omschrijving van het Filippino's-project door Lodewijk Brunt en Kees Tamboer blijkt duidelijk wat Fante niet is: hij is geen Steinbeck, met zijn talent voor sociale drama's; de weduwe Joyce beweert nooit iets te hebben gezien in dit tot mislukken gedoemde plan. Zo kan door het Filippinoproject een falen worden aangeduid dat in zekere zin exemplarisch is voor het werk van Fante. Mislukking is de grondtoon van zijn oeuvre; compensatie, grootse compensatie, het Leitmotiv. Jaap Scholten toont dit aan door een minder beschreven uitlaatklep van Fante: het golven. Alle Lansu beschrijft het belangrijkste karakter van Fante: Arturo Bandini. Dirk-Jan Arensman gaat in op de biografie van Cooper. En wat is een special over een Italian-American zonder familie: Johns zoon Dan?
Wat is er bijzonder aan John Fante? Gezamenlijk leggen deze bijdragen iets bloot van wat je de contouren van een antwoord op deze vraag zou kunnen noemen. Wat verleent de kleur? De bijdragen van Fante zelf: de meesterlijke proloog op Ask the Dust waarin iets zeer essentieels is te lezen. Volgens John Martin - uitgever van Black Sparrow Press - werd het oorspronkelijk geschreven om ‘de afnemende interesse van de kant van de redacteur aan te wakkeren’. Om deze interesse nieuw vuur in te blazen wordt het verloop van het verhaal, een dramatische synopsis van het boek gegeven. Zonder uitleg, zonder interpretatie, zonder verkooppraat. Er wordt de redacteur dus niet verteld waarom dit verhaal zo goed is, het verhaal zelf wordt gewoon verteld! Als een Italiaanse kok die niet zegt: ‘het is goedkoop’, of: ‘het is nieuw’, of: ‘anderen vonden het lekker’, of: ‘ik ben een prof’, maar die zegt: ‘proef maar, dan weet je waarom je komt eten’.
Dit is geloof in de kracht van zijn materiaal, van zijn kunst. Fante wil persoonlijk garant staan voor zijn werk. Deze bezielende proloog van Fante beweert dan ook vooral dit: ik heb leven geschreven. Geen onderhoudend verhaaltje, geen beschrijving, maar een afdruk, een facsimile van het leven. Bij Fante staat literatuur tot leven als 1:1. En als dat zo is, als Fante zelf in elke zinswending waarneembaar is, dan is het bijna begrijpelijk dat hij veronderstelde dat hele generaties geobsedeerd naar een vingernagel van Hem in een goedbewaakt museum zouden gaan kijken.