Bunker Hill. Jaargang 5 (nrs. 16-18)
(2002)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
[pagina 5]
| |
Er bestaan bundelingen van verhalen, waarbij er meer tussen de verhalen door gebeurt dan in de verhalen zelf. Nauwkeuriger geformuleerd, waarin de compositie, de opeenvolging van de verhalen een betekenis geeft die uitstijgt boven de som van de afzonderlijke verhalen alleen. Hot Water Music van Charles Bukowski, Eleven Kinds of Loneliness van Richard Yates, en bijvoorbeeld Winesburg, Ohio van Sherwood Anderson zijn van dat soort bundels. Het is alsof het in deze bundels om de uitgespaarde ruimte tussen de verhalen gaat, die het doorzicht bieden op de achterliggende wereld. Soms lukt het in een tijdschrift ook een verzameling teksten bijeen te brengen die elkaar versterken. Philip Hoorne blijkt in staat in één gedicht generaties Vlaams leven voelbaar te maken. Geert van der Kolk verbindt in zijn on-Nederlandse verhaal ‘In de gemeente Claiborne’ twee levens met elkaar en toont tevens onnadrukkelijk het verband waarbinnen die verhouding mogelijk - of onmogelijk - is: het kleine Amerika. Het grote en misschien tragische Amerika vindt een plaats in het dagboek van Chris Keulemans. Zijn verblijf in de vs kort na 9-11 in verband met research voor een roman leidt tot kleine en grote vragen omtrent Amerika en de Amerikaanse cultuur. Is dit dan een Bunker Hill waarin de uitgespaarde ruimte een uitzicht op Amerika mogelijk maakt? Het verhaal van Michael Chabon kan die gedachte versterken, evenals het korte, sublieme verhaal van Richard Yates, ‘Klokgelui in de morgen’. Maar Saskia Profijt heeft aan de andere kant een prachtig verhaal geschreven over een meisje dat een bezoek aan haar ouders brengt, in Nederland. Geen verbindend thema dus, maar een gat in een ruit waardoor de lezer kijkt en onvermoede dingen ziet. Net als de dominee in een verhaal uit Winesburg, Ohio die vecht tegen de verleiding een prachtige vrouw vanuit zijn studieruimte door een gat in een ruit te kunnen zien. ‘I will not repair the hole in the window and I will train myself to come here at night and sit in the presence of this woman without raising my eyes.’ Een streven dat tot mislukken gedoemd is. Altijd. Leest u dus maar, en geniet van het uitzicht. |
|