gaan verder en terug door verder te gaan
In de voetsporen, voetsproeten, de voetspruiten en voelsprieten
In de sneeuw op de straten van de stad die nooit slaapt
Zoals zo eenduidig bezongen door the top of the crap, the king of the creeps,
Bijgenaamd de Stem,
Oftewel de Lee Towers van de Nieuwe Wereld,
| |
| |
De stad waar het leven van het Kindeke Bob begon
En het voor Beatle John ophield
De stad die zich kan meten met Babylon, met Sodom, met Gomorra,
En verder alleen maar met zichzelf
Als het in de toekomst verzwolgen zal zijn door de toorn van de here
Die zal spreken als tongen van vurige paarden
In de rollende donder van de megatsunami die over een paar jaar zal vertrekken vanaf de Canarische Eilanden
En zo bevinden wij ons midden in het klokhuis van die grote appel die nooit opraakt
Daar hij al sinds de hof van Eden groeit en groeit en aangevroten wordt,
Doorboord door wormslangen en subways
Die hun giftige dampen uitslaken door mangaten in het trottoir geslagen
Bovengronds en ondermaans.
Wij schrijven en spreken in tongen van talen
Die wij kennen en kunnen uit de Kronieken
Al staat deze episode niet in dat bijbelse boek Bobs vermeld noch opgetekend
Omdat er nou eenmaal niet alles in kan staan, nietwaar,
Maar voor die types die al die informatie niet in een keer tot zich kunnen nemen:
Er komen nog twee delen en er moet wel wat te raden overblijven
En het is maar helemaal de vraag of Bob zich er nog wat van herinnert
Van wat er geschiedde - Hij was er namelijk bij,
Als oor- en ooggetuige, als oog-, neus-, oor-, keel- en longarts,
Als homo factor, als ervaringsdeskundige van dit ontloken tijdsgewricht,
Als een derzulken die deze geschiedenis mede maakten en mede mogelijk maakten
En de ware mare getrouw dat hij die erbij was er niet over kan oordelen
Springen wij in dat veronderstelde gat in zijn geheugen
En gaan terug naar de 28ste augustus van het jaar Onzes Heren 1964
In het Delmonico Hotel,
Het voormalige Delmonico Hotel moeten we zeggen
Want het Delmonico Hotel is het Delmonico Hotel niet meer
Het heet nu Trump Park Avenue,
Twee jaar geleden gekocht door de uit het slijk der aarde geboren Donald Trump
| |
| |
En verbouwd tot luxe penthouses en appartementen
Zodat de herbergfunctie is opgeheven en met het grofvuil meegegeven
Het Delmonico Hotel, zoals het nog op 28 augustus 1964 heette,
Genoemd naar het legendarische restaurant Delmonico
Dat zich in het gebouw vestigde op 1 oktober 1929
Luttele weken voor de grote Beurskrach
Die zovelen het verderf in zou storten
Zodat zij vele zaken en gegevenheden nooit zouden medemaken
Zoals de Crisis, de Tweede Wereldoorlog, de jaren Vijftig,
Korea en de kroning van de koning wiens naam was Elvis de Priester
Met zijn opwindende schuddingen der heupen
En verklankingen van oerkreten
Waarmede hij rechtstreeks tot het lichaam sprak
Alsof men er een schep of een schoffel in zette
| |
| |
| |
| |
| |
Kapittel 2
Hoe het Kindeke Bob en de dappere Vier Heemsbeatles elkander ontmoetten
Zij kenden elkander al langer van horende zeggen en sprekende horen
En luisterende zingen en zingende luisteren
Maar niet zoveel langer, slechts een maand of acht hoogstens
Dat zij van elkaars bestaan en elkaars vaarwater wisten en weet ende kennis hadden
Daarvoor moeten wij nog verder terug
Door nog verder verder terug te gaan
Naar het statige George Cinq Hotel in hartje Parijs
- Inmiddels merkwaardig genoeg het Four Seasons Hotel George V Paris genaamd
En niet het Beatles Hotel George V Paris bijvoorbeeld -
Aan de al even statige Avenue George V in het achtste arrondissement
Op een boogscheut afstand van de Square Robiac
En een steenworp van de Elyseese Velden
En een metrorit van de Olympia
Het legendarische theater
Waar de Vier Heemsbeatles in januari 1964
Voor 50 pond per avond
De veelkoppige draak van het uitzinnig verveelde Franse publiek de koppen proberen af te slaan
Wat maar moeizaam lukt
Daar de draak zich hevig verzette tegen een dergelijke operatie
En daar een aanminnige chansonnière Sylvie Vartan veel beter was
En op haar zat het publiek dat voornamelijk van mannelijke kunne en niet-kunne was (het waren immers pubers) te wachten.
Tijdens een uitje in de stad
Une très petite oignon dans la ville qui est très grande et lumineuse
Koopt Beatle George de lp En roue libre
Zoals de tweede plaat van Dylan in Frankrijk werd genoemd en omgezet
Volgens de appellation controlée van de Franse police de la langue libre
(A hard day's night moest omgedoopt worden in
Quatre garçons dans le vent en de opvolger heette niet Au secours!,
Zoals het in het taalstrijdige België is uitgebracht, maar
| |
| |
Quatre garçons sur la plage ou dans la neige, soit)
Freewheelin' dus, op hun hotelkamer draaien ze hem helemaal grijs,
Met Blowin' in the wind, Masters of War, A Hard Rain's gonna fall
En Don't think twice, it's all right,
En dat was nog maar de tweede lp van het Kindeke Bob
En op datzelfde moment rijdt datzelfde Kindeke Bob
Vele Rijnlandse zeemijlen daarvandaan in de Amerikaanse staat Colorado
Door de woestijn in zijn stalen ros met geen naam en verneemt
Dat de Beatles met 8 singletjes in de top 10 staan
Heilige rook en smeulende stinkzwammen!
Dat was voorwaar ongehoord en nog nooit eerder vertoond
Dat was de King zelfs nog nooit gelukt
En van het Kindeke Bob zelf zou zelfs geen enkele 45-toerenschijf
Ooit de allerhoogste toppositie bekleden
Maar dat was alles nog in de nevelen der toekomst beschoren
Want zover was het nog niet
En daarom kon niemand dat nog weten
Ook de tovenaar Payola niet.
Bovenaan de Billboard 100 bevond zich de hit I Want to Hold Your Hand
Die uit de benzibox of z'n tingi of z'n stinktippo in z'n waga schalde
Vrij vertaald Ik Neem Je Bij De Hand
En in diezelfde smaltblauwe Ford stationwagon beseft Bob,
Zo stoned als een door Marokkanen gepelde Hollandse garnaal
Vastgeprikt aan een cactus in de woestijn,
De stad Denver uitrijdend,
Op weg naar Verdur,
In een blits van een flits van inzicht:
‘Dit is de kant die de muziek op moet gaan.’
‘Ze deden dingen die niemand deed.
Hun akkoorden zijn outrageous, gewoon outrageous weet je wel.
Far out, buitensporig, extravagant, misdadig vet wreed
Gewoon lauw cool masterlijk yo modderfokker, baad,
En hun harmonieën maken het allemaal legitiem.’
En in dezelfde flits van een blits van inzicht bedacht hij, wrokkende en gramstorig, maar toch vervuld van blijdschap
En liefde tot al wat leeft, ahimsa,
| |
| |
Om de mooie klanken die tot hem kwamen:
‘Dat lukt me nooit in m'n eentje,
Als solozangergitaristsingersongwritermondharmonicaspeler met een pokkehumeur,
Daar heb je een hele band voor nodig, minstens.’
Terug in New York schaft het Kindeke Bob zich onmiddellijk
Een magische gitaar aan, waarin de geest van de elektriciteit huist,
Het zwaard Fender Stratocaster
Waarmee hij menig folkpurist en dogmaticus de kop in zou slaan en doorklieven tot aan de schouderbladen
Zeggende:
Dit liedje ging zo en nu gaat het zo
En terzeldertijd en wijlen weet de führer van de Vier Heemsbeatles bijgenaamd John Lennon onder invloed van het Kindeke Bob
Zijn eerste vijflettergrepige woord in een liedje onder te brengen,
Een sensatie! Een Copernicaanse revolutie in de popmuziek!
Beatle John is zo trots als een vuurvogel, een feniks, een Byrd die het zwaard Rickenbacker hanteert, een paradijsvogel,
Een Howdy's parelhoen, een Chinese geluksdraak met rugnummer 9, een mesbekpauwies, een helmcasuaris,
En het vlees dat woord werd en licht gaf was het woord ‘trivialities’ in het
liedje When I Get Home
Come on, if you please, I got no time for trivialities
Aansprekend vertaald door twee gezellen van het vertaalgilde met
Schei uit, godverdrie, ik heb geen tijd voor idioterie
In de lentemaand mei van datzelfde jaar onzes heren 1964 treedt het Kindeke Bob
In de Londense Royal Festival Hall op
Waar de Vier Heemsbeatles ooit zongen van
She loves you yeah yeah yeah
Zong het Kindeke nu zijn nieuwe meisterwerk
No no no it ain't me babe
En het al even meisterlijke Meester Tamboerijnman
En na afloop van het concert waren er vele handschuddingen
En schouderkloppingen en lipkussingen van Vrouwen en Jonkvrouwen
De een nog begerenswaardiger en begeerlijker
En warmer en heter en geiler dan de andere
| |
| |
Dat wil zeggen bereid, meer dan bereid om heel ver te gaan
Om heel dichtbij hun idool te komen
En het Kindeke Bob wist als bij toverslag wat het was
Om een popster te zijn in het land van de idolen en engelen op aarde,
Te weten het Engeland van de Vier Heemsbeatles van die dagen.
In de pauze ontving het Kindeke Bob het gezongen gelukstelegram
Van Beatle John, zeggende met de mededeling
Dat hij het jammer vond dat ze er niet bij konden zijn
Want ze hadden filmverplichtingen
Jammer.
| |
| |
| |
| |
| |
Kapittel 3
Hoe het Kindeke Bob en de Vier Heemsbeatles elkander echt ontmoetten
In de tussentijd - dat is de tijd waarin wij allemaal leven en streven
In de zin van: wanneer zult gij dat doen, wakkere ridder?
Ik zal dat doen in de tussentijd, jonkvrouwe,
Maar voor ik daaraan toekom moet ik eerst nog iets anders verrichten,
Een andere gewijde taak,
Draken doden, vuilniszakken buitenzetten, ovenschotels tingtingting laten doen, boodschappen doen voor bejaarden, de krant lezen, een lezing houden,
Immers, het leven is alzo niets anders dan datgene dat tot u geschiedt
Terwijl u iets heel anders aan het overwegen bent en in de snelkoker heeft,
Zoals ex-Beatle John ooit verzuchtte na zijn verzuchting
Plotseling ben je dertig en er is nog zoveel te doen!
Een verzuchting waar wij thans alleen maar om kunnen lachen
Want wij zijn inmiddels 72
En er is nog steeds zoveel te doen!
[De handschriftfragmenten zijn op sommige plaatsen door beschadiging onleesbaar.]
In die zogeheten en genaamde tussentijd wijlde en toefde het Kindeke Bob een wijle in het dorp genaamd Berenstad
(Dat is Bearsville, zoals het genoemd werd in die dreven en contreien),
De woonstede zijnes managers, Albertus Grootmans,
Die, zo wordt gezegd door derzulken die hem langer konden kennen dan vandaag
Een lelijke boef was van alle gezindten en in alles
Meer gelijkenis had met een grizzelige allervalste allesverslindende grizzlybeer
Dan van een deugdzaam en godvrezend mensenkind op twee benen
Zijn motto's die hem als koranspreuken op het vette lijf geschreven waren:
‘Hier met de poen’ en ‘Wil je Jack Nicholson ontmoeten?’
| |
| |
En het Kindeke Bob deed in deze verloren maanden
Tussen het niet-ontmoeten en het weldegelijkdantocheindelijk-ontmoeten van de vier Heemsbeatles
Goede werken, die aangenaam waren in Gods aangezicht
Waarvan hij later zou getuigen in een langzame trein
Vol ongelovige vedelende christenhonden en andere islamietjes
Op weg naar de groeve van geredheid
Hij bracht een geheel andere zijde van zichzelven uit,
Zijn vierde plaat in minder dan drie jaar tijds en opgenomen
Vlak na zijn terugkeer van het Europese avontuur
En zijn verblijf in het land van Rimbaud
Waar hij Camembert leerde eten met een lepel
En goede maar goedkope wijnen dronk en afdronk,
Wijnen aldus met een goede prijs-kwantiteitsverhouding,
De spijsvertering en doorstroming in de dichtader bevorderende,
Die aangenaam waren om te smaken op zijn palaat en verhemelte
En waar hij een romantische avond doorbracht met de van origine Duitse chanteuse Nico
(Toen al bekend van La Dolce Vita van Fellini
En later van die bananeplaat van de Velvet Underground)
Waarna hij een Volkswagen huurde en naar Berlijn tufte
Om de Muur te zien
En om vervolgens op vleugelen des tijds
Door te vliegen naar Griekenland waar hij in een dorpje, net buiten Athene,
In een kort tijdsbestek en -spanne de liedjes schreef voor
De plaat die later geheten werd Another Side of Bob Dylan,
Een titel die hij overigens verfoeide of fervoeide,
Zoals je tegenwoordig moet zeggen als nieuwslezer,
Verfoeide, als ware het de builenpest zelve en de pokke en de kolere en de tyfuskankertering daarbij
Daar iedere kaleidoscopische persoonlijkheid veel meer dan twee kanten bezit anders dan een lp of soapactrices die immers al veelzijdig genoemd worden als zij een voor- en achterkant bezitten dat wil zeggen tieten en een kont en dan hoeven ze nog niet eens echt te zijn ook niet!
Een lp die werd opgenomen, zeggen wij, losgeslagen immers
Frank en vrij allerlei zijpaden bewandelende chroniqueurs,
| |
| |
In één doldwaze voetschroeiende, losschroevende en steengroevende sessie
Die slechts zes uren en drie minuten in beslag nam
Op de genadeloze klok in de handen en tanden van de klapkaken des tijds
Op een goede dag ergens in de tweede helft van de 20ste eeuw.
Een ontmoeting met Johnny Cash en een optreden in Waikiki op Hawaii later
En wij schrijven en zeggen 28 augustus 1964.
Het Delmonico Hotel in New York,
Makkelijk doch onheils- en betekeniszwanger mis te spellen als het Demonico Hotel.
De nacht komt dagzwaar en regenhard vallen uit de lucht.
De Vier Heemsbeatles zijn ten tweeden male in de States
En zetten hun ongeëvenaarde triomftochten voort
En logeren in een belegerde veste en een versterkt bolwerk
Nog maar twee weken daarvoor was de rolprent A Hard Day's Night in première gegaan
Die door zwaarbewapende politieagenten werd afgeleverd
In vijfhonderd Amerikaanse bioscopen en filmtheaters
En op de tiende dag van hun 25 optredens tellende tournee
In de landen van de Verenigde Staten herwaarts over
Geschiedde het dat zij in de Grote Appel logeerden
De taferelen waren zoals al snel te doen gewoonlijk en gebruikelijk
Hectisch, waanzinnig, beatlemanisch ende absurd
‘Het was als Fellini's Satyricon,’ verzuchtte Beatle John later
Met heimwee naar de dagen van weleer.
Meisjes verkleed als verpleegsters probeerden binnen te komen
Evenals verpleegsters verkleed als playboykonijntjes
En playboykonijntjes verkleed als edelbestellers
En edelbestellers verkleed als dienstmeisjes
En de hele lobby lag vol gillen en zuchten van meisjes
Die flauwvielen en anderszins onmachtig werden
In hun blankbloemige keeltjes en weegeworden lendenen,
Zodat zij zichzelven niet meer herkenden
In de wandspiegel en het opgepoetste koper van de trapleuningen.
Met z'n allen in de lobby van de wachttoren
Die des Babels gelijk
| |
| |
Vrouwen en jonkvrouwen kwamen en gingen
En barrevoets dienstmaagden ook
Er was menigeen daartussen
Die het leven zag als grap
Maar heden ik en morgen gij
En dit is niet ons lot
Twee roadies kwamen nader
En de lift
Die ging omhoog
| |
| |
| |
| |
| |
Kapittel 4
Hoe het Kindeke Bob en de Vier Dappere Heemsbeatles elkander eindelijk ontmoetten
Het Kindeke Bob werd naar binnen geleid op zijn ros met geen naam
Afgeschermd door een falanx van wakkere New Yorkse koddebeiers
Die zich voor de deur posteerden van de kamer
Waar de Vier Heemsbeatles zojuist het avondlijke maal hadden genuttigd en besloten
In het gezelschap van hun hoognodige en mogende aanhang,
Zijnde hun zaakbeheerder en voogd Brian Epstein en de roadies Mal Evans en Neil Aspinall
Want zij waren het die het Kindeke Bob tegemoettraden
Op die avond van de 28ste augustus 1964
In de lobby van de wachttoren van het Delmonico hotel
Die des Babels gelijk
Waarna het Kindeke Bob door de zachtaardige reus Mal
Met wonderpaard en al de lift in werd getild
Met de aanhang van Bob daarbij,
Dat waren zijn gezellen in het kwaad, de schildknaap en medeweg- en bruggebruiker Victor Maymudes
En de zich noemende en genoemd wordende Al Aronowitz,
Die in het Kindeke Bob de Nieuwe Messias zag
Wil je hem ontmoeten had deze laatste wederzijds bevriende journalist
Van de Saturday Evening Post gevraagd aan Beatle John en hij had aan hem geantwoord:
- Joa, moar alleen op me aage foorwaarduh! Hij mot naar mijn toekommen en alleen as we een nummer l hebbuh en as we Amerikoa hebben geconquereerd, zei hij, terwijl hij zijn huckfinnbobdylanjohnlennonpetje, door de vertalers van de Anthology steevast ‘een muts’ genoemd, dieper over zijn ogen trok.
En aldus geschiedde.
Zo stonden zij oog in oog voor elkander
Maar niet voor elk ander
Want het was een besloten ontmoeting
Midden in het oog van de orkaan
En dat van de wereld
| |
| |
Het oog dat ademloos en handenwringend toekeek
De koningen van de toenmalig bekende wereld,
Die als vuurtorens hun licht schenen op een duistere zee vol moeilijkheden
En aldus de mensheid tot een baken waren
In zware want veranderende tijden,
De vorsten van de vierkwartsmaat
Daar de rechtmatige voormalige bezitter van de troon
Was overleden in militaire dienst in Duitsland
En nooit meer de oude werd
En ook die andere koning,
Het lam op de hemelse troon,
Werd ook niet meer zo aanbeden,
Erger nog, het scheen reeds dat deze koningen
Reeds meer en toegewijder volgelingen hadden
En ook veel meer platen verkochten
Dan de koning der joden genoemde,
‘Commissaris’ Rex ‘Gildo’ Iudaeorum,
Oftewel Jezus van N.,
Te herkennen aan de wielklem op zijn hoofd,
De naaimachine op zijn rug,
Zijn allesverzengende iriscopie,
Zijn onmetelijke godemiché
En zijn nietsontziende vingerafdrukken,
En zijn islamitische uiterlijk,
Die was gestorven om der mensenkinderen zonden te delgen
Ook van de aso's, de leeghoofden, de politici en de Belgen,
Met zijn bloed
Dat hij in wijn veranderde,
Goedkope wijn,
Dat wel,
Uit de Dirk 111, de zaak met het kroontje,
De drankkoning van drinkland, het toenmalige vrije Palestina,
Goedkope wijn zeggen wij,
En dat was precies de wijn waar het Kindeke Bob zo van hield
En waar hij nu om vroeg
Op de vraag wat hij wilde drinken,
| |
| |
Hem gesteld door Eppie, de alzo door Beatle John bijgenaamde zaakbeheerder.
- Goedkope wijn, zeide hij dus
Maar dat hadden ze niet, was hij, Eppie, bevreesd, het speet hem vreselijk,
Ze hadden alleen maar scotch en cola,
De standaard Beatledrank ook toen nog,
En champagne,
Dure maar vieze wijn uit het land van Rimbaud, met bubbeltjes en prik daarin,
Waardoor je de smaak niet meer proefde
En de aandrift gevoelde om te gaan niezen
Daar je gevuld werd met de koolzuurhoudende lucht van geld en verspilling en uitbuiting en rassendiscriminatie
Waarmede deze drank betaald werd,
Ja, die er het product en de grondslag van was,
En waar het Kindeke Bob een fel en verklaard tegenstander van was geweest
Al lag zijn ‘protestperiode’ alweer enige weken achter hem
Maar dat vermocht de pret niet te drukken
Want het Kindeke Bob had ook wat meegenomen,
Geen mirre, wierook of Frankenstein,
Geen goud, zilver, brons of vetleer
Of zelfs maar pepermuntjes of aardbeienwekkers,
Maar een klein kruidje, een mysterieus gewas,
Door de incrowd bestaande uit louter mooie mensen met bloemen in heur haar
Maria Johanna genoemd, genaamd en geheten,
Uit het Verre, Nabije en Midden Oosten, Noorden, Zuiden en Westen,
De vier hoeken van de ring die je erdoor te zien kreeg,
Alsmede veelkleurige visjes in het aquarium,
De kom die wervelend rondtolde in de tornado,
En lachende voetbalschoenen alsmede
Op een deurmatje waarop geschreven staat
Welkom
Kortom een probaat middel om naar de amoebestaat terug te keren
Een staat van overvloed en welbehagen
| |
| |
De Vier Heemsbeatles zeiden het kruid niet te kennen
En het Kindeke Bob was verwonderd in zijn gemoed
En in zijn wolk van overpeinzing
Kwamen bij hem op de woorden: Who can det?
Jullie zingen toch van ‘I get high, I get high’
In I Wanna Hold Your Hand?
Negatief, luidde ten ene en andere male het antwoord
Dat gaat van ‘I can't hide, I can't hide’
Maar wat we dan niet kunnen verbergen
Zeggen we er dan natuurlijk niet bij.
De rookwaar die gij zo aanprijst kennen wij niet,
Maar we hebben wel pilletjes.
Pilletjes waarmede je vele dagen en nachten kunt doorhalen
Omdat je daar lekker strak van gaat staan.
Een pijnlijke stilte volgde want zo nu en dan
Waren de tongen gebonden en als met sprakeloosheid beslagen
Uit pure wederzijdse bewondering en verleegte
Met de situatie
Want een paar jaar geleden waren het nog gewone jongens
Die alleen maar muziek wilden maken en meisjes versieren
Want het waren gezonde jongens
Met gezonde aandriften
Waar niemand aanstoot aan hoefde te nemen.
Het Kindeke Bob was zelf de eerste die er een rolde
Maar daar het Kindeke Bob een volbloed neuroot was
Met lange vieze nagels en met trillende met nicotinevlekken besmeurde en bepleisterde handen
Gingen bij het proces van het draaien
Hele plukken van het kostbare gewas teloor
Toen het in de fruitschaal van de roomservice belandde
Tussen de pippelingen en Chinaas appelen en de aardbezieën.
Ondertussen werden ter maskering van de te verwachten dampen en geuren
Alle kieren en gaten van de deuren en ramen
Afgedekt en toegepropt met natte witte Delmonicohanddoeken
Opdat de voor de deur geposteerde hermandad
Geen argwaan zou bekruipen in de vleugelen der neuzen
| |
| |
Als de typische bedwelmende babyhondenpoepgeur van het mystieke gras en zielesmeersel
Zich dampkringelend zou verspreiden door
De inmiddels oneindig en eindeloos geworden ruimte om zich vervolgens
Een uitweg te zoeken naar gebieden nog verder daarbuiten,
Maar een kniesoor die daarop let,
Meestal juist die kniesoor die voor de deur geposteerd staat,
Die ons met één machtige zwaai tegen de muur van de realiteit doet aanlopen.
De voorpret is een essentieel onderdeel bij het roken van dit gewas,
Was de eerste wijze les van deze avond voor de Vier Heemsbeatles.
Beatle John kreeg de eer van de eerste trek
Maar omdat hij een volbloed schijtlaars was
En daar niet voor uit durfde te komen
(Vandaar zijn grapjes altijd
Vooral ten koste van anderen, andersdenkenden, andershorenden en/of gehandicapten, spasten en andere mongolen met speciale mogelijkheden),
Liet hij zijn beurt voorbijgaan en deed hij die toekomen
Aan zijn koninklijke voorproever, zoals hij wederom grapte,
Ditmaal ten koste van de met kalfsleder omspannen trommelenslagende Heemsbeatle Ringo
Die het gerolde stickie, de pretsigaret, in nederige dank aanvaardde
En hem in één gulle teug achter elkander oprookte,
Immers niet bekend zijnde met het onder Maria Johannarokers gebruikelijke gebruik,
De ongeschreven immers vanzelfsprekende regel,
Om de sigaret door te geven en alzo te delen en alzo de effecten die al van zichzelf menigvuldig en wonderdadig waren nogmaals wonderbaarlijk te vermenigvuldigen.
- Ik voel nog niks, zeide Ringo, terwijl de anderen hem van het plafond probeerden te trekken.
Daarop werd iedereen van een eigen rokertje voorzien
| |
| |
En openden zich de portalen der ontdekking naar hele nieuwe dimensies.
En zij reden door de vlakte op een paard met geen naam
Want op de vlakte daar heeft niemand een naam
En de Heemskinderen werden Uitheemskinderen
En zij lachten en lachten en lachten
Want zij waren helemaal appa, helemaal kaffa van het toektoek tsjoken man
Nam het Kindeke Bob die op zeggende met de woorden:
Ja hallo, met Beatlemania hier, wie kan ik zeggen dat er is?
En zaakbeheerder Eppie meende op het plafond te kunnen wandelen
In de voetstappen der goden
En zij lachten en lachten en lachten
En Beatle Paul dacht dat hij voor het eerst dacht
Want hij dacht dat hij voor het eerst écht dacht
En terstonde doorgrondde hij het ronde wezen van het universum
Een door zijn allesoverstelpend gevoel van dat moment universeel inzicht
Een heelallemachtige droomtoestand waarin de gevoelens sua sponte en simultaan de beelden creëren
En tevoorschijn toveren uit de hoge hoed van zijn bewustzijn
En Beatle Paul vroeg aan roadie Mal pen en papier te pakken
En hem achter na te lopen door de spiegelpaleizen van de Delmonicosuite
En om hem daar geen moment uit het oog of uit het oor of uit het hart te verliezen
Om uit zijn mond zijn Theorie van Alles, zijn boodschap aan het Al, op te tekenen
En gelukkig voor ons en het nageslacht zijn die woorden aldus bewaard gebleven en overgeleverd en die woorden luidden:
| |
| |
| |
| |
| |
Kapittel 5
Epiloog, waarin het Kindeke Bob en de dappere Heemsbeatles elkander eindelijk hebben ontmoet en huns weegs gaan
En sindsdien zei Beatle John als hij stiekem een stickie wilde gaan roken:
Let's 'ave a larf.
Tijd voor een lachbui
Met nu en dan een schatering
En naar oost tot noordoost ruimende meligheid.
Maar bleef daartoe de invloed beperkt van dit wondermiddeltje, deze panacee,
Dit universele heilmiddel tegen alle gevoelens van neerslachtigheid,
Depressie en mensenhaat in het bijzonder
Daarin alleen maar te vergelijken met alcohol, hele sterke thee
En spinazie voor Popeye the Sailor Man?
Neen, tweewerf neen en dikwerf andermaal neen.
En bleef tot dit gelukzalige en heugelijke avondje de invloed beperkt
Die het Kindeke Bob en de Vier dappere Heemsbeatles op elkander hadden?
Neen, anderwerf en dikmaal neen.
Het Kindeke Bob schafte zich een band aan
En werd een popster,
Tegen wil en dank, tegen heug en meug,
Tegen de klippen op,
En overal waar de Bobster kwam met zijn band werd hij uitgejouwd en gefloten
En de Vier Heemsbeatles zongen liederen met vele lettergrepen daarin
En zij begonnen gelijk het Kindeke Bob voor hen reeds gedaan had
Ook echt over zichzelf te zingen
Over hun eigen problemen met het leven
Met de sluier van Maya er ruw, wreed bijna, maar welklinkend afgerukt
En over problemen de maatschappij betreffende
En soms zelfs nog weirder dan dergelijke introspectie en extraversie samen
In liederen waarmede zij grote lof en liefde oogsten
En de poorten, eenmaal geopend, gingen niet meer dicht.
| |
| |
Het licht eenmaal aangeknipt en gezien ging niet meer uit
Althans in de luttele jaren die volgden die het hen vergund
Was op hun paard met geen naam rond te rijden
Door het vrolijke, onbezorgde landschap van de jaren zestig.
Want donkere wolken pakten zich boven de vlakte saam
Uit de regen en in de droogte
In de diepte en in de hoogte
En die wolken werden wolven
En die wolven werden molenstenen
Aan de benen van het paard met geen naam
Anders dan de molenstenen want die hadden er wel een
En zij heetten Phynanciën, Fans, Gefuck en Faam.
Het Kindeke Bob liet zijn stalen ros de Triumph 650 Bonneville op zijn grote teen vallen
En dit geschiedde op 29 juli 1966
En de Vier Heemsbeatles hielden op met optreden in het openbaar
En dit geschiedde precies een maand later op 29 augustus 1966
Want pas toen was het magische kruid uitgewerkt
Precies op de kop af twee jaar na die dag waarop het Kindeke Bob
En de Vier Heemsbeatles elkander ontmoetten in de wachttoren
Van het New Yorkse Delmonico Hotel,
En het paard met geen naam werd nog wel gesignaleerd
Hier en daar, af en toe, bij nacht en ontij, her en der,
In de wildwoekerende bossen van het tijdsgewricht,
Op het eiland Wight, in de Madison Square Gardens
En voor een rafelende tilbury,
Maar de eigenlijke Parabel van het Kindeke Bob en de Dappere Vier Heemsbeatles
Eindigt hier. |
|