| |
| |
| |
Gummbah
Net niet verschenen boeken
| |
| |
| |
| |
Fragment uit: De pijn van het halfrijm (miniaturen) van Hugo Sleuf
Franklin zat onder een boom een sigaret te roken toen er een appel op zijn hoofd viel. Hij rookte rustig verder. Toen viel er nog een appel op zijn hoofd en ditmaal ontstak hij in een uitzinnige woede waarbij hij de zwaartekracht o.a. noemde: ‘het varken onder de natuurwetten’ en ‘vuile homo’.
Drie jaar later zag hij de betreffende boom toevallig op televisie en dacht hij: ‘Vroeger, toen er nog geen televisie bestond, speelden de mensen 's avonds spelletjes.’ Waarschijnlijk herkende hij de boom niet omdat deze in die drie jaar flink gegroeid was. Of misschien herkende hij de boom sowieso niet.
*****
Bastiaan is getrouwd met een vrouw die Adèle heet en heeft uit liefde voor haar in zijn tuin een zwembad aan laten leggen in de vorm van een ‘A’. Bastiaans buurman Usna heeft daarop in zijn tuin drie zwembaden aan laten leggen in de vorm van de letters ‘N’, ‘U’ en ‘S’, zodat nu vanuit de lucht het woord ‘ANUS’ te lezen is, een anagram van zijn naam.
*****
Hendrik loopt zijn slaapkamer in en vraagt zich af waarom iedereen hem toch ‘De Magere’ noemt. Zijn vader noemt hem zo. Zijn moeder, zijn broers, zijn zuster en al zijn kennissen, want vrienden heeft hij niet. ‘Het is merkwaardig,’ denkt hij, ‘want ik ben juist heel dik.’ Hij kijkt in de spiegel en ziet dat die gedachte geen steek houdt. Hiermee is het raadsel van zijn bijnaam opgelost en tevreden verlaat hij de kamer. Op de gang ziet hij zijn vader. ‘Ik weet waarom u mij ‘De Magere’ noemt,’ zegt hij. ‘Ik ook,’ zegt zijn vader, waarop ze elkaar huilend in de armen vallen.
*****
‘Om een groot dichter te worden, heb je aan twee plastic tassen vol talent niet genoeg,’ zei mijn tuinman vanochtend, terwijl hij mijn vrouw onderwierp aan een rectaal onderzoek. ‘Nee,’ vervolgde hij, terwijl zijn bekeukenhandschoende arm dieper en dieper verdween in Letitia's darmstelsel, ‘een Keulse pot vol doorzettingsvermogen strekt ook tot aanbeveling.’ Ik trok mijn duikerspak aan en vroeg: ‘Wat bedoel je daarmee, Waldemar?’
‘Niks,’ antwoordde Waldemar. Teleurgesteld trok ik mijn duikerspak weer uit en zette de radio aan. Vrolijke muziek vulde mijn sporthal. ‘Koffie?’ vroeg ik. ‘Ja lekker!’ antwoordden Letitia en Waldemar in koor.
*****
Juriaan wilde graag een groot goochelaar worden. Tijdens zijn eerste optreden, echter, was hij zo zenuwachtig dat alles, tot hilariteit van het publiek, in het honderd liep. In de kleedkamer hoorde hij ze nog lachen. Aanvankelijk was hij dan ook danig teleurgesteld, maar toen de schouwburgdirecteur hem uitbundig feliciteerde met zijn ‘fantastische optreden’ besefte hij dat zijn talent niet in het goochelen lag, maar in de mislukking.
Op weg naar zijn volgende optreden, een week later, kreeg hij een dodelijk ongeluk. Toen de schouwburgdirecteur dit meedeelde aan het wachtende publiek begon het te lachen. En een half uur later, toen het besef doordrong dat hij echt dood was, nam het gelach nog toe in uitbundigheid. Hier en daar werd zelfs in een broek geplast. Helemaal een gekkenhuis werd het toen het nieuws de zaal bereikte dat Juriaan een vrouw en drie kleine kinderen achterliet. En toen rond middernacht de namen van de kersverse weesjes binnen druppelden, stikte op het balkon de eerste abonnementshouder.
*****
Pim zit op een bankje in het park. Op zijn schoot ligt een boek van Rosita Steenbeek. Pim is een beetje verliefd op Rosita Steenbeek. Pim zijn ouders zijn al jaren ernstig ziek en met name zijn moeder is reeds overleden. Pim denkt zelf dat zijn verliefdheid daar mee van doen heeft. In haar jonge jaren had zijn moeder bij gedempt licht namelijk wel wat weg van Rosita Steenbeek.
| |
| |
| |
| |
Fragment uit: Het vuur der berusting van Rinus Aalvlecht
| |
Een blanke man kan tot vijfmaal langzamer rennen dan een neger
In horecagelegenheden drinkt u, met de ziel
veilig onder de arm, het ene na het andere lege glas
te voorschijn.
Arme lieveling. Gelijk ik weet gij als geen ander
wat het is om De Tweede Wereldoorlog niet mee te maken.
Natuurlijk!
Geen Gestapo, geen surrogaatkoffie, niks!
Gij peurt compensatie uit een gereconstrueerd gesprek
op een bandeloze fiets van een uur.
Als de beste vogel die de dierenwereld
ooit is overkomen.
Met alle respect: een leeftijd welt in u op.
Veertien kernbegrippen:
Analfaboter, drensbescheiden, onstoffelijkheidsbeschaming,
motiefbevlekking, alfagems, parelknoop, demofielechec,
intrafutief, abrinaal, henkx, darmstelling, altograaf, introhert en (enzovoort)
scheidingslijm.
Heel even. Bent u inmiddels zo'n man van bijna
veertig die 's ochtends om halfzeven al met een brommerhelm
op schoot voor de kleurentelevisie zit? Nee?
Nachtelijk gepomp ter verspilling van kansen? (Wat ik denk).
Klein zijn en door iedereen, o ‘ironie’, De Kabouter
genoemd worden? Oja?
Wie waant zich daar dan op de krijtrotsen van Dover?!
Vragen, vragen, vragen.
Het menselijk lichaam zít ook vol verrassingen.
Het gevoel dat men iets al eens eerder meemaakte,
bijvoorbeeld, als men, met een door de ziel snijdende koppijn,
wakker wordt naast een gewoonlijk intens lelijke vrouw,
wordt ook maar door de hersenen aangestuurd.
(Zij zag uw piemel het liefst in haar anus).
Is het dan nú niet echt gebeurd of was het toen al niet echt gebeurd?
Was er wel een toen?
Is er wel een nu?
Wat is echt eigenlijk?
Soms lijkt iets zichtbaarder dan het is!
Gij moet goed uitkijken dat u niet gek wordt.
Een verlangen naar koffie schiet wortel.
Een gigantisch stopcontact schuift zich voor uw geestesoog.
De stekker is te klein! Help!
De griezelige man pakt het kletsnatte konijn
bruut bij de oren en slaat het, ik verzin maar wat, in uw gezicht! Wap! Help!
De intens lelijke vrouw wordt wakker. Verbazing
alom. Wat is dat voor geschreeuw? Waarom is het niet stil?
Een tastende hand op het nachtkastje.
Wekker. Shag. Bril. Glazen. Een enkel condoom.
Ze wilde zich op haar elfde laten steriliseren, maar
werd teruggefloten door Het Prins Bernardfonds
en ze bewaart de wikkel van elke Bounty die ze in haar leven heeft gegeten
in een antieke dekenkist met daarop een etiket met de tekst:
‘BUONTY WICKELS AFBLIJVEN!’
(ze huilde van het lachen toen ze voor het eerst hoorde
dat men vroeger dacht dat de aarde rust op de rug van drie walvissen).
|
|