uitzichtloze ziekte hebben en ondraaglijk lijden komen ervoor in aanmerking, mensen die niks meer uit het leven kunnen halen dus eigenlijk.’
Juul knikte driftig. Precies! Mensen die niks meer uit het leven kunnen halen en ondraaglijk lijden.
‘Maar in uw geval,’ de arts keek Juul onderzoekend aan, ‘kan ik daar geen enkele aanleiding voor verzinnen. U bent kerngezond.’
‘En toch weet ik dat mijn lijden binnen afzienbare tijd ondraaglijke vormen zal aannemen.’ Ze wierp een snelle blik op Rommert. ‘U weet van de hartkwaal van mijn man. Vandaag of morgen kan het opeens afgelopen zijn, en als het zover is, dan... dan wil ik dat u mijn leven ook beëindigt.’
De arts glimlachte moeizaam. ‘Zo werkt dat niet, ben ik bang. Euthanasie is niet voor dat soort... ik bedoel, daar kan ik helaas niet aan beginnen.’
‘Denkt u,’ zei Juul fel, ‘dat mijn pijn minder zal zijn dan die van een terminale kankerpatiënt, denkt u dat mijn leven waardevoller zal zijn dan dat van iemand die in coma verkeert? Wie bent u om te bepalen wat lijden is?’ Haar blik gleed af naar een fotolijstje op het bureau van de dokter. Ze schoof naar het puntje van haar stoel en draaide het lijstje om.
‘Juul!’ protesteerde Rommert zacht, maar Juul luisterde niet.
‘Leuke man,’ zei ze, terwijl ze naar de foto knikte, ‘houdt u van hem?’
‘Met heel mijn hart,’ zei de arts, ‘maar...’
‘Dan weet u drommels goed waar ik het over heb.’
De arts aarzelde even. ‘Ik zeg niet dat het makkelijk is als een partner komt te overlijden, en ik wil u met alle liefde helpen over het verlies van uw man heen te komen als het eenmaal zover is, maar ik kan uw verzoek om euthanasie helaas niet inwilligen.’
‘Geeft u me dan maar slaappillen, dan doe ik het zelf wel,’ zei Juul.
De arts sloeg haar ogen neer. ‘Het spijt me.’
‘Dus u wilt ons niet helpen? Dan weten wij genoeg. Ga je mee, vader?’ Juul stond op. Rommert volgde verslagen.
‘Een kat is nog beter af,’ mopperde Juul op weg naar buiten, ‘die kun je gewoon een spuitje laten geven.’
Toen de bus eraan kwam greep Rommert in een reflex Juuls arm, uit angst dat ze zich ervoor zou werpen, en hij wist dat hij haar niet zomaar kon laten gaan.
Toen ze thuiskwamen begon Juul zwijgend de aardappels te schillen en ook de avondmaaltijd gebruikten ze in stilte. Tijdens de koffie begon Juul