Fragment uit: Kalfshersenen, waar we ook keken van Jeroen Ooftboer
Hectolitersoepslaven
Bewonderen Sigmund Freud om steeds weer een andere, verkeerde reden, snijden met messen, om te huilen zo roestig, hun ouders de kop af, hebben moeite met het competitie-element in de 100 meter sprint, weten dat het geen enkele zin heeft om bang te zijn voor de dood, maar zijn het ‘lekker toch’, beulen zich af in pretparken, hadden Egypte graag in Azië gezien, zouden, als ze hun leven over mochten doen, onmiddellijk weer met geleend geld een niet-bestaande blokhut in Finland kopen, zien grasbaanraces hoofdschuddend aan, weer of geen weer, vinden de snelheid van licht ‘aan de hoge kant’, staan 's nachts graag met gebogen hoofd langs voor alle verkeer gesloten wegen, zagen eens een blinde man een Nuts eten terwijl zijn hoogbejaarde moeder het V-teken maakte, slaan altijd even een kruisje voordat ze in bad gaan, ook als er geen water is, vinden Afrika helemaal niet te klein, laten zich eens per half jaar aftrekken door een vrij goeie hoer voor amper zes euro, reiskosten inbegrepen, willen liever geen muziek op hun begrafenis, tenzij The George Baker Selection zich vrij kan maken, maar dan eigenlijk nog niet, vinden een onschuldig mens in de gevangenis ‘geen gezicht’, hebben de afstandbediening van hun televisie vernietigd omdat ‘het toch een kleine moeite is om even op te staan om het geluid een stuk harder te zetten’, werden overweldigd door een gevoel van medelijden toen Neil Armstrong in 1969 als eerste die raket uit moest, zouden zich niet direct schoon op hun lichaam willen noemen, trekken er 's nachts bij windkracht vier op uit om, onder het motto ‘geluid is geluid’, bandopnames te maken van wapperende biervlaggen, zouden wel eens met Mick Jagger of iemand anders naar bed willen, gaan graag zo nu en dan, zonder bijbedoelingen, met hun grootouders in bad en zaten eens drie dagen vast in een roestige caravan uit Griekenland, de bakermat van onze beschaving.
| |
Fragment uit: Mos en waar het groeit van Alfons van der Klift
Inleiding
Mos groeit op steeds meer plekken naarmate u beter weet waar u het moet zoeken. In het bos natuurlijk, maar ook gewoon in het open veld of op rotsen voor mijn part. Trek uw laarzen maar eens aan om er hoopvol op uit te trekken. Goed om u heen kijken is belangrijk, want mos leidt veelal een verborgen bestaan. Reden voor veel natuurliefhebbers om deze plantengroep, want dat is het, tijdens wandelingen en excursies over het hoofd te zien.
Kijk, daar ziet u al wat. Is het mos? Ja, hoor, het is mos! Een kind kan de was doen. Ongeacht afkomst of ras zinkt u door de knieën: wat ziet mos er mooi uit! De schoonheid van het groen doorboort uw gemoed en u beseft, als bij toverslag, dat er meer is in het leven dan cocktailparty's en jamsessions.
Wat voor soort mos is het mos dat u gezien heeft? Is het bijvoorbeeld Muursnavelmos [Rhynchostegium murale], een kalkminnende mossoort met knikkende kapsels en meestal stompe blaadjes? Nou dat is best mogelijk, want er zijn maar liefst 520 soorten, als u tenminste beschikt over een handige loep, want veel typische kenmerken van mos zijn met het blote oog nauwelijks te herkennen. En dan zwijg ik gemakshalve maar even over het Duitse mos dat het helemaal bont maakt met zijn ongeveer 1000 soorten!
Of is het Spatelmos [Homalia trichomanoides] dat zich kenmerkt door onregelmatig vertakte, sterk afgeplatte, maar duidelijk gewelfde, één tot twee centimeter lange spruiten? U heeft eerlijk gezegd geen idee.
Gelukkig is er nu deze vlotgeschreven gids om u uit de brand te helpen. Een onmisbaar hulpmiddel voor de beginnende mosliefhebber, maar ook leuk om als cadeau aan vrienden te schenken vanwege de adembenemende foto's die zich maar al te vaak laten bekijken als spetterende schilderijen!
Alfons van der Klift
|
|