J. Bernlef
Beste Henk
Bedankt voor het toesturen van je verhalenbundel Stenen spoelen. Ik heb hem geboeid gelezen. In tegenstelling tot veel debutanten heb je het aangedurfd nu eens geen autobiografisch verhaal te schrijven, maar een reeks miniatuurportretten van mensen die je in Zweden hebt ontmoet. Ze zijn met veel inlevingsvermogen neergezet. Ook de compositie van de bundel, waarbij personages in verschillende verhalen terugkomen, maakt een stevige indruk. Dat je daarbij te rade bent gegaan bij het boek Winesburg, Ohio van Sherwood Anderson, zoals je schrijft, is geen bezwaar. Er is geen schrijver die niets van een andere schrijver overneemt (of ‘pikt’ zoals jij schrijft).
Je mag dan de vertelstructuur van de Amerikaan hebben overgenomen, iets anders en veel belangrijkers, heb je over het hoofd gezien. De verhalen van Sherwood Anderson zijn beroemd geworden door de suggestieve kracht die ervan uitgaat. De erotische onderstroom in het boek is altijd voelbaar, maar wordt nooit expliciet uitgeschreven.
Jouw verhalen zijn me hier en daar juist te expliciet. De titel die je je verhalen meegaf, geeft al aan dat je je bewust bent van de gevaren van het psychologiseren. De lezer heeft vaak aan een paar details al voldoende. Het is zoals Hugo von Hofmannstahl eens geschreven heeft: ‘Je moet de diepte verstoppen. Waar? Aan de oppervlakte.’ Waar je je niet altijd bewust van bent, denk ik, is het gevaar van originaliteit. Dat klinkt misschien vreemd, maar ik bedoel er dit mee.
Iedere beginnende schrijver wil zich onderscheiden van zijn voorgangers. Hij wil alles zeggen zoals het nog nooit gezegd is. Dus gaat hij op zoek naar formuleringen die hij nog nergens anders is tegengekomen,