Bunker Hill. Jaargang 8 (nrs. 29-32)(2005)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Charles Simic vertaling: mischa andriessen Zomer op het land Iemand laat me zien hoe je moet liggen in een veld vol klaver. Een ander hoe ik mijn hand onder haar zondagse rok moet schuiven. Een ander hoe ik moet kussen met een mond vol zwarte bessen. Een ander hoe ik vuurvliegjes in een pot vang als het al donker is. Hier is een stal met alleen een zwarte merrie. En het bewijs van Gods bestaan rijdt in een rode nachtjapon. Duivels kind - of wat ze dan ook was? Dat de moed had om me te vragen voor haar een zweep te halen. [pagina 25] [p. 25] Aan dromen Ik woon nog steeds op alle oude adressen, Draag een zonnebril, zelfs binnen, Deel in het diepste geheim mijn bed Met spoken, na middernacht Ga ik naar de keuken om de tapkraan te controleren. Ik ben te laat voor school en als ik daar aankom Schijnt niemand me te herkennen. Ik zit daar uitgestoten, geïsoleerd en teruggetrokken. Deze winkeltjes zijn alleen maar's nachts open Als ik mijn onopvallende aankopen doe, Deze achterdeurfilmhuizen in afbraakbuurten Laten nog altijd korrelige films van mijn leven zien. De held altijd vervuld van extravagante hoop, Die het aan het eind allemaal verliest? - wat het ook was - Die dan naar buiten het koude, ongelovige licht inloopt En gesloten bij de uitgang wacht. Vorige Volgende