Louis Ferron (1942) debuteerde in 1967 met de bundel Zeg nu zelf, is dit ontroerend. In 2001 verscheen de roman Het overspelige gras en werd hem de Constantijn Huygensprijs toegekend.
Leo Pleysier (1945) debuteerde in 1971 met Mirliton, een proeve van homofonie. Onlangs verscheen de cassette Een familiekroniek, waarin de romans Wit is altijd schoon, De kast, De gele rivier is bevrozen, Zwart van het volk en Volgend jaar in Berchem zijn opgenomen.
Jan van Loy (1964) publiceerde in Bunker Hill eerder het verhaal ‘De hel van Jan Foster’, waarvoor hem de Rabobank Lente Literatuurprijs 2001 werd toegekend.
Wanda Reisel (1955) is schrijfster. Zij publiceerde o.a. de romans Het blauwe uur, Het beloofde leven en Baby Storm. Dit jaar verscheen haar veelgeprezen roman Een man een man.
Thomas Verbogt (1952) debuteerde in 1981 met De feestavond. In 2001 verscheen de roman Onze dagen.
Leo Vroman (1915) debuteerde in 1946 met Gedichten. In 2001 verscheen de bundel Aan elkaar/Herhaling (met Tineke Vroman).
L.H. Wiener (1945) debuteerde in 1967 met Seizoenarbeid. In 1999 verscheen de verhalenbundel Allemaal licht en warmte. In augustus verschijnt zijn nieuwe roman.
Sybren Polet (1924) debuteerde in 1953 met Demiurgasmen. Zijn meest recente publicaties zijn zijn verzameld werk Gedichten 1998-1948 en Veldwerk.