Uiteraard heeft Bandini op dat moment nog nooit een letter op papier gezet. Hij moet zelfs nog een kladblok en een pen kopen.
Eigenlijk is Arturo Bandini op menig moment in de roman een onuitstaanbare etterbak. Hij uit zijn woede en zijn walging door anderen te provoceren, door te zuigen, te zieken en te schofferen. Hij is een meester in de hogere kunst van het beledigen. Zich verweren door anderen te kwetsen, daar heeft hij ervaring mee uit de tijd dat hij zelf voor ‘spaghettivreter’ werd uitgemaakt. Hij koelt zijn machteloze woede op krabben, mieren en vliegen. Dan voelt hij zich even een held. ‘Die krabben zouden zich mij nog lang heugen. Als ze aan geschiedschrijving deden, zou ik flink wat ruimte krijgen in hun archieven. (...) Ze zouden een god van me maken, en sommige van hen zouden me in het geheim aanbidden en een grote passie voor me voelen.’ Dan heeft hij het, let wel, over ‘romantische vrouwelijke krabben’.
Met al zijn wreedheid tegen dieren, zijn stuitende uitingen van vrouwenhaat en de rest van zijn verbale geweld, maakt Fante alleen maar des te meer voelbaar hoe hulpeloos Arturo Bandini is. Hij is een macho met een klein hartje. Je gaat, gek genoeg, alleen nog maar meer van hem houden. Zijn machteloosheid wordt zo schrijnend verbeeld dat de ontroering het ruimschoots wint van de weerzin.
Dat heeft alles te maken met de Fanteaanse slag. In zijn postuum verschenen debuut heeft Fante zijn receptuur, zijn stijlpalet meteen al te pakken. Hiermee bedoel ik niet alleen zijn directe, onopgesmukte taalgebruik, zijn ritmische alinea's en die stem die tegen je praat, maar ook de stijlmiddelen die hij toepast: de overdrijving, de uitvergroting, de overtreffende trap, de steeds absurdistischer draai die hij aan scènes weet te geven. Juist in Bandini's dwaze, absurde illusies verbeeldt Fante zijn wanhoop en maakt hij het tragische tegelijkertijd komisch - zonder het weg te lachen. In de megalomane fantasieën van Bandini zit de zelfspot al ingebakken. Daar zit het geheim van Fante's talent voor het tragikomische.
Een hoogtepunt in de verbeelding van Bandini's hopeloze verlangen naar vrouwen is de liefde die hij heeft opgevat voor Miss Hopkins, bibliothecaresse in de gemeentelijke bibliotheek van Los Angeles. Misschien wel hetzelfde filiaal waar Charles Bukowski in 1979 op een exemplaar van Ask the Dust stuitte - een ontdekking met grote gevolgen.