mijn zwarte schoenen te voorschijn en blies er even overheen. Toen alle stof was weggewaaid, zag ik dat het leer een craquelé-achtig uiterlijk had gekregen. Misschien dat als ik ze zou poetsen, het schoensmeer tussen de poriën ging zitten, waardoor de slijtage van het leer minder zou opvallen.
Op het balkonnetje borstelde ik de witte haren van mijn donkere pak. De kat aan wie die haren hadden toebehoord, was allang dood en aan een opvolgster had ik nog niet eens gedacht. Ik was al blij dat ik iedere dag zelf te eten had, laat staan dat ik een huisdier van voedsel kon voorzien. Toch moest ik even denken aan de laatste gang naar de dierenarts die ik met haar had gemaakt. Ze werd vervoerd in een boodschappentas met een plastic ruitje erin, die ik heb weggegooid nadat ik de kat had achtergelaten.
Wie een aantal jaren de illusie heeft gehad klanten te kunnen overtuigen door zich uiterst verzorgd te kleden, leert het perfect strikken van een das nooit meer af. Routineus schoof ik dan ook de dikke knoop tegen mijn adamsappel en klapte de punten van mijn overhemd omlaag. Ook mijn pak viel nog altijd soepel om mijn schouders en hoewel het inmiddels niet zo modieus meer was, kon het er voor deze gelegenheid nog best mee door. Ik trok mijn schoenen aan en bekeek mezelf voor de spiegel. Over een half uur zou mijn broer komen. Als ik nu alvast de kachel uitdeed, was het pas koud in huis als hij voor de deur stond.
Ik stak de rouwkaart in mijn binnenzak. De rest van de post gooide ik in de prullenbak, behalve de aanmaningen betreffende de huur en de elektriciteitsrekening. Tot de kleine beetjes comfort die ik mezelf gunde, rekende ik in de eerste plaats het nemen van een warme douche, dus het afsluiten van het gas en licht kon ik niet gebruiken.
Terwijl ik mijn das gladstreek, keek ik uit het raam. De op de ruiten vloeibaar geworden nevel droop langzaam naar beneden om op het kozijn tot druppels samen te ballen. Ik legde een opgerolde handdoek in de vensterbank tegen de tocht en om te voorkomen dat er water naar binnen zou sijpelen.
Beneden hoorde ik de claxon van mijn broers auto. Ik trok mijn regenjas aan en pakte de paraplu. Voorzichtig liep ik via het smalle trappenhuis naar beneden. Het was me al eens overkomen dat ik op mijn leren zolen was uitgegleden over het gladde zeil op de trap, maar nu de traptreden nat waren van het door de buren naar binnen gelopen regenwater was het extra gevaarlijk.